‘Meldpunt PTSS Politie boekt grote vooruitgang’: In gesprek met Wendy van de Spijker en Marten La Haye, Adviescommissie PTSS Politie

Meldpunt PTSS Politie boekt grote vooruitgang’

In gesprek met Wendy van de Spijker en Marten La Haye, Adviescommissie PTSS Politie

 

Na de ramp met MH17 is er op tal van terreinen inzet geweest van medewerkers van de politie. Dit belangrijke werk wordt kort belicht in deze bijdrage. Het is een gelegenheid om een bredere problematiek aan de kaak te stellen. Die inzet is zeker niet uitzonderlijk. De politie wordt dagelijks ingezet bij incidenten, calamiteiten en soms ook rampen. We weten dat dergelijk werk zeer belastend kan zijn, en dat een minderheid van de medewerkers er niet in slaagt dit soort belastende ervaringen goed te verwerken. Ze ontwikkelen psychische problemen. Voor hen is het Meldpunt pTss politie opgericht. Jan schaart en Twan Driessen spraken met twee leden van de Adviescommissie, operationeel leidinggevende Wendy van de spijker en commissie

 

voorzitter Marten La Haye.

Politieagenten worden regelmatig ingezet bij incidenten, (grootschalige) calamiteiten en rampen. Ook bij de ramp met de MH17 is de politie op meerdere manieren betrokken. Allereerst in Oekraïne zelf. Direct na de ramp werd er een internationale repatriëringsmissie samengesteld van politie, marechaussee, defensie- en forensisch specialisten. Zij hadden als taak de lichamen van slachtoffers te zoeken, te bergen en te identificeren. Daarnaast zijn er in Nederland zo’n tweehonderd Nederlandse en honderd buitenlandse experts actief om, op basis van DNA-profielen, de identiteit van slachtoffers vast te stellen. Van hen is een belangrijk deel werkzaam

bij de politie. Dan zijn er de familierechercheurs die op allerlei manieren, nabestaanden van de vliegramp bijstaan. En tenslotte loopt er een strafrechtelijk onderzoek waarbij 200 politiemensen en zeven officieren van justitie betrokken zijn.

 

 

Het hoeft geen betoog dat dit werk zeer belastend is. Dat geldt met name voor de mensen die in Oekraïne zoek- en bergingswerk doen en voor de identificatieteams in Nederland. Korpschef Gerard Bouman van de nationale politie zegt het zo: ‘Wat onze mensen meemaken is met geen pen te beschrijven. Ook al zijn de teams nog zo ervaren en door de wol geverfd, ze hebben het er vaak vreselijk moeilijk mee. Wat er aan menselijke resten wordt aangetroffen is echt afschuwelijk. Lichamen in stukken en brokken bij elkaar, groot en klein, sommige delen zijn ook nog verbrand of zwaar beschadigd.’

Maar ook van de 106 familierechercheurs wordt veel gevraagd. Zij hebben tot taak de nabestaanden bij te staan en zijn daarvoor dag en nacht beschikbaar. Daarnaast fungeren ze als intermediair tussen de familie en het Landelijk Team Forensische Opsporing, vaak kortweg het LFTO genoemd.1 Ook verzamelen ze gegevens van vermisten en spullen die mogelijk DNA-materiaal bevatten ten behoeve van het identificatieproces. in hun werk ontmoeten ze woede, teleurstelling, frustratie en natuurlijk intens verdriet. Het is een zware langdurige klus die om een grote dosis empathie vraagt en waarvoor je stevig in je schoenen moet staan.

PTSS

Uit de politiepraktijk blijkt dat een kleine minderheid er niet in slaagt dit soort belastende ervaringen te verwerken: ze krijgen psychische problemen. Deze kunnen zelfs uitmonden in een psychische stoornis, zoals een posttraumatische stressstoornis.

De politieleiding erkent het bestaan van deze psychische problematiek en de relatie met het werk. Recentelijk heeft dit geleid tot het uitbrengen van de Circulaire PTSS Politie. in deze circulaire is te lezen hoe het politieapparaat invulling heeft gegeven aan de erkenning van PTSS als

beroepsziekte. Tevens wordt beschreven welke vormen van ondersteuning er intern worden aangeboden. Centraal daarin staat het Meldpunt pTss politie, dat sinds april 2013 functioneert. politieagenten met psychische klachten kunnen zich hier aanmelden.

Voor de beoordeling van hun klachten is een speciale commissie, de Adviescommissie pTss politie, ingesteld die met name het causale verband beoordeelt tussen de pTss en verrichte werkzaamheden. De commissie doet nadrukkelijk geen uitspraak over de vraag óf er sprake is van PTss. Het antwoord op dfe vraag wordt uitbesteed aan een erkend diagnostisch instituut, zoals de PDC Politiepoli, dat ressorteert onder de stichting Arq. Om aanvragers enig zicht te bieden op de procedure die gevolgd wordt, heeft de Adviescommissie een protocol opgesteld, waarin onder meer de beoordelingscriteria zijn opgenomen, die als meetlat dienen voor het beoordelen van de beroepsgerelateerdheid van de psychische klachten.

