Angststoornissen

Bijdragen: Interpersoonlijke processen in sociale angststoornis, Marisol J. Voncken / Bloosangst: onderliggende mechanismen en daarop gebaseerde inteventies, Corine Dijk en Peter J. de Jong / Nieuwe ontwikkelingen in de cognitieve gedragstherapie voor de obsessieve-compulsieve stoornis, Mariska Mantione, Charlotte Molenaar, Arnoud van Loon en Damiaan Denys / Vermeende contra-indicaties voor (imaginaire) exposurebehandeling voor PTSS onder de loep, Agnes van Minnen, Melanie S.

Over cliënten die voortijdig stoppen met de behandeling van PTSS

Het percentage cliënten dat voortijdig stopt met de behandeling van PTSS varieert nogal tussen interventies, maar is gemiddeld genomen 18%. Onder behandelaars heerst de opvatting dat een behandeling gericht op verwerking van het trauma het risico op uitval van cliënten verhoogt. Uitkomsten van een meta-analyse van Imel en collega’s (2013) laten zien dat deze overtuiging niet klopt. Daarentegen waren groepsgerichte behandeling en een groter aantal sessies wel voorspellers van een toename in uitval.

 

‘Rugdekking van een buddyhond'. Honden met een missie voor veteranen met PTSS

Een specifieke groep veteranen lijkt baat te hebben bij een buddyhond. Wat is een buddyhond? En wat kan een buddyhond betekenen voor getraumatiseerde veteranen? Wat is het effect van buddyhonden voor veteranen met pTss? Michaela schok sprak over dit nieuwe fenomeen met twee experts. Hoofdinstructeur KNGF geleidehonden Kees Tinga traint buddy-honden voor veteranen en vertelt gepassioneerd...

Psychiater Aram Hasan: 'Sociale integratie is cruciaal voor getraumatiseerde vluchtelingen'. Psychiater Aram Hasan

Welke gezichten gaan er schuil achter de hardwerkende behandelaren van psycho-trauma, wat zijn hun drijfveren, waarom kozen ze voor het vak en waardoor zijn ze beïnvloed? Jeroen Knipscheer interviewt Aram Hasan, psychiater bij stichting centrum '45.

 

De rol van traumagerichtheid in therapie: laten we onze patiënten onnodig lijden?

De richtlijnen wijzen steevast naar traumage-richte therapieën, zoals traumagerichte cognitieve gedragstherapie (TF-CGT) en Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) als 1e keus behandelingen, maar kloppen de richtlijnen wel? Volgens Benish en collega’s (2008) maakt het niets uit welke therapie we inzetten. De uitkomsten van hun onderzoek leidden tot een felle discussie met grote namen aan beide fronten.

 

PTSS volgens de nieuwe DSM-5: zin of onzin?

Op basis van heel recent Amerikaans onderzoek lijkt 30.3% van de veteranen en 5.4% van de algemene populatie in de VS in aanmerking te komen voor een Posttraumatische Stress Stoornis (PTSS) diagnose volgens de nieuwe DSM-5 criteria. In vergelijking met de DSM-4 criteria (respectievelijk 39.9 en 9.8%) zijn deze percentages beduidend lager. Deze verschillen in prevalentie roepen de nodige vragen op over de onderliggende structuur van het concept PTSS. Wat zijn bijvoorbeeld de belangrijkste verschillen in de diagnose PTSS tussen de DSM-4 versus DSM-5?

Vernieuwende inzet van ervaringsdeskundigheid LIVE : Evaluatieonderzoek in 18 ggz-instellingen

 

Ervaringsdeskundigheid, herstel en herstelondersteuning hebben de laatste jaren steeds meer een prominente plek op de agenda's van alle ggz-instellingen. Op veel plaatsen wordt gezocht naar manieren om ervaringsdeskundigheid toe te passen in de praktijk van de zorg. Deze ontwikkelingen zijn in gang gezet door de activiteiten van de cliëntenbeweging en van spraakmakende ervaringsdeskundigen.

Online Veteranenpanel: begrip, waardering en contact, deelrapportage over veteranen met veel behoefte aan steun en nazorg/ Yvon de Reuver

In mei 2011 publiceerde het Veteraneninstituut (Vi) de rapportage van de eerste peiling van het Online Veteranenpanel. Dit panel wordt, in opdracht van het Vi, beheerd door Blauw Research. Deze eerste peiling was gericht op opvattingen, wensen en behoeften van veteranen wat betreft erkenning en zorg. Op verzoek van De Basis is een analyse gemaakt van de uitkomsten van deze peiling, specifiek...

Impact van suïcide op GGz-medewerkers

Het boek opent met een 21-tal interviews met personen uit verschillende disciplines binnen de GGz die beroepshalve te maken hebben (gekregen) met gevallen van suïcide. Dan volgen een aantal vakgerichte beschouwingen op het gebied van rouwverwerking, trauma en impact en over de opvang en begeleiding van personen die beroepshalve met suïcide te makene krijgen. Tot s,ot wordt het KKC-model besproken...

Pagina's