Beoordeling van de suïcidale toestand met de CASE-benadering

Achtergrond: De Chronological Assessment of Suicide Events (CASE-benadering) van Shawn Shea is wereldwijd en ook in Nederland een bekend en veelgebruikt klinisch interview om de suïcidale toestand van een patiënt te onderzoeken. De oorspronkelijke beschrijving van de auteur wordt niet altijd gevolgd.

 

Doel: Vergelijken van de Nederlandse CASE-benadering met de oorspronkelijke beschrijving.

 

Methode: De Nederlandse CASE-benadering is geëxploreerd aan de hand van de tekst van de multidisciplinaire richtlijn en gangbare handboeken. Deze benadering wordt vergeleken met de oorspronkelijke beschrijving.

 

Resultaten: Drie verschillen komen naar voren. Het grootste verschil is dat in de originele CASE-benadering zeven validerende gesprekstechnieken het fundament vormen bij het onderzoek naar de suïcidale toestand, terwijl deze ontbreken in de Nederlandse teksten. Een tweede verschil is dat de chronologische interviewsystematiek in Nederland een andere invulling krijgt dan in de originele CASE-benadering. Een derde verschil is dat in Nederland, in tegenstelling tot de oorspronkelijke benadering, de risico- en beschermende factoren bij het onderzoek naar de suïcidale toestand worden meegenomen.

 

Conclusie: In Nederland is de CASE-benadering in een vereenvoudigde vorm ingeburgerd, wat nuttig is als basisvaardigheid in het onderzoek naar suïcidaal gedrag. De diagnostiek van suïcidaliteit kan, zeker voor gevorderde ggz-professionals, aan verdieping winnen door in training en onderwijs aandacht te besteden aan de gesprekstechnieken van de originele CASE-benadering.

Referentie: 
M. Jongkind, A.W. Braam, D.P. de Beurs, A.M. van Hemert | 2022
In: Tijdschrift voor Psychiatrie ; ISSN: 0303-7339 | 64 | 1 | 32-37
https://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/media/4/64-2022-1-artikel-jongkind.pdf
Trefwoorden: 
Richtlijnen, suicidale ideatie, Suïcide