Een fragiel evenwicht : Psychosociale gevolgen op de lange termijn voor allochtone getroffenen van een ramp

Het is haast vanzelfsprekend in de nazorg na rampen om etnische minderheden als een kwetsbare groep te duiden, die extra gevoelig is voor de ontwikkeling van psychosociale problemen. is dat terecht? Als onderzoeker binnen het grote gezondheidsonderzoek na de vuurwerkramp van enschede heeft Annelieke Drogendijk zich vooral met deze vraag beziggehouden. Dit heeft geresulteerd in een proefschrift begeleid door prof. dr. Rolf Kleber, prof. dr. Berthold gersons en prof. dr. peter van der Velden. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met het Rijks instituut voor Volksgezondheid en Milieu en Nivel.

Wat laat de wetenschappelijke literatuur zien over de mogelijke kwetsbaarheid van getroffenen uit etnische minderheidsgroepen na rampen? Een systematisch overzicht van internationale rampenstudies onder niet-westerse getroffen in de Verenigde Staten, China, Latijns-Amerika, India en het Midden-Oosten toont een gevarieerd beeld waarbij de meeste prevalentie-studies geen significante etnische verschillen rapporteren als er voor demografische factoren of rampervaringen gecontroleerd werd. Hoe zat dat dan in Enschede?

Ramp in Enschede

Op een zonnige zaterdagmiddag, 13 mei 2000, werd de wijk Roombeek in Enschede opgeschrikt door een reeks ontploffingen in een vuurwerkopslagplaats gevolgd door een enorme explosie. Hierdoor kwamen 23 mensen om het leven, liepen ruim negenhonderd mensen letsel op en werd nagenoeg de hele aangrenzende woonwijk verwoest.

Ongeveer een derde van de bewoners van deze wijk was van niet-westerse komaf, voornamelijk uit Turkije. Deze migranten waren in de jaren zestig van de vorige eeuw naar Enschede gekomen om in de textielindustrie te werken. De eerste arbeidsmigranten en later hun families werden verwelkomd in de gemeenschap. Zo waren er voor de ramp diverse initiatieven zoals extra taallessen voor Turkse kinderen en waren er Voorlichters en Contactpersonen Eigen Taal en Cultuur binnen GGD en GGZ werkzaam. In deze context vond de ramp plaats en vervolgens het grote gezondheidsonderzoek.1

Psychosociale impact

De psychosociale impact van de ramp bleek groter voor de getroffen allochtone groep dan voor de getroffen autochtone groep. Controle voor contact met de GGZ of het hebben van financiële problemen, resulteerden in dezelfde tendenties. Ook ervaren allochtone getroffenen vier jaar na de ramp dat zij minder emotionele steun ontvangen dan autochtone getroffenen. Maar 6% van de autochtone getroffenen had niemand om hun emotionele problemen te delen versus bijna een derde van de allochtone getroffenen. Om eventuele verschillen in antwoordtendenties tussen allochtoon en autochtoon te voorkomen, hebben we de resultaten indirect vergeleken met vergelijkbare groepen uit Tilburg, een stad met een vergelijkbare achtergrond en bevolkingsopbouw als Enschede.

Specifieke klachten

Veel genoemde problemen van de Turks-Nederlandse getroffenen zijn woede, schaamte, angst, depressieve gevoelens en slaapproblemen. Deze klachten zijn niet alleen rechtstreeks het gevolg van hun ervaringen tijdens de ramp, maar ook van de nasleep. Ze schrijven deze problemen toe aan zowel het verlies van hun huis en emotioneel belangrijke eigendommen, als aan het verblijf in een vervangende woning, financiële problemen en de slechte afhandeling daarvan door de overheid.

Het welhaast exclusief toeschrijven van klachten aan de ramp en de afhandeling ervan, is te zien als een vorm van externe attributie: de oorzaken worden buiten de persoon zelf gelegd. Daarbij zijn familieverhoudingen onder druk komen te staan, onder meer door tijdelijk verblijf bij familie kort na de ramp en door de zorg voor getroffen familieleden. Door de omvang van deze ramp is het evenwicht, waarin veel (eerste en tweede generatie) migranten samen met hun familie leven, aan het wankelen gebracht. Een opvallende bevinding is de relatief geringe verwijzing naar lichamelijke klachten door de getroffenen. Dit betekent niet dat deze er niet zijn, maar dat de psychische problemen meer op de voorgrond waren. Het stereotype beeld van de ‘somatiserende’ migrant werd door onze studie niet bevestigd.

Aansluiting zorg

Veel onderzoeken rapporteren dat allochtone getroffenen slechte aansluiting hebben met de zorg. Binnen Enschede was dit echter niet het geval. De huisarts herkende in even grote mate psychosociale problemen bij allochtone en autochtone getroffenen. Ook meer dan de helft van de allochtone getroffenen heeft contact gehad met de GGZ. Dit is zo’n 10% meer dan een vergelijkbare groep autochtone getroffenen.

De negatieve spiraal van Hobfoll: de condición migrante en posttraumatische verbittering

Wat is de verklaring voor de grotere impact van een ramp voor allochtone getroffenen? Een mogelijke verklaring biedt de zogenaamde Condicion Migrante: de kwetsbare situatie van etnische minderheden voor de ramp, in de kwetsbare context van hun sociale omgeving die na de ramp extra onder druk kwam te staan, in combinatie met de dynamiek van de gemeenschap na een ramp.

