Scheiding en rouw

1    Inleiding

In de konfrontatie met oorlogsslachtoffers worden wij steeds gesteld voor de vraag wat de essentie is van aantasting van het geestelijk evenwicht, in het bijzonder van de mens die gedurende kortere of langere tijd aan de destruerende invloeden van de stress van “man-made disasters” in het algemeen en die van vrijheidsberoving in het bijzonder werd geëxponeerd.

Antisemitisme in Nederland, vlak na de bevrijding: een onderzoek naar negatieve reacties van niet-joden op terugkerende joden in de zomer van 1945

 Eén van de vragen die in de zogenaamde Historikerstreit in Duitsland centraal staan, is die naar de uniciteit van de Holocaust. De Holocaust als breuk in de geschiedenis. In Nederland speelt een andere, maar vergelijkbare discussie onder historici over de vraag of de Tweede Wereldoorlog een breuk in de Nederlandse geschiedenis vormt. In het populaire spraakgebruik heet het dat een bepaalde gebeurtenis ’’vóór de oorlog” of ”na de oorlog” plaats vond. De bevrijding van Nederland is in documentaires, boeken en films verbeeld als een ’finale’, waarna alles anders zou worden.

In gesprek met prof. dr. H.M. van der Ploeg

Een hoogleraar in de psychotraumatologie door oorlog en geweld: dat is een wens die al lang van allerlei kanten naar voren is gebracht en die op 1 mei van dit jaar in vervulling is gegaan met de benoeming van dr. H.M. van der Ploeg.

Lichamelijke klachten na georganiseerd geweld - een psychosomatische benadering

De hulpvraag van oorlogs- en geweldsslachtoffers is vaak weinig gedifferentieerd. Het verduidelijken van die hulpvraag en de verdere analyse ervan vragen in het algemeen een breed georiënteerde geneeskundige benadering. Nu blijkt uit de gepresenteerde psychische en/of somatische pathologie lang niet altijd dat er sprake is van een geweldservaring in het verleden. Bovendien wordt dit ook vaak verzwegen. Het opsporen van deze relatie vergt daarom nogal eens vasthoudendheid en inventiviteit naast steeds noodzakelijke voorwaarden als empathie, sensitiviteit en een goede gesprekstechniek.

Er werkelijk voor open staan: signaleren en begeleiden van slachtoffers van geweld in de huisartsenpraktijk

Nog onlangs is uit een bescheiden onderzoek gebleken dat zélfs huisartsen die geïnteresseerd zijn in het probleem van sexueel geweld binnen het gezin, de signalen daarvan in hun eigen praktijk nauwelijks opvangen (Aussems e.a. 1988). Datzelfde blijkt overigens het geval te zijn bij alle lagen van de hulpverlening. Waar ligt de oorzaak? Is het de angst zich te moeten begeven in een moeilijk hanteerbare probleemsituatie? Vallen de gevolgen van geweld buiten het gezichtsveld van de hulpverlening?

Klachten van vluchtelingen in de huisartsenpraktijk

Sinds 1970 zijn er ongeveer 20.000 vluchtelingen in Nederland komen wonen. Een groot deel hiervan kwam naar Nederland op uitnodiging van de Nederlandse regering (bijv. Latijns-Amerikaans, Vietnamezen, Iraniërs). Anderen kwamen op eigen initiatief en vroegen in Nederland asiel aan (bijvoorbeeld Iraniërs, Koerden, Eritreërs, Ethiopiërs, Syriërs, etc.).

De verwerking van geweldservaringen en het ontstaan van verwerkingsstoornissen: een integratieve benadering

Inleiding

Geweld is een schokkende ervaring. Het impliceert het toebrengen van fysiek leed, het misbruiken van macht en het inbreuk maken op de persoonlijke vrijheid. Een mens die geweld ondergaat wordt gedegradeerd tot een objekt. Die ervaring is zo ingrijpend dat de getroffene nog lang na afloop emotionele en lichamelijke gevolgen ervaart en slechts met pijn en moeite aan de gebeurtenis kan denken.

Het getraumatiseerde gezin. Oorlogsgetroffenen en hun gezinsleden

Een samenleving die door een ramp getroffen wordt, vertoont een karakteristieke reaktie (Kleber, Brom, Defares 1986). Eerst is er veel hulp en zorg voor de slachtoffers; maar na enige tijd verflauwt de aandacht en gaat men over tot de orde van de dag.

Als de hulp wordt beëindigd, zijn de meeste slachtoffers de gevolgen van het geweld nog lang niet te boven gekomen. Uit het isolement dat vervolgens rond hen ontstaat, blijkt op pijnlijke wijze dat er een discrepantie is tussen individuele en kollektieve verwerking.

Pagina's