De hulpvraag van oorlogs- en geweldsslachtoffers is vaak weinig gedifferentieerd. Het verduidelijken van die hulpvraag en de verdere analyse ervan vragen in het algemeen een breed georiënteerde geneeskundige benadering. Nu blijkt uit de gepresenteerde psychische en/of somatische pathologie lang niet altijd dat er sprake is van een geweldservaring in het verleden. Bovendien wordt dit ook vaak verzwegen. Het opsporen van deze relatie vergt daarom nogal eens vasthoudendheid en inventiviteit naast steeds noodzakelijke voorwaarden als empathie, sensitiviteit en een goede gesprekstechniek.