Geknipt voor de vijand : ‘Moffenmeiden' door de ogen van omstanders

Bevrijding 1945. Meisjes die met Duitse soldaten gingen, worden kaalgeknipt. Om hen heen staan mensen te joelen. Maar waar de één scheldt, schaamt de ander zich. Op deze website en in het Nederlands Volksbuurtmuseum vertellen de ooggetuigen van toen wat ze zagen en dachten.

Liever niet op reis : Impact van een verzwegen oorlogsgeschiedenis

In haar debuutroman Liever niet op reis die in april verschijnt, beschrijft Bertien Minco (Groningen, 1963) de grote impact van de verzwegen oorlogsgeschiedenissen van haar familie. Minco groeide op in Groningen in een kleine, sombere naoorlogse Joodse gemeente, die bestond uit een handjevol oude, verdrietige mensen. Ze zwegen over hetgeen achter ze lag, over wat ze hadden meegemaakt en wie ze allemaal verloren waren.

In de schaduw van de oorlog : Activiteiten en behoeften van de tweede en derde generatie WOII-getroffenen

Hoewel de Tweede Wereldoorlog zeventig jaar geleden is afgelopen, heeft de oorlog nog steeds invloed op mensen. Niet alleen op hen die de jaren 1940-1945 zelf hebben meegemaakt, maar ook op hun nakomelingen. Waar kunnen deze mensen terecht als ze geen behandeling nodig hebben, maar wel iets willen doen met het oorlogsverleden van hun familie? In dit kortlopend onderzoek inventariseerde Sinke welke activiteiten er worden aangeboden voor de tweede en derde generatie. Het is voor het eerst dat dit wordt onderzocht voor alle groepen naoorlogse generaties.

Kinderen en oorlog : de ervaring van kinderen van ‘foute’ ouders

Op het moment dat Duitsland de oorlog verloor, verloren de gezinnen van Nederlandse nationaalsocialisten hun beschermheer. Vanaf eind 1944 werd het voor de wat oudere kinderen in deze gezinnen duidelijk dat dit grote veranderingen zou betekenen: zij bleken aan de verliezende kant te staan en hun positie in de Nederlandse samenleving was niet langer verzekerd. In mijn boek Besmette Jeugd bekeek ik wat er vanaf het einde van de oorlog tot en met de jaren vijftig gebeurde met de kinderen.

'De Japanse vlag was voor mij symbool van het kwaad'

Interview voor Joost van Bodegom begon de oorlog pas echt na 15 augustus 1945. Als jongen zat hij met zijn moeder, broer en zusje in diverse jappenkampen. Maar de werkelijkheid drong niet tot hem door. 'Pas veel later haalde het verleden mij in. De Japanse vlag werd het symbool van het kwaad.'

 

 

De acteur en de generaal : de diensttijd van ... Pierre Bokma en Lex Oostendorp

De datum staat nog in hun geheugen gegrift : 4 januari 1977. Die dag moesten Pierre Bokma en Lex Oostendorp opkomen om hun dienstplicht te vervullen. Hun paden voor en na deze tijd verschilden aanmerkelijk, maar ze hebben altijd contact gehouden. Terwijl buiten het zicht op het water wordt vertroebeld door mist, halen de acteur en oud-inspecteur-generaal der Krijgsmacht in het restaurant van het Rott erdamse Hotel New York in hoog tempo herinneringen op. Bokma vertelt dat hij werd opgeroepen op de dag dat hij werd aangenomen op de Toneelacademie Maastricht.

In dienst van Mars en Clio: Interview met Piet Kamphuis, directeur van het NIMH

Tegen de duinen, aan de rand van de Haagse wijk Benoordenhout bevindt zich de Frederikkazerne. Een complex van traditionele kazernegebouwen en moderne kantoorfl ats waar burgers en militairen kriskras door elkaar lopen. In een van de hoge torens is het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) gevestigd. In een kamer gevuld met boeken, vitrines vol militaire memorabilia en het staatsieportret van koning Willem Alexander en koningin Máxima ontvangt Piet Kamphuis, directeur van het NIMH, zijn bezoekers. Hij is, zoals altijd, gekleed in beschaafd burgertenue van jasje en dasje. 

'Blijvende verbazing' : een gesprek met de Nederlandse hoogleraren militaire geschiedenis

Buiten de Schatkamer, de pronkzaal van het Nationaal Militair Museum vol oude uniformen, vaandels, schilderijen en documenten, staat een bordje: “Deze zaal is vandaag gesloten voor publiek.” Binnen gaat het over belangrijke zaken: Frederik heeft de vier hoogleraren en een voormalig hoogleraar militaire geschiedenis in Nederland uitgenodigd voor een gesprek over de stand van het vakgebied. Aan tafel zitten Herman Amersfoort, Petra Groen, Jan Hoffenaar,
Wim Klinkert en Ben Schoenmaker. Wordt dit gesprek een ware richtingenstrijd of zijn de vijf historici vredelievend en eensgezind? 

In het Centrum van de Vernietiging : Een kleine geschiedenis van de Nederlanders in het Joodse Sonderkommando en de SS-Totenkopfverbände bij de gaskamers van Auschwitz-Birkenau

Inleiding

Tussen berkenbos en prikkeldraad vonden gruwelijkheden plaats die het menselijk verstand en voorstellingsvermogen ver te boven gaan. In Auschwitz-Birkenau, het grootste vernietigingskamp, pleegden de SS-Totenkopfverbände een industriële massamoord op ongewenste sociale en etnische minderheden. 90 procent van de slachtoffers was Joods. De SS verleidde honderdduizenden onschuldige mensen om het omheinde gebied van de crematoria te betreden - en joeg hen vervolgens de dood in.

Ze deden het gruwelijkste werk

Son of Saul, volgens sommigen de beste Holocaustfilm ooit, gaat over Sonderkommando’s in Auschwitz. Er waren daar ook Nederlandse Sonderkommando’s. Uit hun vrijwel onbekende verhaal blijkt dat de film gruwelijk dicht bij de werkelijkheid komt.

Pagina's