Een levenslange doodswens en persisterende suïcidaliteit : een exploratief onderzoek naar het ontstaan, verloop en behoeften van mensen die hieraan lijden
Dit rapport beschrijft een verkennend onderzoek naar het ontstaan en verloop van een levenslange doodswens en persisterende suïcidaliteit en de behoeften van mensen die hieraan lijden. Om eerste inzichten te krijgen hierin zijn drie verschillende databronnen gecombineerd; data uit een eerder vragenlijstonderzoek, literatuuronderzoek en interviews met experts en ervaringsdeskundigen.
Een levenslange doodswens en persisterende suïcidaliteit zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Er is weinig over geschreven en er bestaat geen afgebakende terminologie van beide concepten in de literatuur. Persisterende suïcidaliteit wordt door deskundigen vaak gezien als een gevolg van psychische aandoeningen, terwijl dat niet noodzakelijkerwijs geldt voor een levenslange doodswens. Die term wordt vaker gebruikt wanneer er geen medische aandoening aan de doodswens ten grondslag ligt. Levenslange doodswensen en persisterende suïcidaliteit lijken gerelateerd te zijn aan traumatische ervaringen of gebeurtenissen in de (vroege) jeugd. Daarnaast spelen ook andere psychische aandoeningen, zoals autismespectrumstoornis, borderline persoonlijkheidsstoornis, depressie, angst, of een combinatie hiervan, een rol in het ontstaan van persisterende suïcidaliteit. Zowel persisterende suïcidaliteit als levenslange doodswensen kennen een wisselend beloop over de tijd en verschillen sterk van persoon tot persoon. Mensen die aangeven een levenslange doodswens te hebben of persisterend suïcidaal te zijn, geven aan dat dit niet altijd in dezelfde mate aanwezig is. Hun leven kent perioden van hevige suïcidaliteit, die soms gepaard gaan met suïcidepogingen, en perioden waarin dit minder aanwezig is. Echter, op de achtergrond speelt de doodswens of suïcidaliteit vrijwel altijd een rol. Ook al hebben zij hiermee leren omgaan, de lijdensdruk blijft hoog. Een levenslange doodswens of persisterende suïcidaliteit betekent niet in alle gevallen dat er een wens tot levensbeëindiging is.
Mensen met persisterende suïcidaliteit of levenslange doodswensen hebben voornamelijk behoefte aan praten over de doodswens in open gesprekken waarbij de blijvende aard van de doodswens wordt onderkend en de optie tot levensbeëindiging niet bij voorbaat wordt uitgesloten. Een andere behoefte is het behandelen van onderliggende aandoeningen en lijden.
Aanbevelingen voor de preventie en behandeling van een levenslange doodswens en persisterende suïcidaliteit zijn het opsporen en behandelen van problemen in de vroege jeugd. Ook het signaleren en behandelen van onderliggende psychische aandoeningen om het onderliggend lijden zoveel mogelijk te verminderen wordt sterk aanbevolen. Daarnaast adviseren wij meer herstelondersteunende zorg, waarin patiënten leren omgaan met hun klachten, en het opnemen van levensvragen en zingevingsvraagstukken in behandeling. Hulpverleners
kunnen beter worden opgeleid op het gebied van suïcidaliteit en er zou meer aandacht en ruimte moeten komen voor het praten over persisterende suïcidaliteit of doodswensen tijdens de behandeling. In de GGZ zou voor deze patiëntgroep meer moeten worden toegewerkt naar langdurige(re) behandelingen en relaties tussen patiënt en zorgverleners. Tot slot kan grootschalig empirisch onderzoek naar levenslange doodswensen en persisterende suïcidaliteit onder de algemene bevolking helpen om meer kennis te vergaren over het voorkomen, ontstaan en verloop hiervan en voor betere hulp, ondersteuning en beleid.
28 pagina's | Amsterdam : 113 Zelfmoordpreventie
https://www.113.nl/sites/default/files/113/Rapport%20levenslange%20doodswens%20en%20persisterende%20suicidaliteit(1).pdf