Bill Minco werd als zeventienjarige joodse scholier opgepakt en samen met zeventien anderen in 1941 ter dood veroordeeld vanwege zijn betrokkenheid bij de verzetsgroep de Geuzen.
Hij is een van de achttien uit het gedicht De achttien dooden van Jan Campert. Omdat Minco minderjarig was kreeg hij levenslange tuchthuisstraf.