Rampenspirit: gestructureerd improviseren
MeetingMoreMinds
In de afgelopen vijftien jaar is Nederland getroffen door verscheidene grote rampen. De Bijlmerramp 0992), de vuurwerkramp in Enschede (2000) en de cafébrand in Volendam (2001) staan in het geheugen gegrift. Andere rampen, zoals de vliegramp in Faro 0992), het ongeluk met de Hercules 0996), de uitbraak van legionella 0999) en de vliegramp op Zanderij 0989) hebben in veel levens hun sporen nagelaten. Onlangs trof de Tsunami, op tweede kerstdag 2004 in Zuid-Oost Azië, ook honderden Nederlanders. Naast deze 'klassieke rampen’ zijn er ook andere crises. Terrorisme is na de aanslagen in Madrid en Londen dichtbij gekomen. De dreiging alleen al kan voor toenemende angst en stress zorgen. Terrorisme ontwricht de samenleving als geheel en vraagt om een antwoord dat zich hiertegen wapent. Dierziekten, al dan niet met directe gevolgen voor de lichamelijke gezondheid van mensen, bedreigen de wereldvolksgezondheid. Grootschalige uitbraken van infectieziekten zoals SARS, een dreigende grieppandemie. Deze crises vragen om nieuwe inzichten voor de zorg aan getroffenen. Het ontwikkelen van ondersteunende structuren en netwerken tussen sleutelfiguren en relevante organisaties is een belangrijke factor die de veerkracht van mensen kan ondersteunen.
Rampen, crises en calamiteiten
Als grootschalige, overweldigende, ingrijpende gebeurtenissen vragen rampen en crises van hulpverlenende organisaties een extra inzet en coördinatie.
Voor de getroffenen zijn de gevolgen vaak zeer verstrekkend. Van het één op het andere moment is het gevoel van veiligheid weggeslagen, op een manier die mensen zich van te voren niet hadden kunnen voorstellen.
Rampen zijn gebeurtenissen die buiten de 'normale' menselijke ervaringen vallen. Mensen worden overvallen door intense angst, confrontatie met leed, afschuw, hulpeloosheid, wanhoop, verdriet en rouw. Men raakt bezittingen kwijt, verliest de vertrouwde veiligheid in de buurt, het sociale netwerk, de alledaagse routine. Het leven staat op zijn kop.
Zorg na rampen
In Nederland is er onder invloed van de nasleep van de Bijlmerramp een grote inspanning geleverd om beter voorbereid te zijn op komende rampen. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de bestrijding van een ramp, zowel in de acute fase, als ook voor de nazorg op langere termijn en de wederopbouw.
1 rampenspirit: een netwerkbenadering 11
2 bepalende factoren en verschillen in aanpak 17
3 vaststellen van relevante thema's 21
4 samenwerking met de overheid thema i 23
5 handreiking voor gemeenten 27
6 diversiteit in religie, levensbeschouwing en cultuur thema 2 33
7 competenties en professionalisering thema 3 36
8 vrijwilligers binnen levensbeschouwelijke organisaties thema 4 39
9 handreiking voor geestelijk verzorgers en geestelijk leiders 42
bijlagen
1 relevante organisaties landelijk 57
2 project 'religie- en cultuurspecifieke geestelijke verzorging
bij grootschalige rampen en ongevallen’ in Rotterdam 63
3 deelnemers en deelnemende organisaties 66
"Net na de ramp had ik meer ondersteuning verwacht vanuit mijn eigen gemeente Men kwam wel maar ik voelde mi ij niet ondersteund Ze wisten niet wat ze voor mi ij moesten doen Voor hen was het natuurlijk ook zwaar Zij waren ook getroffenen Maar wees eerlijk naar mijl Zeg dat je het ook niet weet, maar wees er voor mi ijl Sla een arm o mi mi ij heen
Lange tijd daarna kwam ik in contact met een dominee Hij zei 'Ik kan niet voelen wat jullie voelen maar ik wil er wel voor jullie zijn Hij kwam en hij bleef komen Hij was er gewoon Die nabijheid, dat vraagt durf en kracht, en dat had hij En dat sterkte mi ij "
Moeder die haar 2 kinderen bij een ramp verloor
"Alleen en ook door het praten met mijn gezin erover lukt het mie niet o mi het verwerkingsproces te bevorderen Ik heb hulp en rust nodig De hulp van godsdienst, fgih, traditionele genezing en culturele rituelen"
Uitspraak Marokkaans-Nederlandse getroffene Vuurwerkramp
Hiermee wordt voorzien in zowel het herstel van de materiële als de immateriële schade.
Voor de geneeskundige processen bij rampen en crisis beschikken de 25 veiligheidsregio's in Nederland over de structuur van de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen, de CHOR. Hieronder valt ook de Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen, de PSHOR.
Veerkracht
Niet alleen de rampen- en crisesbestrijdingsorganisaties worden actief bij een crisis. Het duurt enige tijd voordat deze organisaties volledig operationeel zijn. In de tussentijd redden en verzorgen mensen elkaar, bieden troost, nemen buurten en gemeenschappen het heft in handen, en op de langere termijn ontstaan er zelforganisaties van getroffenen. Deze sociale steun is een belangrijke factor in het natuurlijke herstel en dient gestimuleerd en aangemoedigd te worden (Bisson, 2005).
Psychosociale zorg is dan ook niet alleen gericht op individuen. Sleutelfiguren binnen een gemeenschap hebben een belangrijke functie in het bijeen houden van de gemeenschap. Geestelijken en andere spirituele leiders kunnen hierin een belangrijke rol vervullen. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat na een ramp 75% van de getroffenen op eigen kracht, met steun uit de eigen omgeving herstelt. Mensen tonen zich veerkrachtig. Het is voor de zorg na rampen van belang om deze veerkracht en het natuurlijke herstel te bevorderen en medicalisering te voorkomen.
