Identification in the Lockerbie air disaster

Abstract

In the aftermath of the Lockerbie air disaster, identification of the victims (plane occupants and local residents) was established by two primary methods: odontology and dactylography. Scottish law requires corroboration of evidence of identity, so both primary methods were used whenever possible, with further evidence occasionally derived from the matching of physical characteristics, personal effects and details from past medical records. Of the 270 victims, 253 were positively identified. Of these, 209 were identified with the aid of odontology.

Psychosocial research in traumatic stress: an update

Abstract

This report presents an update of psychosocial research in the traumatic stress field, presenting an overview of recent studies in several areas: the epidemiology of traumatic events and of PTSD in the general adult population, other diagnoses associated with trauma exposure and PTSD, the course and longevity of PTSD symptomatology, and risk factors for the diagnosis. Other areas of increasing interest and focus are briefly noted.

The impact of the Amsterdam aircraft disaster on reported annoyance by aircraft noise and on psychiatric disorders

Abstract

BACKGROUND:

On 4 October 1992 a plane crashed on the south-eastern (SE) borough of Amsterdam. This study examines the effects of this disaster on the reported annoyance caused by aircraft noise and on psychiatric disorders measured by the General Health Questionnaire (GHQ), in an ongoing Health Interview Survey (HIS).

METHODS:

In the HIS 5092 people were interviewed; 1006 before the accident and 305 in the SE borough. Odds ratios (OR) were computed comparing the period before the disaster with the 8 months thereafter.

RESULTS:

Patients with medically unexplained symptoms

Abstract

Numerous patients in hospital medicine present with physical symptoms but can be given no substantive medical diagnosis. In this article we describe certain characteristics and management problems associated with this difficult group of patients and propose effective approaches to management.

Voorkom omstanderhouding: Hulpverlening aan pestslachtoffers

Pesten op het werk – in de wetenschappelijke literatuur ‘mobbing’ genoemd – is vijandig, vernederend of intimiderend gedrag, dat gericht is op steeds dezelfde persoon. Het gebeurt vaak en gedurende lange tijd. De persoon die het doelwit is, kan zich er moeilijk tegen verweren (Hubert, 1999). Er is bij pesten per definitie sprake van een machtsverschil. Dit kan een hiërarchisch machtsverschil zijn, maar kan ook te maken hebben met andere machtsbronnen, zoals een verbaal, fysiek of een sociaal machtsverschil, waarbij een enkeling gepest wordt door een hele groep.

Agressie op de werkvloer

”Apothekersassistenten vaker geconfronteerd met agressie”, “Twee conducteurs in trein mishandeld door zwartrijder”, ”Een derde van politiemensen heeft te maken met agressie”. De kranten staan er bol van: agressie op de werkvloer. Maar hoeveel werknemers hebben hier nu daadwerkelijk mee te maken? Welke werknemers lopen het grootste risico? Zijn er de laatste jaren meer of juist minder agressie-incidenten? Welke impact heeft agressie op het leven van het slachtoffer? En op de organisatie? Hoe groot is de behoefte aan maatregelen?

Pagina's