‘Martelingen veranderen je leven ingrijpend’ : Onderzoek naar sporen van folteringen bij vluchtelingen

 

Vluchtelingen die gemarteld zijn, krijgen vaak te maken met allerlei psychische gevolgen. Tijdens de asielprocedure slagen ze er bovendien niet altijd in om hun verhaal helder over te brengen. Het gevolg kan zijn dat ze geen asiel krijgen, terwijl ze er volgens hun advocaat wel recht op hebben. Na een uitgebreid lichamelijk en psychisch onderzoek kan de IND de aanvraag heroverwegen.

 

‘Ze sloegen me op mijn knieën en ellebogen. Ik moest in een hele kleine ruimte volgepropt met meer dan twintig mensen staan, terwijl de hele tijd water naar binnen gespoten werd. Er was geen plaats om te zitten of liggen, dus slapen was onmogelijk en gevangenen moesten daar ook hun behoeften doen. Als je eindelijk naar buiten mocht, werd je gedwongen heel lang in de zon kijken. Dat ging door tot je bekende.’

Aan het woord is de Oegandese Moses Atacon (40). Als tegenstander van de regering belandde hij maar liefst tien à vijftien keer in de gevangenis – hij raakte de tel kwijt. Vier jaar geleden vluchtte hij naar Nederland. Hij kreeg snel asiel, want het was wel duidelijk dat hij gevaar liep als hij terug zou keren. ‘Als activist had ik een duidelijke footprint achtergelaten op sociale media.’

 

Gaten in het verhaal

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) wijst de asielaanvraag echter af als het verhaal van een asielzoeker als ongeloofwaardig of inconsistent bestempeld wordt. Wanneer de vluchteling fysieke of psychische klachten heeft en die toeschrijft aan marteling, dan kan de advocaat van de asielzoeker een aanvraag indienen bij het instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek (iMMO) in Diemen voor een uitgebreid lichamelijk en psychologisch onderzoek.

Zo onderzocht forensisch arts Maartje Goudswaard een Ethiopische vrouw, die vertelde dat haar man bij het Oromo Liberation Front zat. ‘De IND vond haar verhaal ongeloofwaardig, onder andere omdat zij weinig details over deze verzetsgroep kon vertellen. Wij horen vaak dat mensen die in de oppositie zitten details niet met hun vrouw of andere naasten delen.’

De vrouw vertelde in de gevangenis door verkrachtingen een miskraam gekregen te hebben en op haar benen geslagen te zijn met wapenstokken.

Goudswaard: ‘We constateerden veertig littekens op haar benen.’ Na haar vrijlating duurde het enkele jaren voordat ze erin slaagde Europa te bereiken. Ze moest zware arbeid verrichten in Soedan en Libië en werd meerdere keren verkracht door mensenhandelaren. ‘Bij het onderzoek ontdekten we dat ze buikpijn, plasklachten en pijn in het genitale gebied had, waarvoor geen lichamelijk oorzaak gevonden werd. Hiervan kan seksueel geweld de oorzaak zijn.’ Nadien kreeg ze toch een verblijfsvergunning. Het is onbekend wat er met haar man gebeurd is.

 

Vrijwillig

Het was een van de twintig onderzoeken die Goudswaard de afgelopen twee jaar deed. Per rapportage is ze gemiddeld veertig uur kwijt. Het onderzoek zelf duurt zo’n vier à zes uur. Naast haar baan bij de GGD werkt ze twee dagen in de week als staflid bij iMMO. Dat geldt ook voor klinisch psycholoog en psychotherapeut Elsbeth Kors, die daarnaast ‘mental health check ups’ doet bij de politie. Deze onderzoeken zijn goed als vangnet voor mensen die erdoor glippen, zeggen de rapporteurs. Voor het IND-verhoor hebben asielzoekers al een korte medische check gekregen om te controleren of ze in staat zijn hun verhaal te vertellen.

‘Na elk onderzoek moet ik echt even bijkomen. Daarom is goed om dit niet fulltime te doen’, zegt Goudswaard. ‘Je beschermt jezelf wel een beetje door niet alle details te onthouden’, gaat Kors verder, ‘al blijven sommige verhalen je toch bij.’

