‘Uw mening, onze missie’: Het perspectief van veteranen en hun partners op zorg
‘Uw mening, onze missie'
Het perspectief van veteranen en hun partners op zorg
Stichting Centrum ’45 en het Veteraneninstituut zijn binnen het Landelijk Zorgsysteem Veteranen actief betrokken bij het ontwerpen van ketenzorg voor de behandeling van sociaal-maatschappelijke en psychische problemen van veteranen. in het huidige aanbod van zorg ontbreekt het perspectief van veteranen zelf en van hun partners/gezinsleden. Het project Uw mening, onze missie betrekt veteranen bij het verbeteren van de kwaliteit van preventie en interventie en vergroot de motivatie om er gebruik van te maken.
In het project Uw mening, onze missie hebben Stichting Centrum ’45 en het Veteraneninstituut de ervaringen en opvattingen van veteranen en hun partners over (na)zorg en hulp na een uitzending in kaart gebracht. In totaal hebben 91 veteranen deelgenomen aan het onderzoek (95% man, gemiddelde leeftijd 45 jaar), van wie 34 veteranen met hun partner. Op basis van een uitgebreid interview is een inventarisatie gemaakt van hun ervaringen.
De meerderheid van de deelnemers geeft aan een ingrijpende gebeurtenis te hebben meegemaakt tijdens een uitzending. Het betreft ervaringen tijdens een uitzending naar voormalig Joegoslavië (40%), Libanon (25%), Afghanistan (18%) en Irak (7%). Andere landen die genoemd werden als uitzendgebied zijn Cambodja, Turkije en Angola. Vrijwel iedereen zegt te zijn veranderd na de missie. Ook als iemand één maal op uitzending is geweest (70% van de deelnemers) is deze ervaring voor vrijwel alle veteranen buitengewoon indrukwekkend. Een deel van de veteranen vertelt dat de missie hun leven heeft verrijkt. Zij zijn het leven anders gaan waarderen en ervaren soms zelfs een verdieping van hun relatie. Maar dat geldt niet voor alle deelnemers aan dit project. Soms heeft een veteraan gebeurtenissen meegemaakt tijdens de missie die moeilijk zijn te verwerken. Maar ook de terugkeer naar de Nederlandse burgermaatschappij en het leven van alledag kan ervaren worden als een (te) grote overgang na de hectiek in het uitzendgebied. Deze transitie heeft soms een negatieve invloed op het welzijn en/of de relatie. In een aantal gevallen ontstaan er zelfs psychische klachten en relationele problemen.
In onderzoek met een representatieve steekproef uit de veteranenpopulatie ligt het percentage veteranen zonder klachten vaak hoog, zo rond de 80%. Het percentage veteranen zonder klachten als gevolg van de uitzending in dit project was slechts 30%. Gezien de aard van de vragen naar ervaringen met hulpverlening en de vrijwillige deelname aan het project is dat ook wel te verwachten.
Ruim 31% van de veteranen in dit project voldeed aan de criteria van een posttraumatische stress-stoornis (PTSS). Kenmerkend voor mensen met PTSS is dat zij onder meer nachtmerries of herbelevingen hebben van ingrijpende gebeurtenissen. Angstklachten werden gerapporteerd door 36% van de veteranen. Een even grote groep rapporteerde stemmingsklachten. Deze klachten bleken vaak samen te gaan.
Hoewel de lijdensdruk hoog was en de klachten gevolgen hadden voor de partnerrelatie, of het functioneren op het werk, bleek voor hen de stap naar de hulpverlening vaak groot te zijn geweest. De grootste drempel voor het zoeken van hulp is het onderkennen van de eigen problemen. Maar ook de angst voor een mogelijk stigma is genoemd als barrière om hulp te zoeken bij klachten en problemen: ‘Wat zullen anderen wel van je denken als bekend wordt dat je problemen hebt?’ Of: ‘Schaadt het mijn loopbaan?’ Opvallend is dat de veteranen met psychische klachten die barrières het meest voelden, meer dan de veteranen zonder klachten. Als het dichtbij komt, is er blijkbaar heel wat moed voor nodig om te onderkennen dat je hulp nodig hebt om de stap naar hulp daadwerkelijk te zetten. Partners waren zich meer bewust van barrières om hulp te zoeken dan de veteraan. Een conclusie uit dit verkennende onderzoek is dat de partner een belangrijke rol kan spelen in het signaleren van psychische problemen en een grote steun kan zijn om de stap naar hulpverlening te zetten. Maar ook dat de geboden hulp laagdrempelig moet zijn.
Als de veteraan eenmaal hulp heeft ontvangen voor de klachten, zijn voor hem de betrokkenheid en kennis van zaken van de hulpverlener erg belangrijk. Gespecialiseerde zorg, zoals aangeboden door zorginstellingen van het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen, werd zodoende door de geïnterviewde veteranen meer gewaardeerd dan hulp in de 1e lijn (zoals maatschappelijk werk). Veel veteranen en partners gaven ook aan aandacht voor de partner en/of het gezin bij de behandeling te waarderen.
De ideeën en opvattingen die de veteranen en hun partners naar voren hebben gebracht zijn bijzonder waardevol en kunnen bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de zorg. Er kan hiermee nieuw aanbod worden ontwikkeld waarmee de zorg beter aansluit op de behoeften van veteranen en hun thuisfront. Zo kan e-health bijdragen om de hulp laagdrempelig aan te bieden. Daarnaast gaan wij in een vervolg van dit project gericht gesprekken aanbieden voor veteranen en hun partners.
Voor vragen over het onderzoeksrapport of het vervolg op dit project kunt u contact opnemen met dr. Simone de la Rie van Stichting Centrum ’45: s.de.la.rie@centrum45.nl
SiMONE DE LA RIE is klinisch psycholoog/ psychotherapeut bij Stichting Centrum ’45.
In: Cogiscope : tijdschrift over gevolgen van oorlog en geweld, ISSN 1871-1065 | 11 | 3 | oktober | 22-24