Hoe functioneert het Meldpunt PTSS Politie?

inmiddels bestaat het Meldpunt PTss Politie zo’n anderhalf jaar. Alle aanleiding om te vragen hoe het functioneert en wat de ervaringen zijn van de Adviescommissie. Operationeel leidinggevende Wendy van de spijker en commissievoorzitter Marten La Haye waren bereid in te gaan op het functioneren van het Meldpunt. Marten La Haye: ‘2013 was een heel intensief jaar. Het Meldpunt kreeg 320 aanmeldingen, maar er ontbrak simpelweg een goede procedure om de dossiers af te kunnen handelen. Toen die procedure eenmaal rond was, bleek dat het de politie-eenheden moeite kostte om de betrokken agenten te ondersteunen en hen van de benodigde informatie te voorzien. Als gevolg daarvan was de voortgang aanvankelijk een stuk minder voorspoedig dan we gehoopt hadden.’

Het gebrekkige functioneren van het Meldpunt pTss politie drong ook door tot de buitenwacht. Het was voor de redactie van het tv-documentai-re programma Zembla zelfs aanleiding daar een speciale uitzending aan te wijden. Daarin werd forse kritiek geuit op het reilen en zeilen van het Meldpunt en de trage afhandeling van de aanvragen.

Wendy van de spijker: ‘Bij de politie was men natuurlijk niet blij met deze negatieve publiciteit. Maar achteraf bezien heeft de Zembla-uitzending toch ook iets positiefs opgeleverd. Het heeft namelijk als katalysator gewerkt om bepaalde voornemens die er lagen versneld uit te voeren. Naast de personele uitbreiding van het Meldpunt is de aanstelling van twee casema-nagers per politie-eenheid wel de meest vruchtbare stap geweest die is gezet. De casemanagers ondersteunen agenten actief bij het doen van een aanvraag. Zij zorgen eveneens voor stroomlijning van de administratie, ook van de oude dossiers.’

Al vrij snel na het aanstellen en trainen van deze casemanagers kwam er schot in het aanmaken van de dossiers en kon de Adviescommissie op haar beurt veel meer aanvragen in behandeling nemen.

Inhaalslag

Marten La Haye: ‘Het Meldpunt heeft in 2014 een enorme inhaalslag gemaakt. De situatie is nu zo dat van de 320 aanvragen uit 2013 er ongeveer 300 zijn afgewikkeld. in 2014 zijn er tot nu toe 200 aanvragen bijgekomen, waarvan er inmiddels honderd zijn afgesloten. De commissie is overigens wisselend tevreden over de kwaliteit van de ingestuurde dossiers. Dat oordeel is mede gebaseerd op de diagnosestelling van de PDC Politiepoli, die wij beschouwen als een soort van "gouden standaard”.’

Ongeveer tien procent van de aanvragen wordt afgewezen. Volgens La Haye heeft dat verschillende oorzaken: ‘Er wordt niet altijd voldaan aan een volledige diagnose PTss. Ook komt het regelmatig voor dat de problematiek in overwegende mate voortvloeit uit werkzaamheden die voor een vorige werkgever zijn verricht (bijvoorbeeld Defensie). Voor de betrokkenen is dat natuurlijk heel teleurstellend, maar voor de Adviescommissie is de relatie met het politiewerk nu juist een essentieel beoordelingscriterium.’

Financiële consequenties

De financiële consequenties die een PTss-diagnose tot gevolg heeft, is voor de aanvragers uiteraard van groot belang. in die zin betekent het voor hen goed nieuws dat er medio september 2014 met de bonden overeenstemming is bereikt over een coulanceregeling, waarin de hele financiële afwikkeling geregeld is.

Wendy van de spijker: ‘Concreet betekent dit onder meer dat ingehouden rechten, zoals bijvoorbeeld het vakantiegeld, worden verrekend en er een tegemoetkoming is in de ziektekosten. Ook wordt er een financiële compensatie gegeven die gebaseerd is op het arbeidsongeschiktheids- of invaliditeitspercentage. Aan agenten bij wie er al voor 1997 sprake was van pTss wordt, al naar gelang het inkomen, eenmalig een substantieel bedrag uitgekeerd. in die zin is de coulancerege-ling ruim van opzet.’

Die ruimhartigheid wordt overigens door een aantal oud-agenten met pTss niet als zodanig ervaren. Zij wijzen erop dat de coulancerege-ling op belangrijke punten ongunstiger is dan de regeling die de minister van Defensie voor veteranen heeft opgesteld. De oud-agenten hebben hun grieven kenbaar gemaakt aan de Nationale Ombudsman die hen daarin ondersteund. Deze heeft de minister van Veiligheid en Justitie in overweging gegeven de coulanceregeling op een aantal punten te herzien of aan te vullen, vergelijkbaar met de veteranenregeling.

