Vroege behandeling van slachtoffers van seksueel geweld : Klinisch psycholoog Iva Bicanic, coördinator van de Centra Seksueel Geweld

In de werkkamer van Iva Bicanic zitten een voormalig psychomotorisch therapeut, een (gepromoveerd) psycholoog/onderzoeker, een bestuurslid van de EMDR-vereniging, het hoofd van het Landelijk Psychotraumacentrum voor Kinderen en Jongeren, en de coördinator van het landelijk netwerk van Centra Seksueel Geweld bij elkaar. Op één en dezelfde stoel. Bicanic heeft in haar twintigjarige carrière veel bereikt. Ze studeerde bewegingswetenschappen en deed vervolgens de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog.

Gezinnen helpen gezinnen : Multi-family therapy als behandelmethode voor 0-5 jarigen na psychotrauma

Sinds tien jaar wordt multi-family therapy (MFT) geboden binnen Stichting Centrum ’45 ter verlichting van ouderschaps-problemen en bevordering van ontwikkeling van kinderen. Er zijn groepen en varianten voor diverse doelgroepen: slachtoffers van mensenhandel, ex-militairen, en gezinnen van vluchtelingen of asielzoekers met baby’s en peuters (0-5 jaar). Julia Bala en Adriana Jasperse werken sinds het eerste uur in het team van de dagklinische behandeling in Diemen voor ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 5 jaar. Het programma van dit aanbod is volledig volgens de MFT-richtlijnen.

Werken aan hechting : De waarde van ‘Modified Interaction Guidance’

Onderzoek wijst uit dat onveilig gehechte kinderen vaker kampen met emotionele en gedragsproblemen. Dat heeft nogal wat implicaties voor het perspectief van deze kinderen en hun omgeving. Maar wat kunnen we hiermee in de therapeutische praktijk? Nelleke van der Boon verkent de bijdrage die Modified Interaction Guidance (MIG) zou kunnen bieden in relatie tot een problematische gehechtheid. Ze spreekt zelf consequent over gedesorganiseerde gehechtheid. Ervaringen in het buitenland zijn positief.

Molemans praktische psychofarmacologie

Molemans praktische psychofarmacologie is een praktijkgerichte leidraad die systematisch de stappen en overwegingen bij het voorschrijven van geneesmiddelen volgt.

DSM-5® : differentiële diagnostiek

Dit boek ondersteunt de clinicus bij het kiezen van de mogelijke DSM-5-classificaties voor iedere patiënt.Het boek start met zes differentiaaldiagnostische thema’s die men bij iedere patiënt zou moeten overwegen. Hoofdstuk 2 toont 29 beslisbomen die uitgaan van de symptomen van de patiënt. Het laatste hoofdstuk bevat 66 differentiëlediagnostiektabellen om te gebruiken in een later stadium,...

NET in een groepssetting : de Narratieve Dagbehandeling

‘The fundamental stages of recovery are establishing safety, reconstructing the trauma story, and restoring the connection between survivors and their community.’ Judith Herman (1992)
Inleiding

Psychotrauma wel beschouwd. Liber amicorum voor prof. dr. Rolf J. Kleber

De psychotraumatologie heeft vanaf begin jaren tachtig een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. In Nederland heeft prof. dr. Rolf Kleber de afgelopen decennia daar een centrale en stimulerende rol in gehad. Naast alle wetenschappelijke studies en praktijkgerichte projecten, vormde de begeleiding van promovendi een vast onderdeel van zijn werk.

 

‘Als behandelaar word je een coach die over technische hulpmiddelen beschikt om iemand weer grip te geven op het dagelijks leven’ : GZ-psycholoog en klinisch psycholoog in opleiding Tim Wind

Minister Edith Schippers van Volksgezondheid wil dat de mogelijkheden van e-health beter worden benut. De minister ziet nieuwe technologieën waardoor zorg op afstand geboden kan worden en waar mensen veel baat bij kunnen hebben. Toch signaleert Schippers dat brede implementatie nog vaak achterblijft. Hoe zit dit bij een specialistische GGZ-instelling als Stichting Centrum ’45? Ziet deze instelling de voordelen van het gebruik van e-health? En, als dat zo is, maakt Centrum ’45 er ook al gebruik van? Cogiscope sprak met Tim Wind, klinisch psycholoog i.o.

Evidentie voor de effectiviteit van e-health – veelbelovend maar geen one size fits all

E-health speelt een steeds belangrijker rol in de GGZ. Maar zijn e-health interventies wel effectief in het reduceren van gezondheidsklachten of het verbeteren van de kwaliteit van leven? En, zo ja: is e-health dan ook net zo effectief als een face-to-face interventie? De app-ontwikkelingen volgen elkaar in razend tempo op, maar de wetenschap is traag, zo is vaak de kritiek. Niettemin zal een ieder beamen dat uiteindelijk alleen bewezen effectieve e-health producten op de markt zouden moeten komen.

Zorgaanbieders en cliënten ontwikkelen samen e-health : Unieke e-health ontwikkeling voor PTSS

Gekscherend zou je kunnen zeggen dat het met het gebruik van e-health in de GGZ is als met ‘de wereldvrede’: een eeuwige belofte, waar veel over gesproken wordt, congressen over worden georganiseerd, waar niemand op tegen kan zijn, maar waar de realisatie ver achter blijft bij de verwachtingen en de mogelijkheden. Maar het kan ook anders. Hoe? Bijvoorbeeld door middel van cocreatie: als je een product ontwikkelt in samenwerking met cliënten én behandelaren is de kans groter dat het niet ‘op de plank’ blijft liggen.

Pagina's