Na een ramp lijdt een kwart van de getroffenen nog jarenlang lichamelijk en/of psychisch onder de gevolgen van een ramp (Morgan et al, 2003).
Voor deze getroffenen duren de gevolgen van rampen veel langer dan men denkt. Zij hebben baat bij professionele hulpverlening. Ook organisaties voor levensbeschouwing en kerken kunnen hierin een rol hebben, omdat ook zij vaak jarenlang 'trouw' blijven aan mensen in nood.
Zorg na rampen is niet alleen gericht op direct getroffenen en hun nabestaanden of verwanten maar ook op hen die beroepsmatig betrokken zijn bij de ramp, reddingswerkers en hulpverleners. Autoriteiten en leidinggevenden bij de rampenbestrijding mogen hierbij niet vergeten worden. Ook zij kunnen behoefte hebben aan psychosociale zorg of geestelijke verzorging.
Geestelijke verzorging bij rampen
De ervaring leert dat geestelijke verzorging zowel in de acute fase van een ramp als op de lange termijn een belangrijke aanvulling kan zijn op de reguliere zorg na rampen. Ze heeft een eigen karakter, is een 'vrijplaats', en ondersteunt met de haar ter beschikking staande mogelijkheden (menskracht, kerkgebouwen en gebedshuizen, rituelen en symbolen, herdenkingen en uitvaarten, pastorale zorg bij mensen thuis, rouw- en lotgenotengroepen, diaconaat, netwerk) de veerkracht en vitaliteit van getroffenen en getroffen gemeenschappen. De sleutelfiguren zijn dus vaak vertrouwd met de bestaande noden in de gemeenschap, wat het bieden van steun vergemakkelijkt.
Ook mensen die niet kerkelijk betrokken zijn hebben na een ramp vaak te kampen met zingevingvragen en behoefte aan rituelen, symbolen en herdenkingen. Ook hiervoor hebben deze organisaties een aanbod.
Geestelijke verzorging richt zich met name op zingevingvragen en spiritualiteit. Bij rampen en andere gebeurtenissen waar het om leven, ziekte en dood gaat dringen de kernvragen van het leven zich aan mensen op. Verdriet en rouw, wanhoop, ontreddering en lijden staan op de voorgrond.
De 'waarom-vraag', de zingevingvraag komt later aan de orde, al is hij in de acute fase van de ramp al impliciet aanwezig. Mensen zoeken betekenis in de gebeurtenissen die hen overkomen. Dit ondersteunt het controle-herstel, de ervaring kan geordend worden en ingepast in het leven.
De geestelijk verzorger zoekt samen met mensen naar de betekenis, naar de zingeving. Deze betekenis hoeft niet kerk- of geloofsgebonden te zijn.
De geestelijk verzorger sluit aan bij de levensbeschouwing van de getroffene. Geestelijke verzorging kan aangeboden worden door professionele geestelijk verzorgers, maar ook door geestelijk leiders. Ook vrijwilligers kunnen, mits voorbereid, hun bijdrage leveren.
Om tot een effectieve inzet van deze middelen te komen is het van groot belang dat de geestelijke verzorging een volwaardige, goed geoutilleerde plaats heeft binnen de zorg na rampen. Gezien de multiculturele samenstelling van Nederland is het van belang deze geestelijke verzorging zo breed mogelijk te organiseren. Daarom zullen vertegenwoordigers van diverse religies en levensbeschouwingen betrokken dienen te zijn.
In het Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uit 2003 worden de volgende gemeentelijke processen in verband gebracht met geestelijke verzorging: Opvang en Verzorging, Uitvaartverzorging en Nazorg. In verschillende gemeenten in Nederland is de geestelijke verzorging al opgenomen in de gemeentelijke rampenplannen. Deze successen zijn een voorbeeld voor anderen.
Knelpunten
In de praktijk is het structureel betrekken van de geestelijke verzorging bij de rampenhulpverlening een complexe zaak. Ten eerste moeten gemeenten of (CHOR-) regio's worden aangesproken en aangespoord om de kerken en andere organisaties voor levensbeschouwelijke en geestelijke verzorging op te nemen in het rampenplan. De eerste vraag die voor ligt is binnen welk deelproces binnen het rampenplan dit het beste op zijn plaats is.
Zowel het deelplan 'Opvang en Verzorging’, 'Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen’, 'Nazorg'en eventueel 'Uitvaartverzorging'zijn hiervoor aangewezen. Zeker voor grote gemeenten met een diversiteit in bevolkingsopbouw en de daarmee gepaard gaande diversiteit van geloofsgemeenschappen - zo zijn er bijvoorbeeld in Amsterdam ongeveer 180 geloofsgemeenschappen actief - is het niet duidelijk wie het aanspreekpunt voor de overheid binnen deze gemeenschappen is, welk aanbod zij hebben binnen de hulpverlening bij rampen en hoe zij samenwerken. In kleinere gemeenten is het overzichtelijker welke organisaties relevant zijn en hoe deze te betrekken zijn.
Daarnaast zullen de levensbeschouwelijke organisaties en kerken ook zélf de beschikking dienen te krijgen over een vorm van een rampenplan of draaiboek om zowel de samenwerking met de plaatselijke overheid en de andere betrokken disciplines als de eigen interne gang van zaken vorm te geven.