 

Niet meer voetballen

Het verhaal van de jongen van dertien jaar uit een Afrikaans land bijvoorbeeld, wiens vader bij het verzet zat. In de gevangenis zat hij in een cel naast zijn moeder en drie zussen. ‘Hij vertelde dat ze hem sloegen en dat hij zijn moeder en zussen hoorde gillen terwijl ze verkracht werden’, herinnert Kors zich. ‘Ze werden uiteindelijk vrijgelaten en slaagden erin te vluchten. Tijdens de reis door de woestijn raakten de jongen en zijn vader de moeder en zussen kwijt. Nadat zijn vader in Libië op de boot was gestapt, bleek dat de jongen er niet meer bij paste. Later hoorde hij dat zijn vader verdronken was. Waar zijn moeder en zussen zijn, weet hij niet.’ Hij vertelde haar dat hij zich sinds zijn gevangenschap boos voelde, slecht sliep en geen interesse meer had in voetballen of andere spelletjes. Ook zijn verhaal werd door de IND ongeloofwaardig geacht, maar na uitgebreid onderzoek van het iMMO kreeg hij toch asiel.

Voor getraumatiseerde mensen kan het moeilijk zijn een coherent verhaal te vertellen omdat ze vaak aan concentratie- en geheugenverlies lijden. ‘Als je zelf nooit een trauma meegemaakt hebt, denk je: dat herinner je je toch?’ zegt Kors. ‘Maar op zo’n moment krijg je juist een bewustzijnsvernauwing. Het kan dan heel lastig zijn om herinneringen op het juiste moment, in de juiste volgorde op te halen. Of mensen hebben last van geheugenverlies doordat ze gedrogeerd waren of op het hoofd geslagen. De IND stelt hele hoge eisen aan het geheugen.’

 

Drempel over

Aan het begin van het onderzoek proberen Kors en Goudswaard een band op te bouwen met hun cliënt. ‘We vragen naar iemands achtergrond, jeugd, school, enzovoort’, vertelt Goudswaard. ‘We kijken per persoon wat werkt. Sommigen hebben liever eerst het lichamelijk onderzoek en vertellen dan over hoe ze aan hun littekens zijn gekomen.’ Vervolgens vragen de rapporteurs door op details: Wat is er toen gebeurd, en toen? Waar gingen je nachtmerries over?

‘De meeste mensen moeten nogal een drempel over’, zegt Goudswaard. ‘Ze zijn overgehaald door hun advocaat om nogmaals hun verhaal te vertellen en hebben soms van tevoren drie nachten niet geslapen.’ De meest natuurlijke reactie is om niet te willen praten over traumatische ervaringen, legt ze uit. In veel landen is het bovendien ongebruikelijk of te beschamend om erover praten. Sommige mensen klappen tijdens het onderzoek dan ook helemaal dicht, anderen krijgen een heftige herbeleving of zelfs psychotische symptomen.

‘Iemands lichaamstaal zegt ook heel veel’, vertelt Kors. ‘We noteren als iemand opeens wit wegtrekt, gaat zweten of trillen. Of als er opeens geen contact meer met iemand te krijgen is of iemand langs je heen kijkt.’

 

Littekens

Kors en Goudswaard vertellen dat de meeste mensen die zij spreken gevlucht zijn omdat zij, of vaak hun familieleden, in de oppositie zaten, omdat ze tot een vervolgde minderheid behoren of vanwege hun seksuele geaardheid. Anderen vluchtten voor oorlog of omdat ze wilden ontkomen aan een gedwongen huwelijk.

De meerderheid van de cliënten in de afgelopen vier jaar vertelde te maken te hebben gehad met seksueel geweld. Psychische dreiging kwam ook veel voor, gevolgd door brandwonden, lange tijd in een oncomfortabele positie gedwongen worden, eenzame opsluiting, stok- of zweepslagen op de voetzolen en waterboarding. Afgelopen jaar kwamen de meeste aanvragen van mensen uit Afghanistan, Ethiopië, Iran en Soedan. Volgens Amnesty International wordt er nog in 141 landen gemarteld.

