Ze zit met haar twee kinderen in het speelkeukentje in de hoek van de spelkamer. Pizza, taart, hamburgers, broccoli, ze krijgt het allemaal voorgeschoteld door haar dochter. Af en toe komt er een voorzichtige glimlach op haar gezicht, maar verder geeft ze weinig reactie. Haar blik gaat afwisselend van de grond naar haar dochter. Of soms naar haar zoon, die zijn eigen gang gaat in een hoekje van het keukentje. Ze zit met haar rug naar de andere gezinnen toe. Het enthousiasme en vrolijke geklets van haar dochter vormt een groot contrast met het ongemak van moeder. Een te groot contrast?