Het gaat dan niet alleen om het openstellen en bemannen van kerkgebouwen, alarmering, communicatiemiddelen, het contact met de media en dergelijke. Ook inhoudelijke zaken zoals het organiseren van herdenkingsdiensten, aanbieden van symbolen en rituelen, inzamelingsacties, opleiding, training en ondersteuning van pastores en kerkelijke vrijwilligers moeten vastliggen.
Dit proces om tot een draaiboek te komen vraagt een grote inspanning van de plaatselijke kerken die grotendeels op vrijwilligers draaien en van de professionele instanties die hen ondersteunen. Voor hen is een lezenswaardige brochure beschikbaar (Ruff, 2002) uitgegeven door Kerkinactie, dat werkzaam is namens de Protestantse Kerk in Nederland en een tiental kleinere kerken en oecumenische organisaties.
Rampenspirit
Op verzoek van het ministerie van BZK1 zet Impact in het voorjaar en de zomer van 2005 een traject op dat voor bovenstaande knelpunten oplossingen aandraagt. De basis hiervoor is een aantal succesvolle manieren die gemeenten hebben gevonden om kerken en andere levensbeschouwelijke instellingen bij de zorg rond rampen te betrekken. Een netwerkbenadering staat in dit traject centraal, ondersteund door MeetingMoreMinds. Vertegenwoordigers van organisaties voor levensbeschouwing, geestelijk
verzorgers en vertegenwoordigers van gemeenten, hulpverleningsorganisaties en het Ministerie van VWS en BZK komen bij elkaar om bruggen te bouwen tussen de verschillende religies en culturen onderling en van kerkelijke en levensbeschouwelijke organisaties enerzijds en openbaar bestuur anderzijds. Zo krijgt de geestelijke verzorging al netwerkenderwijs een plaats in de rampenplannen.
Leeswijzer
In het eerste hoofdstuk van deze rapportage maakt u kennis met de netwerkbenadering die dit project heeft vormgegeven.
Vanaf hoofdstuk 2 vindt u de inhoudelijke uitwerking van het project, aan de hand van 4 thema's: Samenwerking met de overheid, Diversiteit in religie, levensbeschouwing en cultuur, Competenties en professionalisering en Vrijwilligers binnen levensbeschouwelijke organisaties.
Thema 1, de samenwerking met de overheid mondt uit in een handreiking voor gemeenten, die u kunt herkennen aan de lichtrood gekleurde pagina's. De uitwerking van de thema's 2, 3, en 4 zijn vooral relevant voor de organisaties voor geestelijke verzorging en levensbeschouwing. Deze thema's leiden tot een handreiking voor geestelijk verzorgers en geestelijk leiders.
We eindigen met aanbevelingen, die het fundament zijn voor de agenda voor de komende tijd.
In de bijlagen vindt u de deelnemers en deelnemende organisaties, de referenties en een overzicht van relevante literatuur.
Tot slot
Deze rapportage is net zo veelvormig en kleurrijk als de vele deelnemers aan het Rampenspirit- traject. Het levert geen blauwdruk op voor burgerlijke gemeenten en het is geen handboek geestelijke verzorging. Wel vindt u hier een analyse van de knelpunten, praktische oplossingen en concrete adviezen om met dit onderwerp aan de slag te gaan, zowel binnen de overheid als binnen uw kerk, gebedshuis of organisatie voor geestelijke verzorging of levensbeschouwing.
We wensen u daarbij veel succes.
Ariëlle de Ruijter (Impact)
Annemieke Roobeek (MeetingMoreMinds)
In november 2003 heeft de gemeente Eindhoven een protocol in werking doen treden dat de geestelijke verzorging onderdeel maakt van het gemeentelijke rampenplan, het proces 'opvang en verzorging Directe aanleiding was de ramp met de Hercules (1996), een transportvliegtuig van de Belgische luchtmacht, met daarin een groot deel van de leden van het fanfare korps van de koninklijke luchtmacht Het vliegtuig crashte op het vliegveld Eindhoven Het protocol is het resultaat van een samenwerking van de Raad van Kerken, de gemeente Eindhoven, de Brandweer, politie en de GHOR Daarnaast werkt ook een aantal moskeeën samen met de Raad om de verlening van geestelijke zorg mogelijk te maken Het protocol treedt in werking wanneer de gemeente hierom vraagt De gemeente alarmeert dan de Dienst Geestelijke Verzorging van het Catharina-ziekenhuis De dienstdoende geestelijk verzorger wordt opgeroepen, er wordt een teamleider aangesteld en afhankelijk van de behoefte gaan er één of meer geestelijk verzorgers aan de slag, bijvoorbeeld in de opvanglocatie
Het protocol is te downloaden op www rvk dse n
1 rampenspirit een netwerkbenadering
Om te kunnen leren van de expertise die bij eerdere rampen is opgedaan en de specifieke inbreng van de verschillende levensbeschouwelijke groeperingen een plek te geven, is er in het project Rampenspirit gekozen voor een netwerkbenadering. De vertegenwoordigers van diverse organisaties dragen individueel een schat aan kennis en ervaring met zich mee. Door deze kennis vooraf te delen en te koppelen ontstaat er een gedeelde kennisbasis plus een basis voor contacten die geraadpleegd kunnen worden voor, tijdens en na een ramp. Door vanuit een netwerkgedachte te werken, kan er snel meer kennis beschikbaar gemaakt worden. Dit maakt het mogelijk om op het moment dat er een ramp plaatsvindt, gestructureerd te kunnen improviseren. Hierbij is van belang dat de interculturaliteit een plaats krijgt. Immers, als een land of een gebied door een ramp getroffen wordt zullen hoogstwaarschijnlijk mensen met uiteenlopende achtergronden en culturen daarbij betrokken zijn. De geestelijke verzorging zal daarom steeds meer vanuit een interculturele insteek de werkzaamheden direct na een ramp moeten gaan opvatten.
