Ook ‘gemengd-gehuwden’ leefden in doodsangst : Uitstel deportatie was ‘bis auf weiteres’

In de Tweede Wereldoorlog werden joden die getrouwd waren met niet-joden en een kind hadden, voorlopig niet op transport gesteld.

Loucky Content, journaliste, is bezig met een onderzoek naar wat de groep ‘gemengd-gehuwden’ heeft meegemaakt. Mensen van de doelgroep die aan dit onderzoek willen meewerken, kunnen contact met haar opnemen.1

In onderstaand artikel volgt een eerste indruk van dit lopende onderzoek.

Vrouwenkamp Struiswijk: ‘Alles is in orde : Belofte aan de kinderen die hun verleden zoeken ingelost

Alles is in orde is de titel van het pas verschenen boek waarin Els Michielsen-Baljon een geschiedenis geeft van het aan de rand van Batavia gelegen vrouwenkamp Struiswijk. De titel is een vertaling van het Japanse ‘fushimban ijo arimasen’, het wachtwoord waarmee de vrouwelijke gevangenen die nachtdienst hadden zich bij de surveillerende Japanse militairen moesten melden.

Casuïstische waarnemingen weerspiegeld in onderzoek

De Indische jeugdige oorlogsgetroffenen maken momenteel het grootste deel uit van de aanvragers bij WUV (Wet Uitkeringen Vervolgingsslachtoffers 1940-1945) en WUBO (Wet Uitkeringen Burger-Oorlogsslachtoffers 1940-1945). Derhalve is het onderzoek ‘Gezondheid en herinneringen aan de oorlogsjaren van Indische jeugdige oorlogsgetroffenen' van Mooren en Kleber zeer relevant voor ons werk als artsen van het Medisch Bureau van de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR).

Het onderzoek van Mooren en Kleber : inzichten en vragen

De hoeveelheid zorgvuldig bij elkaar gebrachte informatie in dit onderzoeksverslag brengt de lezer tot wanhoop of tot verder lezen en reflectie.

De vragen die de onderzoekers willen beantwoorden zijn, ontdaan van wetenschappelijke precisie, als volgt te formuleren:

Wat hebben jongeren meegemaakt die in Indië verbleven tijdens de Tweede Wereldoorlog?

Hoe is het nu met hun gezondheid gesteld?

Is er een verband tussen hoe zij zijn omgegaan met hun ervaringen en hun huidige gezondheid?

Het is oorlog gebleven : Molukse jeugdige oorlogsgetroffenen

Inleiding

Door de Vakgroep Klinische Psychologie en Gezondheidspsychologie van de Universiteit Utrecht werd in 1996 een rapport uitgegeven over een onderzoek onder Indische jeugdige oorlogsgetroffenen. Het gaat om mensen die geboren zijn tussen 1929 en 1945.

Totale vervreemding : De pijn uit het verleden

Onder de huid van ogenschijnlijke vrede zeurt de oorlog. Die oorlog gaat nooit helemaal meer over. Blijft op de bodem van je ziel zitten. De achterdocht voor vrede, die geen vrede bleek te zijn maar een nieuwe oorlog inhield. Toch het blijvende verlangen, honger naar vrede, naar mooie dingen, naar zorgeloosheid, angstloosheid, veiligheid, onbevangenheid, harmonie, naar het weer kunnen voelen.

Kampjongen en verzekeringsarts, verzekeringsarts en kampjongen

Mij is gevraagd een oordeel te geven over het onderzoeksrapport ‘Gezondheid en herinneringen aan de oorlogsjaren van Indische jeugdige oorlogsgetroffenen' van Mooren en Kleber, vanwege mijn betrokkenheid bij dit onderwerp en vanwege het feit dat ik verzekeringsarts ben.

Omdat ik zelf als kind de oorlogsjaren in de Japanse kampen heb doorgebracht heeft het lezen van dit onderzoeksrapport het nodige bij me losgemaakt. Het heeft als het ware de kampjongen in mij geactualiseerd waardoor de verzekeringsarts even moest terugtreden.

Reis JIN-EKNJ

Na de Japanse capitulatie waren er in Indië circa 3000 Japans-Indische kinderen, waarvan de moeders uitgemaakt werden voor landverraders en de kinderen meestal ter adoptie werden afgegeven.

Pagina's