Vluchtelingengezinnen: over verandering en aanpassing

Mohammed is tien jaar en kan niet slapen. Hij is bang, maar weel niet waarvoor. Vaak schrikt hij ’s nachts wakker uit een nachtmerrie over zijn land en roept huilend zijn moeder. Deze blijft zolang bij hem tot hij weer slaapt. Ze maakt zich grote zorgen over zijn slaapproblemen. Ze weet welke gebeurtenissen in zijn dromen terugkomen en is bang dat hij er zijn leven lang door achtervolgd zal worden. Ze probeert hem het leven zo makkelijk mogelijk te maken, beschermt en verwent hem. maar voelt zich desondanks schuldig. Ze laat hem spijbelen van school, die zal daar wel begrip voor hebben.

Moeder lacht niet meer: interventies bij vluchtelinggezinnen met getraumatiseerde kinderen

Tegenspoed staat nooit op zichzelf

De gezinsleden van de zeven jaar oude Altena zullen zich waarschijnlijk het moment van hun hereniging goed herinneren, het begin van hun nieuwe leven achter de hekken van een asielcentrum in een klein plaatsje in Nederland. De hoop dat ze elkaar op een dag terug zouden zien. had de vader geholpen om te overleven in een concentratiekamp, de moeder om al die tijd dat er een revolver in de rug van haar dochter priemde vol te houden, en Altena om haar schreeuw in te houden terwijl de soldaten naar hen op zoek waren in het bos.

Psychotherapie met gevluchte adolescenten: enkele lastige vragen

Als ik de achtergronden van gevluchte adolescenten in een paar steekwoorden moet samenvatten, gebruik ik bij voorkeur de termen traumatisering en ontworteling. Het woord traumatisering wordt doorgaans gebruikt om te verwijzen naar pijnlijke, moeilijk verwerkbare ervaringen in het verleden. Ik geef een voorbeeld van de traumatische ervaringen van een gevluchte adolescent.

Kongsi’s, zelfhulp voor oorlogskinderen uit Nederlands-lndië: middel tot verwerken.

Praatgroep

Noem het oorlog, bron van een saamhorigheidsgevoel.

Noem hei oorlog, uitgangspunt.

Praten met een doel en wat je nog niet zeggen kunt projecteren op een ander scherm, uit een eigen onbegrijpelijk bestaan, en proberen woorden te verstaan uit een binnensmonds gekerm.

Wat zeggen ons de namen, hoe wij heten. Wij willen welen wie we zijn.

Noem het oorlog zolang wij zoeken naar zekerheden zonder grenzen en zolang wij eigenlijk niet weten wat wij mogen wensen.

Partnerrelatie-problematiek binnen gemengde huwelijken

Het samenleven van twee partners waarvan de één getraumatiseerd is door de oorlog en daarnaast ook nog een andere culturele achtergrond heeft, bijvoorbeeld joods of Indisch, brengt een aantal potentiële problemen met zich mee. Gemengde huwelijken zijn over het algemeen kwetsbaarder dan homogene relaties, omdat verschillen in culturele achtergrond en traumatisering soms moeilijk te overbruggen zijn. Zo kunnen er zaken spelen die te maken hebben met bijvoorbeeld levensfaseproblematiek, waar de partners heel verschillend op kunnen reageren.

Partnerrelaties bij jong-getraumatiseerde oorlogsgetroffenen

Over partnerrelaties, over jong-getraumatiseerden en over oorlogsgetroffenen is al veel geschreven, maar nog weinig over de combinatie van die drie onderwerpen. Ik ben geen theoretisch deskundige op dit gebied, maar ik heb wel praktische ervaring. Daarop is het onderstaande gebaseerd.

De Vonk : Een afdeling van Centrum ’45 voor getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers

Al lang wordt door deskundigen de stelling verdedigd dat de ervaring opgedaan bij de hulp aan slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog ook van waarde zal blijken voor de hulpverlening aan slachtoffers van recentere vormen van geweld. Maar is dit werkelijk zo? Deze vraag krijgt een nieuwe actualiteit nu Centrum ’45, gespecialiseerd in de hulpverlening aan oorlogsgetroffenen, in Noordwijkerhout De Vonk heeft opgericht, een afdeling voor getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers. Aan dr. J.E.

Casuïstische waarnemingen weerspiegeld in onderzoek

De Indische jeugdige oorlogsgetroffenen maken momenteel het grootste deel uit van de aanvragers bij WUV (Wet Uitkeringen Vervolgingsslachtoffers 1940-1945) en WUBO (Wet Uitkeringen Burger-Oorlogsslachtoffers 1940-1945). Derhalve is het onderzoek ‘Gezondheid en herinneringen aan de oorlogsjaren van Indische jeugdige oorlogsgetroffenen' van Mooren en Kleber zeer relevant voor ons werk als artsen van het Medisch Bureau van de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR).

Het is oorlog gebleven : Molukse jeugdige oorlogsgetroffenen

Inleiding

Door de Vakgroep Klinische Psychologie en Gezondheidspsychologie van de Universiteit Utrecht werd in 1996 een rapport uitgegeven over een onderzoek onder Indische jeugdige oorlogsgetroffenen. Het gaat om mensen die geboren zijn tussen 1929 en 1945.

Pagina's