Dat laat onveranderd dat na de eerste periode de getroffenen door hun 'eigen' geestelijk verzorgers en geestelijk leiders ondersteund kunnen worden. De interculturele insteek versterkt de behoefte om de uitwisseling in een netwerkverband te doen.
Gedurende de periode mei tot en met oktober 2005 zijn de klankbordgroep en de netwerkteams een aantal maal bijeengekomen. De netwerkteam-sessies hebben telkens een hoge mate van interactiviteit gekend, om zo de aanwezige kennis en kunde aan elkaar door te geven. Dit gebeurde plenair en in subgroepen en daarnaast in werkgroepen die thema's uitwerkten.
Essentieel in de netwerkbenadering is dat iedereen zo volwaardig mogelijk mee kan doen. Vanuit de procesleiding is hier veel aandacht voor geweest door de sessies gevarieerd te laten verlopen en diverse onderwerpen aan bod te laten komen. Het voordeel van deze werkwijze is dat de vaste kern van deelnemers elkaar snel leert kennen, maar ook dat nieuwe deelnemers snel mee kunnen doen en de rode draad van eerdere discussies snel op kunnen pakken. Bovendien werkt het netwerkenderwijs samenwerken een zekere informaliteit in de hand, waardoor de sfeer ontspannen is. Bij een zwaar onderwerp als Rampenspirit is dit niet onbelangrijk. Emoties kunnen snel opkomen wanneer er intensief geluisterd wordt naar ervaringen, maar
ook kan er heel pragmatisch en systematisch gewerkt worden, plus dat er gelachen kan worden. Kortom, de setting waarin het proces is gegoten is in hoge mate bepalend voor hoe de deelnemers zich betrokken gevoeld hebben.
Klankbordgroep
De klankbordgroep werd gevormd door een groep van professionals met veel expertise en stond onder leiding van burgemeester Elfers van gemeente Dalfsen. De klankbordgroep had tot doel de strategische kaders van het project te verkennen. Bovendien heeft de klankbordgroep op basis van haar expertise bijgedragen aan het formuleren van advies in de richting van de beleidskant. Hiertoe is de klankbordgroep twee maal bijeengekomen. Het belang van een adequate inzet en aanwezigheid van geestelijke verzorging na rampen werd benadrukt. Zoals de voorzitter het stelde: "Het genoegen om elkaar te helpen moet worden gemobiliseerd.”
Netwerkteam
Het netwerkteam is drie maal bijeengeweest.
In de eerste bijeenkomst is aandacht besteed aan de meerwaarde die het project volgens de deelnemers kan bieden. Aandachtspunten waren:
• De noodzaak van het adequaat kunnen informeren van levensbeschouwelijke organisaties en geestelijke verzorgers:
• Inzicht krijgen wie waar zit en wie over welke kennis beschikt:
• Onderscheid maken tussen de primaire opvang en de nazorg:
• De 'eigenheid' van iedere geestelijk verzorger of geestelijk leider en de rol die dit speelt in de opvang na een ramp:
• Het verder vormgeven van de geestelijke verzorging na een ramp zonder daarbij in te hoge mate te professionaliseren en op te gaan in de overheidsbureaucratie:
Door de deelnemers is er ook aandacht gevraagd voor het feit dat rampen altijd anders van elkaar zijn, maar dat met name de recente (internationale) rampen niet zonder politieke motieven zijn geweest. Daar waar terrorisme de veroorzaker van een ramp is kan het voor geestelijk leiders extra complex worden om met elkaar in een intercultureel verband de opvang te verlenen.
In dit verband is het wellicht goed om vooral kennis te nemen van de positieve ervaringen die in Londen (juli 2005) opgedaan zijn. Immers, hier waren de getroffenen ook afkomstig uit diverse culturen en was de geestelijke verzorging hierop voorbereid. Op basis van deze aandachtspunten hebben deelnemers vier thema's benoemd die met elkaar uitgewerkt moesten worden.
In de tweede netwerkbijeenkomst hebben de deelnemers zich in 4 groepen gebogen over deze thema's. De uitwerkingen van de deelnemers vormen de basis van de uitwerkingen van de thema's zoals die in deze rapportage zijn opgenomen. Eveneens hebben de deelnemers in deze bijeenkomst op interactieve wijze met elkaar ervaringen gedeeld rondom het thema 'van zingeving en rouw naar veerkracht en vitaliteit'. Door concreet te vragen naar de manier waarop de aanwezige (ervarings)deskundigen om zijn gegaan met het vinden van de omslag naar nieuwe veerkracht bij mensen werden veel voorbeelden naar voren gebracht. Op narratieve, verhalende wijze sprak men over ervaringen en hiermee werd de drempel verlaagd voor deelnemers om de ervaring te delen. Zo werd bereikt dat informatie en niet-formele, gedocumenteerde (ervarings)kennis naar elkaar werd overgebracht. Juist hier is heel veel behoefte aan. Immers, men kan wel allerlei checklisten opstellen, maar in de praktijk doen geestelijk verzorgers veel zaken die ook gebaseerd zijn op gevoel, intuïtie en bovenal medemenselijkheid. Deze zaken zijn in de formele rapportages vaak niet terug te vinden, terwijl ze tijdens de werkzaamheden van de geestelijk verzorgers wel een grote rol spelen en ze voor de getroffenen een groot gevoel van troost en versterking kunnen bieden. Uit het feit dat de (ervarings)deskundigen die aan Rampenspirit hebben meegedaan zich zo open konden uiten en zich daar - hoe moeilijk de thema's ook zijn - goed bij voelden, kan opgemaakt worden dat het traject voor de geestelijk verzorgers ook een waardevolle gelegenheid geweest is om naar de eigen werkzaamheden te kijken en met anderen te reflecteren over ramp- en crisissituaties. Een bijdrage van Wim in 't Hout (Diensten Geestelijke Verzorging binnen de Krijgsmacht en nauw betrokken bij de opvang tijdens internationale vredesmissies van het Nederlandse leger) was zeer verhelderend over de wijze waarop de geestelijke verzorging multicultureel opgezet is binnen defensie. Diverse geloofsrichtingen zijn met professionele geestelijk verzorgers vertegenwoordigd. Alleen de posten van twee imams zijn nog vacant, omdat de Islamitische achterban nog geen beslissing heeft kunnen nemen wie en uit welke stroming van de Islam de invulling kan geven.
