Veerkracht: baken of dwaallicht?

In discussies over rampen is het begrip veerkracht momenteel niet weg te denken. Veerkracht spreekt aan als denkmodel, maar de praktische waarde voor de psychosociale hulp moet wél worden verzilverd. Natuurlijk moet worden aangesloten op het punt waar de capaciteit van mensen om met een ramp om te gaan tekortschiet. Zodra echter de grens van het herstelvermogen niet goed kan worden bepaald, beschikt een hulpverlener over een onbruikbaar model.

De huisarts als ankerpunt : Huisartsenzorg is een onmisbare basis voor zorg en onderzoek na rampen

In literatuur en discussies over de zorg bij rampen wordt veel aandacht geschonken aan de rol van psychologen en psychiaters. Voor zover het gaat om psychische klachten en stoornissen is dit begrijpelijk. Een deel van de getroffenen vraagt immers specialistische behandeling voor deze problematiek. Geestelijke gezondheidszorg kan goede dingen doen, maar op de weg ernaar toe bevindt zich de huisarts als niet te vermijden tussenstop, zo betoogt Joris IJzermans. De landelijke ‘netwerkdekking’ is maximaal, huisartsen kennen hun patiënt en diens voorgeschiedenis.

Obstakels wegnemen in de toegang tot zorg. Stevan Hobfoll over 'zijn' kernprincipes van psychosociale zorg na rampen

In 2007 verscheen een toonaangevend artikel1 van de hand van Stevan Hobfoll en een team van internationale experts. Op basis van bestaand wetenschappelijk bewijs onderscheidden de auteurs vijf kernprincipes van psychosociale zorg voor mensen geconfronteerd met een ramp, tragedie of verlies. Hulpverleners dienen bij getroffenen te zorgen voor (1) een gevoel van veiligheid, (2) geruststelling, (3) de eigen zelfredzaamheid en die van de gemeenschap, (4) sociale verbondenheid en (5) hoop.

Maatschappelijke impact van crises en rampen: Hoe effecten van crises de samenleving veranderen

Wat is de maatschappelijke impact van rampen en crises in de samenleving? Hoogleraar Veiligheid en Recht Erwin Muller bespreekt vijf beelden over de effecten van crises op de Nederlandse samenleving.

 

Disproportionele investeringen in psychosociale veiligheid: veiligheid als voortvloeisel van het welvaartspeil

Onze levensduur is verdubbeld in de laatste paar honderd jaar dankzij zinvol veiligheidsbeleid. in diezelfde periode is ons geestelijk welzijn eveneens sterk gestegen. Volgens ira Helsloot (hoogleraar ‘Besturen van Veiligheid’) hebben we echter de laatste decennia veel disproportionele uitwassen in het veiligheidsbeleid geïntroduceerd, ook bij de psychosociale nazorg na rampen en andere schokkende gebeurtenissen. Het gaat in feite om verspilling van publieke middelen.

PTSS volgens de nieuwe DSM-5: zin of onzin?

Op basis van heel recent Amerikaans onderzoek lijkt 30.3% van de veteranen en 5.4% van de algemene populatie in de VS in aanmerking te komen voor een Posttraumatische Stress Stoornis (PTSS) diagnose volgens de nieuwe DSM-5 criteria. In vergelijking met de DSM-4 criteria (respectievelijk 39.9 en 9.8%) zijn deze percentages beduidend lager. Deze verschillen in prevalentie roepen de nodige vragen op over de onderliggende structuur van het concept PTSS. Wat zijn bijvoorbeeld de belangrijkste verschillen in de diagnose PTSS tussen de DSM-4 versus DSM-5?

Een fragiel evenwicht : Psychosociale gevolgen op de lange termijn voor allochtone getroffenen van een ramp

Het is haast vanzelfsprekend in de nazorg na rampen om etnische minderheden als een kwetsbare groep te duiden, die extra gevoelig is voor de ontwikkeling van psychosociale problemen. is dat terecht? Als onderzoeker binnen het grote gezondheidsonderzoek na de vuurwerkramp van enschede heeft Annelieke Drogendijk zich vooral met deze vraag beziggehouden. Dit heeft geresulteerd in een proefschrift begeleid door prof. dr. Rolf Kleber, prof. dr. Berthold gersons en prof. dr. peter van der Velden.

Ingrijpende verbetering mentale zorg voor de politie: bevindingen en aanbevelingen uit de Blauwdruk Mentale Zorglijn Politie

Het politiewerk stelt eisen aan de psychische gezondheid van politiemensen. De minister van V&J en de Nationale politie hebben daarom prof.dr. Gersons gevraagd een Blauwdruk te ontwikkelen voor de mentale zorg van politiemensen. Deze is op 4 februari 2013 aan de minister aangeboden

 

Verbinden na trauma

Bij zo’n tien procent van de slachtoffers leidt een traumatische gebeurtenis tot een posttraumatische stress-stoornis (PTSS). Traumatische ervaringen doen iets met de werking van het angstsysteem en met ons gevoel van veiligheid en vertrouwen. In haar oratie zet Miranda Olff uiteen hoe het angstsysteem bij PTSS ontregeld raakt. Ook schetst ze het belang van regulatie hiervan door het oxytocinesysteem. Dit systeem, waarbij de sociale context een grote rol speelt, stimuleert gevoelens van veiligheid en verbondenheid: aspecten die juist bij PTSS zo verstoord zijn.

Impact van suïcide op GGz-medewerkers

Het boek opent met een 21-tal interviews met personen uit verschillende disciplines binnen de GGz die beroepshalve te maken hebben (gekregen) met gevallen van suïcide. Dan volgen een aantal vakgerichte beschouwingen op het gebied van rouwverwerking, trauma en impact en over de opvang en begeleiding van personen die beroepshalve met suïcide te makene krijgen. Tot s,ot wordt het KKC-model besproken...

Pagina's