Het iMMO kan alleen aan een onderzoek beginnen als er medische klachten zijn waarvan de cliënt zegt dat ze het gevolg zijn van marteling of inhumane behandeling. Dat kunnen zowel lichamelijke als psychische klachten zijn. ‘Wij doen ons best om een zorgvuldige afweging te maken’, zegt Kors. ‘De ernstigste gevallen komen bij ons. Daarom is er meestal een verband tussen de klachten en de martelingen.’ Als iemand bijvoorbeeld lange tijd opgehangen is aan zijn armen en daar littekens heeft, is het verband natuurlijk duidelijker dan als er psychische klachten zijn. Vaak zijn er psychosomatische klachten, lichamelijke klachten die een psychische oorzaak hebben.

 

Flashbacks

‘Ze sloegen ons met harde voorwerpen verpakt in lakens en kussen, om geen sporen van marteling achter te laten’, vertelt Moses Atacon. ‘Marteling is verboden in Oeganda, maar het gebeurt veel.’ Hij hield er verschillende psychische klachten aan over. ‘Ik slaap vaak maar drie uur, heb last van flashbacks, paniekaanvallen, kan me moeilijk concentreren.’ Een aantal van zijn Oegandese vrienden in Nederland heeft vergelijkbare dingen meegemaakt. ‘Het is geen toeval dat we allemaal alleenstaand zijn.’ Een van zijn vrienden werd onder dwang kindsoldaat en drinkt nu veel en is vaak agressief.

Zelf stort Atacon zich graag op zijn werk. Bij zijn klussen als tolk bij het Internationaal Hof van Justitie in Den Haag hoort hij veel dezelfde soort verhalen als de zijne. ‘Dat is af en toe wel moeilijk.’ Verder is hij vrijwilliger bij de organisatie The Hague Peace Projects en is nog actief op sociale media tegen de Oegandese regering. Ook in Nederland heeft hij het gevoel niemand te kunnen vertrouwen. ‘Misschien huurt de Oegandese ambassade iemand in om mij te vergiftigen. Dat is al vaker gebeurt in Europa.’

Kors en Goudswaard zien bij hun cliënten ook vaak slaapproblemen, relatieproblemen, wantrouwen en alcohol- en drugsgebruik om herinneringen te onderdrukken. Ook concentratieproblemen komen veel voor, waardoor mensen bijvoorbeeld hun opleiding niet kunnen afmaken. Kinderen plassen vaak nog op hoge leeftijd in hun bed, kunnen niet meekomen op school en hebben gedragsproblemen.

 

Hulp zoeken

De doorstroom van getraumatiseerde vluchtelingen naar psychologische zorg is echter slecht. Veel van hen weten de weg naar hulp niet te vinden of zien naar een psycholoog gaan als een schande of toegeven dat je gek bent.

‘Alleen in extreme situaties accepteren vluchtelingen hulp, als het al te laat is’, is ook de ervaring van Atacon. ‘We zijn eraan gewend om met stress te leven en alles binnen te houden. Naar een psycholoog gaan is duur en er is een taalbarrière.’ Hij spreekt liever over zijn ervaringen tijdens lezingen op scholen en door erover te schrijven op zijn blog. ‘Martelingen veranderen je leven op een ingrijpende manier’, benadrukt hij. ‘Het is hoe dan ook moeilijk ervan te herstellen.’

 

iMMO: Instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek

 

iMMO levert een bijdrage aan de bescherming van mensenrechten, in het bijzonder door het uitvoeren van onderzoeken van vermoede slachtoffers van marteling en inhumane behandeling. Deze onderzoeken vinden plaats in de context van een asielprocedure en worden verricht door vrijwillig werkende artsen en psychologen. Men gaat daarbij in op het causale verband tussen de medische bevindingen en het gestelde asielrelaas.

Behalve forensisch medische onderzoeken biedt iMMO advies en consultatie aan professionals met vragen op het gebied van medische aspecten in onder meer de asielprocedure. iMMO verzorgt ook trainingen, bijvoorbeeld over de vroegsignalering van slachtoffers van marteling en inhumane behandeling.

www.stichtingimmo.nl

 

 

Referentie: 
Thessa Lageman | 2018
In: Impact magazine: over de psychosociale gevolgen van ingrijpende gebeurtenissen, ISSN 2543-2591 | [2] | 2 | juli | 10-13
https://oorlog.arq.org/over-ons/ons-tijdschrift
Trefwoorden: 
Asielprocedure, asielzoekers, Instituut voor Mensenrechten en Medisch onderzoek (iMMO), martelingen, psychotrauma (nl), vluchtelingen, zwijgen