Tijdens de derde bijeenkomst in september 2005 kwamen de deelnemers van de netwerkgroep samen rondom het thema 'geestelijke verzorging, interculturaliteit en professionalisering'. Tijdens deze sessie heeft Richart Huijzer van de Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen (VGVZ) uiteengezet hoe professionele geestelijk verzorgers die in een zorginstelling werkzaam zijn als pastoor, dominee, pandit, imam of humanistisch geestelijk verzorger zich georganiseerd hebben. Interessant in zijn bijdrage was de wijze hoe de VGVZ zich van onderop is gaan organiseren rondom interculturaliteit. Immers, het is een beroepsvereniging van individuen die uit diverse
geloofsrichtingen en uit diverse culturele achtergronden komen.
De bijeenkomst in september vond plaats kort na de ramp in New Orleans (Verenigde Staten van Amerika) als gevolg van de orkaan Katrina. Juist omdat deze natuurramp in een gebied plaatsvond met veel sociaal-economische problemen en er sprake is van een sociaal zwakke bevolking, werd tijdens de reflectieronde met de deelnemers ingegaan op deze problematiek bij rampen. Vooral de uiterst traag opgang gekomen hulpverlening en de houding van de politiek in de eerste dagen na de ramp werden bekritiseerd. Het was een voorbeeld van hoe tijdens rampen sociaal-economische en politieke aspecten een rol spelen. Een ramp legt de zwakke plekken in de samenleving bloot, die anders verborgen kunnen blijven. Voor de geestelijke verzorging kan dit betekenen dat de gevolgen nog groter zijn en nog langer kunnen aanhouden, dan wanneer er onmiddellijk, adequaat en professioneel hulp geboden had kunnen worden. Nu zal nog jarenlang doorklinken dat de overwegend zwarte bevolking niet goed geholpen is. Politiek zal dit nog vergaande effecten kunnen hebben.
Het belangrijkste tijdens de derde netwerkbijeenkomst was dat het thema intercuIturaliteit als houding, in de periode onmiddellijk na een ramp als stellingname volledig onderschreven werd. Hiermee komen we op een fundamenteel punt, waar tijdens de kick off in mei mee is begonnen.
Immers, de Nederlandse samenleving is sterk aan het veranderen.
De bevolkingssamenstelling is heel anders dan die van twintig jaar geleden. Essentieel is het om in een samenleving die bestaat uit mensen met zeer uiteenlopende culturen kennis te hebben van die culturen. Met voorbeelden uit Rotterdam is aangegeven hoe in een multiculturele samenleving geestelijk verzorgers kennis kunnen opdoen van elkaar. Een multiculturele samenleving vraagt om een interculturele instelling van geestelijk leiders in de periode onmiddellijk na de ramp of de crisis. De stellingname die de deelnemers aan de netwerkgroep hiermee uitdragen is dat er na een ramp of crisis nooit sprake mag zijn van missiegedrag door geestelijk verzorgers en geestelijk leiders. Integendeel, in de periode na een ramp of crisis zijn professionele geestelijk verzorgers en geestelijk leiders gewenst die in staat zijn om vanuit een intercultureel perspectief adequaat ondersteuning te bieden die verder gaat dan de eigen geloofsovertuiging. Dat betekent niet dat er geen ruimte zou zijn of gemaakt zou kunnen worden voor de specifieke vormen van geloof of levensbeschouwing, maar dat dit geen eerste prioriteit is onmiddellijk na de ramp of crisis. Als het overzicht ontstaat of de vraag expliciet gesteld wordt naar een geestelijk verzorger of geestelijk leider van een specifieke signatuur, zal de geestelijk verzorger ter plekke contact opnemen met collega's om dit te organiseren. Echter, de stellingname dat er een intercultureel ingestelde groep
professionele geestelijke verzorgers -die ieder uit specifieke geloofsrichtingen kunnen komen, maar intercultureel handelen- de voorkeur heeft in de periode onmiddellijk na de ramp of crisis, is van belang.
In deze bijeenkomst is het voorstel gekomen om het netwerk dat zich nu aan het ontwikkelen is niet uiteen te laten vallen na het Rampenspirit traject.
Er is in korte tijd een begin gemaakt om unieke kennis en kwaliteiten samen te brengen die waardevol zijn bij rampen. Het voorstel is gedaan om tweemaal per jaar met de kerngroep van de deelnemers aan Rampenspirit samen te komen rondom de reflectie op een recente ramp en rondom trainingen, oefeningen, of thema-bijeenkomsten. Dit voorstel is door alle deelnemers onderschreven en de procesleiding heeft het voorstel ingebracht tijdens de laatste klankbordsessie onder leiding van Burgemeester Elfers in september.
