Psychische en sociale factoren bij traumatisering door oorlog en vervolging

Veel kinderen van mensen die in de oorlog werden vervolgd, vertonen problemen en symptomen die men eigenlijk alleen bij diegenen zou verwachten die de vervolging aan den lijve ondervonden hebben. Bij de volgende generaties vinden identificatieprocessen plaats die herhalingen zijn van de reacties op de traumatische ervaring. Om deze identificatieprocessen en de ontstaansfactoren zowel binnen als buiten het gezin (bijvoorbeeld peer-groups, school) te onderzoeken, werd in Amsterdam de Stichting Onderzoek Psychische Oorlogsgevolgen (SOPO) opgericht.

Hamburg en de joden

1

Toen de redactie van Psyche me vroeg iets over mijn ervaringen op het IPA-congres in Hamburg te schrijven, was ik erg blij. Het duurde echter enkele maanden voordat ik begreep waarom ik - als Nederlander en als jood - zo graag in dit voortreffelijke tijdschrift iets over mijn ervaringen in Duitsland wilde publiceren. In het hierna volgende zal ik proberen mijn motieven en de verschillende mogelijke factoren te achterhalen.

Psychoanalytische behandeling van ernstig getraumatiseerden (door vervolging en verzet)

Voordat in het begin van deze eeuw de psychoanalyse tot ontwikkeling kwam, werd in de psychopathologie nauwelijks rekening gehouden met milieu-omstandigheden. De boosdoeners waren ‘degeneratie’, ‘erfelijke belasting’ en allerlei vormen van lichamelijke ziekten, in het bijzonder hersenaandoeningen, maar de rol die de boze wereld speelde werd niet onderkend. Een van de grote verworvenheden van de psychoanalyse is het inzicht in de betekenis van de innerlijke rijpingsprocessen in het driftleven en in het Ik - alsook de rol die micro- en macromilieu in de ontwikkeling spelen.

Vervolging, agressie en therapie

In 1963 zei Kurt Eissler: lDaar het trauma van het concentratiekamp het vergelijkbare en voorstelbare te boven gaat, ga ik ervan uit dat degenen die vele jaren in de schaduw van het kamp hebben moeten leven, verloren zijn en niet gered kunnen worden.’

Ontmoeting met de dood

Direct na de bevrijding werd er een overvloed aan materiaal over de concentratiekampen gepubliceerd. In al deze publikaties was het doel van de schrijvers de waarheid over de concentratiekampen aan het licht te brengen en het merendeel van deze artikelen fungeerde als aanklacht tegen de vervolger. Naarmate de jaren verstreken, kregen de schrijvers - vaak waren zij zelf ex-gevangenen - meer afstand tot het gebeurde en werden de artikelen objectiever en wetenschappelijker. Daarna volgde een periode waarin men de interesse voor het onderwerp verloren scheen te hebben.

Confrontatie met de dood

Direct na de bevrijding vond alles wat geschreven werd over concentratiekampen gretig aftrek. Sommige schrijvers probeerden al in het begin in hun werk tot enige sociologische en psychologische conclusies te komen. Het publiek verslond dit alles zonder kritiek. Maar weldra raakte men verzadigd. Financiële zorgen, vrees voor nieuwe wereldrampen, en vooral de desillusie over de naoorlogse verhoudingen stompten de mens af.

Honderd moeders en geen vader: seksuele ervaringen in de Jappenkampen

 De situatie in een vrouwenkamp in het voormalig Nederlands-Indië tijdens de Japanse bezetting moet voor de kleine Oedipus welhaast worden opgevat als een droom die tegelijkertijd een nachtmerrie was. Zijn vader was weggevoerd en de jongen had zijn moeder voor zich alleen, en niet alleen zijn eigen moeder, maar vele moeders, wel honderd. Hij kon zich koesteren in de illusie dat hij de plaats van zijn vader had ingenomen.

Leven in de schaduw van de oorlog: aandacht voor partners van oorlogsgetroffenen

Tot nu toe is er veel aandacht besteed aan de indirecte gevolgen van oorlog en geweld voor kinderen van oorlogsgetroffenen, de zogenaamde transgenerationele traumatisering. Aan de partners van oorlogsgetroffenen is echter nog maar weinig aandacht geschonken. Toch zijn er aanwijzingen dat ook zij indirecte gevolgen kunnen ondervinden. De meeste aanwijzingen zijn gebaseerd op ervaringen met de hulpverlening aan oorlogsgetroffenen en hun partners (Begemann, 1990; De Schipper, 1988; Matsakis, 1988; Ritter-Reilingh, 1986; Schneiders, 1988;

Een gespreksgroep voor partners van burger-oorlogsgetroffenen

Wat eraan voorafging

Bij huisbezoeken afgelegd door maatschappelijk werkers van de Stichting Burger-Oorlogsgetroffenen (SBO), worden de gesprekken in vele gevallen gevoerd met de cliënt èn zijn of haar partner. Het viel de maatschappelijk werkers daarbij steeds weer op hoe moeilijk ook de partners van oorlogsgetroffenen het vaak hebben. Geprobeerd werd dan om ook de partner hulp te bieden. De signalering van hun problemen leidde tot de gedachte dat het een goede zaak zou zijn om een groep te starten voor partners van oorlogsgetroffenen.

Partnerkeuze bij oorlogsgetroffenen

Zoals u bekend, is het een-eeuwenoud raadsel waarom mensen ‘op elkaar vallen’. Achteraf probeert men vergeefs te verklaren waarom men op een bepaalde persoon verliefd is geworden, met soms zelfs de verzuchting: ‘Ze is niet eens mijn type.’

Pagina's