Marten La Haye en Wendy van de Spijker benadrukken dat deze kritiek slechts geldt voor een zeer kleine minderheid: ‘Veruit de grootste groep is blij dat er erkenning is gekomen en dat die ook materieel tot uitdrukking komt. Vooraf zagen veel agenten toch op tegen het doen van een aanvraag, waarschijnlijk ook door mogelijke stigmatisering. Gelukkig blijkt dat voor de meeste indieners mee te vallen en is er veel waardering voor het Meldpunt. Van alle aanvragers is het overgrote deel tevreden met het verloop, zelfs als hun aanvraag niet tot erkenning heeft geleid.’

Het Meldpunt heeft ook tot taak de zorgverlening van de aanvragers te regelen. Wendy van de Spijker: ‘De zorg die wordt aangeboden staat los van het feit of er wel of geen sprake is van PTSS. Elke aanvrager krijgt deze hulp in de een of andere vorm, afgestemd op de problematiek van de betrokkene.’

Verwachtingen over MH17

De verwachting is dat er vanaf 2015 jaarlijks 150 nieuwe aanvragen zullen worden ingediend. Uit de casuïstiek blijkt onder meer dat de werkge-relateerde PTSS bij grotere en heftige incidenten duidelijk vertegenwoordigd is. in die zin is het niet uit te sluiten dat de vliegramp met de MH17, wat momenteel nog niet speelt bij het loket, ook tot extra aanvragen zal leiden. intern bestond er overigens de indruk dat de politie vooral aandacht had voor de politiemensen die in Oekraïne zijn geweest. Het Meldpunt PTSS heeft zich daarom zeer ingespannen, samen met personeelszaken, om ervoor te zorgen dat ook de collega’s in Hilversum die zich bezighouden met het vaststellen van de identiteit van de slachtoffers voldoende aandacht krijgen. En dan niet alleen de forensisch onderzoekers, maar ook het ondersteunend personeel. Dit uiteraard in de hoop dat daar een preventieve werking van uit gaat en we toch zo min mogelijk MH17-casuïstiek terug zullen zien bij het Meldpunt.

Bijstelling procedures

Om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen, doet de Adviescommissie regelmatig een beroep op professionals binnen en buiten het politieapparaat voor aanvullende informatie.

Dat riep de nodige weerstand omdat sommige professionals, soms ook collega’s, het idee hadden dat er sprake was van schending van hun beroepsgeheim als ze de gevraagde informatie aan de Adviescommissie PTSS zouden aanleveren. Ook die kwestie is ondervangen. Er ligt nu een duidelijke handreiking voor professionals hoe zij, op basis van instemming van de aanvrager en met inachtneming van de privacy-regels, op een verantwoorde manier gegevens kunnen verstrekken. De - speciaal voor de professionals - opgestelde ondersteunende informatie heeft veel onduidelijkheid over mogelijke schending van het beroepsgeheim weggenomen. De periodieke en soms indringende dialoog met Stichting Arq heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat er een voor alle partijen geaccepteerde werkwijze tot stand is gekomen.

Extra onderzoek

Uiteraard is het van groot belang dat elke politieagent op de hoogte is van het bestaan van het Meldpunt en de voorwaarden die gelden bij het doen van een aanvraag. in dat kader is er in mei 2014 een PTSS-dag georganiseerd voor iedereen die klachten heeft ontwikkeld op grond van incidenten of calamiteiten in diensttijd. De bedoeling van die dag was, behalve het verstrekken van informatie, gesprekken aan te gaan met potentiële aanvragers en hun familie om op die manier nog beter aan te kunnen sluiten bij de beleving van de politiemedewerker. in oktober en november zijn er nog een aantal van deze bijeenkomsten gehouden, verspreid over het land. ‘We zijn blij dat daar ook altijd iemand van de leiding van het Korps Nationale Politie bij betrokken is, wat duidt op een grote betrokkenheid bij deze problematiek. Al met al kan gesteld worden dat het Meldpunt binnen de politie inmiddels breed gedragen wordt en na een wat stroeve start grote vooruitgang heeft geboekt.’ 1 Het Landelijk Team Forensische Opsporing is onderdeel van de politie. Het is een team van de Nederlandse Politie en partners, waarin de deskundigheid van forensische opsporing en slachtofferidentificatie in ons land is gebundeld. Bij elke ramp worden deze specialisten opgeroepen.

JAN SCHAART is lid van de Raad van Bestuur van Arq Psychotrauma Expertgroep.

TWAN DRiESSEN is directeur van Stichting Centrum ’45.

Referentie: 
Jan Schaart, Twan Driessen | 2014
In: Cogiscope : tijdschrift over gevolgen van oorlog en geweld, ISSN 1871-1065 | 11 | 4 | december | 33-37
Onderdeel van de rubriek 'In de werkkamer'
Trefwoorden: 
beroepsethiek, beroepsgebonden traumatisering, erkenning, Geüniformeerden, hulpverlening, Oekraïne, politie, psychotrauma (nl), PTSD (nl), PTSS, rampen, traumatische ervaringen, traumatisering, Vliegramp MH17, vliegrampen