Een nieuw netwerk
Uit de verschillende bijeenkomsten is gebleken dat er grote behoefte bestaat om in de rust vooraf te weten te komen waar je elkaar kunt vinden en watje aan elkaar kunt hebben. Het is van belang een netwerk op te bouwen. Kennis met anderen snel delen of kunnen achterhalen wordt als heel belangrijk gezien. Dit betekent datje ook toegang tot de kennisdragers moet hebben, en wel kennisdragers van zeer verschillende gezindte.
Als middel om dit te bereiken is de 'sociale netwerkkaart’ geïntroduceerd.
De sociale netwerkkaart is niet een papierenkaart, maar een digitale kaart die online te zien is op een website. Via deze digitale methode is het voor deelnemers mogelijk hun kennis en kennissen met de andere deelnemers te delen. Doordat de deelnemers online aangeven met welke mensen zij uit professioneel oogpunt contact hebben wordt hun netwerk zichtbaar.
Door van alle deelnemers het netwerk zichtbaar te maken, kunnen verschillende mensen van diverse groeperingen versneld met elkaar in contact komen. Zo kunnen verbindingen worden gemaakt tussen verschillende levensbeschouwelijke organisaties. Bovendien kan er snel inzicht verkregen worden in waar bepaalde expertise beschikbaar is. Vanzelfsprekend is er een 'nettiquette', wat inhoudt dat de contacteigenaar van een bepaald netwerkcontact altijd eerst geraadpleegd wordt voordat men zelf het contact raadpleegt. Op deze wijze kan men vragen dubbel voorleggen, maar onderhoud men ook het contact met de contacteigenaar.
Slotconferentie
Op 5 oktober 2005 is het eindresultaat van het project RampenSpirit gepresenteerd tijdens een afsluitende werkconferentie.
hulpverlener
"Het culturele aspect en het geloof zijn factoren die het verwerkingsproces beïnvloeden en bevorderen In de moeilijke tijden zoals van de vuurwerkramp vallen de meeste Marokkaanse gezinnen terug op de islamitische rituelen zoals de koran en hadith Volgens hun principe is de koran het geneesmiddel voor de gelovigen " Uitspraak Marokkaans-Nederlandse GZ-psycholoog
2 bepalende factoren en verschillen in aanpak
Bij het ontwikkelen van een aanbod van geestelijke verzorging bij rampen in Nederland speelt diversiteit een belangrijke rol. Er is sprake van diversiteit op uiteenlopende terreinen, namelijk: diversiteit in soorten rampen, diversiteit van woonomgeving en diversiteit onder getroffenen. Dit heeft gevolgen voor de organisatie en inhoud van geestelijke verzorging.
Typen rampen (klassieke, nieuwe)
Rampen kunnen verschillende oorzaken hebben en daarnaar ingedeeld worden. Zo zijn er rampen als gevolg van overstromingen en orkanen (natuurlijke rampen), man-made disasters, zoals oorlogen, terreuraanslagen, vervoersongelukken maar ook industriële rampen die ontstaan door fouten in bouwconstructies van fabrieken, stuwdammen e.d. (technologische rampen). Dit worden wel de klassieke rampen genoemd. Een ander type ramp ontstaat naar aanleiding van een chemische, biologische, radiologische of nucleaire ramp of aanslag (CBRN). Daarnaast zijn er ook andere rampen of crises als gevolg van ziekten en epidemieën. Zo hebben we de afgelopen jaren in Nederland dierziekten als de Varkenspest, Mond- en Klauwzeer (MKZ) en Vogelpest meegemaakt. Zij raakten intens het leven van de boerengemeenschappen. Ook de dreiging van snel verspreidende ziekten als SARS of een grieppandemie kan de gewone gang van zaken in een samenleving volledig ontregelen.
Variaties van omgeving (stad of platteland)
De omgeving die door de ramp wordt getroffen kan sterk variëren.
Als een ramp zich afspeelt in een grote stad spelen allerlei aspecten die daar kenmerkend voor zijn een rol, zoals de grote dichtbevolktheid, een multiculturele bevolking, oude wijken, meer isolatie en eenzaamheid maar ook meer voorzieningen, een hoog levensritme etc. Of wordt het platteland door een ramp getroffen waar er vaker sprake zal zijn van een enkele (dominante) bevolkingsgroep, sociale druk maar ook nabuurschap?
Profiel getroffenen (mono- of multicultureel)
Hebben de getroffenen een overeenkomstige of sterk verschillende cultureleen religieuze achtergrond en levensovertuigingen en leefwijzen?
Typen aanpak geestelijke verzorging
De verschillende rampen die de afgelopen decennia Nederland hebben getroffen, en de noodzaak goed voorbereid te zijn op calamiteiten, rampen of aanslagen hebben tot dusverre tot verschillende wijzen van aanpak geleid. Hieronder staan enkele kenmerkende aspecten van aanpak van de organisatie van de geestelijke verzorging zoals die tot op heden vorm heeft gekregen of zal krijgen.
Rotterdam
Riagg Rijnmond en het Steunpunt stervensbegeleiding en rouw in de multiculturele samenleving hebben in samenwerking met de gemeente een organisatie Geestelijke Verzorging bij grootschalige Ongevallen en Rampen (GVOR) opgezet, die is ingebed in de bestaande structuren van de rampen-opvang. Deze organisatie wordt ingericht naast de PSHOR. De dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die zorg draagt voor de coördinatie van het deelproces Opvang en Verzorging, is procesverantwoordelijk voor de GVOR.
De GVOR is opgebouwd in samenwerking met de diverse religieuze en culturele gemeenschappen en is bij uitstek multicultureel van aard en opzet (zie bijlage 2).