Het individu in haar sociale context

Uit de interviews kwam naar voren dat de problemen van de getroffenen direct te herleiden waren tot de ramp. Echter diverse studies hebben laten zien dat de Turkse getroffenen, maar ook de allochtone vergelijkingsgroep, voor de ramp al meer problemen hadden. Deze attributie van problemen naar de ramp, is in overeenstemming met de waarneming dat mensen uit niet-westerse culturen meer geneigd zijn om geëxternaliseerde verklaringen voor psychische klachten te vinden, zoals het tegengaan van gezichtsverlies om verlies van sociale status of stigmatisering te voorkomen. Door te wijzen op de ramp als een oorzaak van hun problemen, is er een ‘goede reden om ziek te worden’. Ze zijn daarom ‘niet gek’, maar eerder in de problemen geraakt als gevolg van externe omstandigheden. Dit kan tot gevolg hebben dat zij de controle over hun eigen leven verliezen.

De mate van psychosociale problemen en het gebruik van de ramp als een reden hiervoor, kan verklaard worden door het concept van posttraumatische verbittering. Deze verbittering kan worden veroorzaakt door een combinatie van te hoge verwachtingen van de nazorg bij rampen en de appraisal van de ramp. Deze appraisal betreft het proces van subjectieve waarneming, interpretatie en evaluatie van de ramp. Het niet krijgen van erkenning voor hun ramp (bijvoorbeeld het niet ‘kunnen’ uitnodigen van familie doordat men langdurig in lelijke sloopwoningen verblijft, het moeilijk Nederlands kunnen leren door gebrek aan concentratie, het niet meer naar de familie in Turkije kunnen door financiële problemen als gevolg van de ramp), kan gevoelens van verbittering wellicht verhogen.

Zowel de externe locus of control en de appraisal van de getroffenen dat alle problemen waren te wijten aan de ramp, kunnen worden verklaard door de meer collectivistische culturen van Turkse en Noord-Afrikaanse migranten. Bijvoorbeeld het vermeende gebrek aan sociale steun bij allochtone getroffenen is te verklaren door de collectivistische en familiegerichte culturen: zij zijn meer gericht op groepen, context en relaties, terwijl de individuele gevoelens en vrijheid van meningsuiting relatief minder belangrijk zijn. In het toeschrijven van de negatieve gevolgen voor hun dagelijks leven aan de ramp, hoeven de getroffenen hun mogelijk minder steunende gemeenschap niet de schuld te geven.

Het gebrek aan sociale steun voor de ramp en de verwachtingen waaraan niet is voldaan na de ramp, worden vertaald in een algemeen gevoel van verbittering na de ramp. De externe locus of control van aan de ramp gerelateerde problemen, die resulteren in een volledig gebrek aan controle in iemands leven, kan worden verklaard door de Conservation of Resource (COR) Theorie van Hobfoll.2 Hobfoll beschrijft dat een cyclus van verlies bij een grotere impact makkelijker versneld kan worden. De situatie van getroffen migranten, die al eerder hebben moeten verhuizen, en daarmee hun cultuur, gewoontes en sociale steun-systemen hebben moeten achterlaten, zal wellicht na een ramp, met het verlies van een huis en concrete herinneringen aan hun land van herkomst, verslechteren.

Ten slotte

De wederopbouw en de financiële compensatie kunnen de nasleep van de ramp verminderen en de getroffen wijk in Enschede is opgebouwd tot een mooie nieuwe buurt, waar de getroffenen weer konden wonen. Is dit niet ten goede gekomen aan de allochtone getroffenen? Gedeeltelijk wel, alleen een aanzienlijke groep heeft vier jaar na de ramp nog steeds problemen. De algemene boodschap van nazorgprogramma’s was gericht op het gevoel van zelfcontrole, maar ten aanzien van de meer collectivistische culturen met een zeer sterke onderlinge afhankelijkheid had de boodschap meer in het collectief gebracht moeten worden: ‘Alleen als je voor jezelf zorgt, kun je voor je gezin zorgen’.

De afgelopen jaren is de psychosociale nazorg vooral op het individu gericht. Interventies na een ramp worden vooral geformuleerd in individuele posttraumatische klachten. Ook de oplossingen worden daarmee veelal in activiteiten voor het individu gezien. Toch is het ook belangrijk de nazorg in bredere zin te zien. Al decennia lang weten we dat na grote rampen ‘de gemeenschap’ een (zowel positief als negatief) onduidelijk element kan zijn in de negatieve nasleep van een ramp.3 Het herstel van een getroffen gemeenschap mag daarom niet vergeten worden.

1    Van der Velden, P.G., J.C. Yzermans & L. Grievink, ‘Enschede Fireworks Disaster’, in: Y. Neria, S. Galea & F.H. Norris (Eds.), Mental Health and Disasters. Cambridge. New York: Camebridge University Press, 2009, pp. 473495.

2    Hobfoll, S.E., Stress, culture and community. The psychology and philosophy of stress. New York: Plenum Press, 1998.

3    Erikson K.T., Everything in its path: Destruction of community in the Buffalo Creek Flood. New York: Simon & Schuster Paperbacks, 1976 (Edition 2006).

ANNELiEKE DROGENDiJK is directeur van impact - Landelijk kennis en adviescentrum psychosociale zorg en veiligheid bij schokkende gebeurtenissen

 

Referentie: 
Annelieke Drogendijk | 2013
Trefwoorden: 
allochtonen, Geestelijke gezondheid, Ingrijpende gebeurtenissen, migranten, nazorg, Onderzoek, psychosociale gevolgen, rampen, sociale steun, vuurwerkrampen