Wetenschappelijk onderzoek leidt tot resultaten. Maar je moet beweringen op basis van die resultaten (bijvoorbeeld in de krant) niet klakkeloos aannemen. Het is belangrijk dat je kunt zien op welke gegevens de conclusies gebaseerd zijn. De onderstaande 14 punten kunnen je helpen om de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek te beoordelen. In de zijpanelen kun je lezen waarom. 

Alarmbellen bij de opzet van het onderzoek

1 Kleine steekproef

2 Niet representatieve steekproef

3 Geen controlegroep

4 Onvergelijkbare controlegroep

Jeroen Knipscheer werkt als behandelaar en onderzoeker bij ARQ | Centrum’45, een landelijke ggz-organisatie voor behandeling van psychotrauma. Hij behandelt daar voornamelijk patiënten met een migratieachtergrond. Daarnaast werkt hij parttime aan de Universiteit Utrecht bij Klinische Psychologie. Zijn expertise ligt op het terrein van culturele sensitiviteit bij CGT.

Joost en Yonda spreken prof. dr. Bessel van der Kolk. Bessel van der Kolk is een Amerikaanse traumaspecialist en auteur van de bestseller ‘Traumasporen’ (The body keeps the score).

Aflevering 5  de reeks is "Joost en Yonda Trauma Show"

Ga na of het kind of de adolescent een traumatische of stressvolle gebeurtenis heeft meegemaakt, en of er sprake is van symptomen van PTSS. Dit kan met één van onderstaande screeningsinstrumenten. Geadviseerd is om deze lijsten tenminste 4 weken na het meemaken van een (mogelijk) traumatische gebeurtenis in te zetten