Enschede
Pastoraat na ramp: Een pastores en een dominee werken samen met een steungroep. Tevens is het pastoraat een netwerkorganisatie die samenwerkt met verschillende organisaties:
• uit de nulde lijn (bijvoorbeeld met de belangenvereniging Slachtoffers Vuurwerkramp Enschede (BSVE), de lotgenotengroep (ondermeer van Turkse vrouwen), met vrijwilligers, met vluchtelingenwerk Enschede):
• met het kerkelijk netwerk (bijvoorbeeld met wijkgemeenten, parochies, de Nederlands Gereformeerde Kerk, de gereformeerde Kerk Vrijgemaakt, Mariaparochie, Oecumenisch City pastoraat):
• met de hulpverlening (met hulpverleners en preventiewerkers van Mediant, de GGZ voor het krijgen van intervisiebijeenkomsten);
• met de vrijgevestigde humanistisch raadslieden.
Eindhoven
Op initiatief van de Raad van Kerken is er een protocol geschreven dat is ingepast in het rampenplan van de gemeente Eindhoven. Deze treedt in werking wanneer bij een ramp om geestelijke verzorging door de bevoegde instanties van de gemeente gevraagd wordt. Het werkgebied van de geestelijke verzorging ligt op het Actiecentrum Opvang en Verzorging, de opvanglocatie en de ziekenhuizen.
MKZ / Vogelpest / Varkenspest
Deze sluipende rampen troffen veel boerenbedrijven op de Veluwe, in Brabant en Limburg en in Zuid-Holland. Dominees hebben een belangrijke ondersteunende rol gespeeld voor de getroffen boerengemeenschappen, bij het omgaan met deze dierziekten, de isolatie en de ruimingen van de boerenbedrijven. Plaatselijke predikanten gingen op huisbezoek. Bijzonder hieraan was dat zij de erven van de te ruimen en geruimde bedrijven mochten betreden om ondersteuning 'aan de keukentafel’ te bieden. In de zondagse diensten werd veel aandacht besteed aan de crises, en ook bij bijbelstudie-bijeenkomsten kwam dit thema aan bod.
De Zuidelijke Landbouw en Tuinbouw Organisatie (ZLTO) heeft twee sociaal pastoraal werkers in dienst die vanuit deze plek boeren laagdrempelig ondersteunden.
In de acute fase van de ramp ontstond de hulpverlening vanuit de kerken spontaan 'De kerkelijke gemeenten en parochies reageerden ieder op eigen wijze Naast de zorg o mi getroffenen in de eigen gemeenschappen, was er van meet af aan de overtuiging en bereidheid o mi mee te denken met elkaar en inzet te tonen over de grenzen van de eigen gemeenschap heen De ene parochie of gemeente was zwaarder getroffen dan de andere Grenzen vervaagden Inzet van de kerkelijke vrijwilligers was er ook buiten het kerkelijk erf, bijvoorbeeld op scholen of in een buurthuis' (activiteiten verslag 2001) Het project 'pastoraat na ramp' was geboren Een netwerk ontstond, communicatie en coördinatie en secretariaat kregen vorm Vrijwilligers droegen bij met hand- en spandiensten Giften kwamen binnen op een speciaal rekeningnummer van het andelijk diensten centrum van de PkN (Protestantse Kerk Nederland) en het decanaat Zuid-Twente
De inrichting van het Informatie- en Adviescentrum had tot gevolg dat de geboden zorg vanuit de kerken werd afgestemd met het gemeentelijk beleid Er ontstond enige frictie met de gemeente en de hulpverlening, maar met de tijd verbeterde de samenwerking en werd de zorg vanuit de kerken onderdeel van de lange termijn nazorg De getroffen wijk. Roombeek, is een multiculturele wijk Er lagen in de gesprekken met de moskee spannende vragen op tafel, bijvoorbeeld of de ramp een waarschuwing van God was of niet Men begon een gezamenlijke studiegroep over aartsvader Abraham Daarnaast waren ook twee vrijgevestigde humanistische raadslieden actief, die in samenwerking met het Humanistisch Verbond en Humanitas een aanbod hadden voor geestelijke verzorging aan de getroffenen Men wisselde ervaringen uit mi et 'pastoraat na ramp' en later ontstond er een samenwerking met de Belangen Vereniging Slachtoffers Vuurwerkramp Enschede Deze geestelijke verzorging werd gefinancierd uit speciaal geworven fondsen
3 vaststellen van relevante thema's
Tijdens de eerste netwerkbijeenkomst identificeerden de deelnemers
4 relevante thema's. Dit zijn:
1 Samenwerking met de overheid
2 Diversiteit in religie, levensbeschouwing en cultuur
3 Competenties en professionalisering
4 Vrijwilligers binnen levensbeschouwelijke organisaties
"De overheid organiseert zich steeds meer als een piramidale hiërarchie die onder crisisomstandigheden als een geoliede machine met een eenduidige bevelsstructuur kan functioneren De professionaliteit krijgt gestalte via strakke procedures en plannen, crisiscentra en hoogwaardig materieel De neiging bestaat te denken dat dit van geestelijk verzorgers vraagt dat zij zich op soortgelijke wijze gaan gedragen Dit is echter de dood in de pot De meerwaarde van geestelijke verzorging is juist maximaal als deze zich juist niet inpast in deze manier van werken, maar vertrouwt op haar eigenkracht Maatschappelijke organisaties zijn geen verlengstuk van de overheid Geestelijk verzorgers - in de ruimste zin van het woord- zijn bij uitstek geschikt om met getroffenen mee te denken in de beantwoording van vragen waar de overheid met de mond vol tanden staat”
Thijs Kuipers, programmamanager Veiligheid, Vereniging van Nederlandse Gemeenten
"Rampen en calamiteiten komen altijd onverwacht en ongelegen Daarom is het handig dat de partners in de rampenbestrijding en hulpverlening elkaar op voorhand goed kennen Partners zijn niet alleen te vinden bij de politie, brandweer en het geneeskundig veld maar ook bij de gemeenten, en kerken en geestelijken Leer elkaar kennen Hieruit volgt erkenning voor eikaars werkzaamheden In geval van een calamiteit herkent men elkaar ook waardoor de hulpverlening sneller en beter op gang komt Hulpverlening is en blijft mensenwerk" Arthur Wijnen, beleidsmedewerker directie Crisisbeheersing van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
4 samenwerking
Relevantie
Eind 2003 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tijdens de bespreking van de Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding aan de Tweede Kamer de toezegging gedaan, dat zal worden nagegaan hoe het levensbeschouwelijke element kan worden verankerd in de nazorg bij een ramp of crisis. Hierbij zouden gemeenten, kerkelijke en lokale organisaties betrokken dienen te worden.
Dit thema is de kern van het project 'Rampenspirit'.
Uitwerking door de netwerkgroep
Op basis van enkele succesvolle initiatieven die er op dit gebied in Nederland zijn en in combinatie met de ervaring van de gemeenten in Nederland die getroffen zijn door rampen, zijn de belangrijkste aandachtspunten geformuleerd.
Gemeenten verschillen sterk in omvang en bevolkingsopbouw. Het is daarom niet wenselijk om een technocratische blauwdruk te maken voor de manier waarop gemeenten de levensbeschouwelijke organisaties dienen op te nemen in hun rampenplan. Tevens kan gezien de aard van de geestelijke verzorging eenvormigheid niet het doel zijn.
De bijdrage van het netwerk van levensbeschouwelijke organisaties moet complementair werken aan de overheidspiramide. Na een ramp is er een grote behoefte aan informaliteit. De commando-achtige structuur van de rampenbestrijdingsorganisatie vraagt echter ook om een verbinding met het formele kanaal, zodat de rol van de kerken en de levensbeschouwelijke organisaties van te voren is vastgelegd en afgestemd is met de andere zorgaanbieders.
De netwerkgroep zoekt daarom naar een vorm van 'gestructureerde improvisatie’.
Het is belangrijk om al in de preparatiefase aandacht te besteden aan de betrokkenheid van kerken, religieuze en levensbeschouwelijke organisaties. Vaak verrichten deze organisaties al veel werk in steden, bijvoorbeeld door 'kerk en buurt’ of'kerk in de stad’-achtige projecten, of binnen een lokaal platform voor levensbeschouwing. Zij kunnen goed aangeven welke knelpunten er binnen een gemeente zijn op het gebied van de zorg. Sleutelfiguren binnen deze organisaties zijn soms ook actief binnen de gemeentelijke overheid.
De kerken en de levensbeschouwelijke organisaties dienen ook zélf de beschikking te hebben over een intern draaiboek om zowel de samenwerking met de plaatselijke overheid (alarmering, communicatiemiddelen), en de andere betrokken disciplines (Rode Kruis, Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) als de eigen interne gang van zaken (openstellen gebouwen, aanbieden van symbolen en rituelen, ondersteuning van pastores, vrijwilligersbeleid) vorm te geven. In het boekje: 'De rol van de kerk bij een ramp’ dat vanuit de Protestantse Kerk in Nederland is geschreven staan hiervoor veel behartenswaardige zaken (zie literatuurlijst).
Gemeenten moeten kiezen binnen welke (gemeentelijke) deelprocessen van de rampenbestrijding de bijdrage van de levensbeschouwelijke organisaties ondergebracht wordt. Er zijn verbindingen met de processen Opvang en Verzorging, Nazorg/IAC, Uitvaartverzorging, en Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PSHOR). Voor de acute fase gaat de keuze tussen Opvang en Verzorging of PSHOR. De levensbeschouwelijke organisaties hebben ook op de lange termijn veel te bieden. In dit geval ligt de keuze voor het deelproces Nazorg en IAC voor de hand, zoals ook al aangegeven in de Handreiking Opzet Informatie en Adviescentrum (IAC) na rampen, Slagen voor Veiligheid, Vereniging Nederlandse Gemeenten (zie literatuurlijst).
Gemeenten hebben baat bij een concrete handreiking die in de preparatiefase gebruikt kan worden. Deze handreiking is geen blauwdruk, maar ondersteunt gemeenten bij het maken van bovenstaande keuzes. Belangrijk is om zowel binnen de gemeenten als binnen de kerken of gebedshuizen en de religieuze organisaties één contactpersoon aan te wijzen. Het vraagt veel inzet om te komen tot opname van de geestelijke verzorging in de deelprocessen voor de rampenbestrijding. Het is belangrijk dat een aantal mensen deze kar trekken. Afhankelijk van de grote van de gemeente en de diversiteit van de bevolking kan men met een projectmatige opzet in overleg met de lokale organisaties de rol van de levensbeschouwelijke organisaties vorm geven. Vanuit de netwerkgroep pleit men om de zorg vanuit de religieuze en levensbeschouwelijke organisaties onder de gemeentelijke processen te plaatsen, zodat de lokale, bestaande netwerken optimaal benut worden en beter kan worden aangesloten bij de 'taal' van de getroffenen.
Voor het regelen van de alarmering en de bereikbaarheid in de acute fase zijn er verschillende creatieve oplossingen bedacht in de gemeenten die de religieuze en levensbeschouwelijke organisaties al hebben opgenomen in het gemeentelijke rampenplan. In Rotterdam verloopt dit via het Leger des Heils, in Eindhoven via de 7x24-uurs bereikbaarheid van de Dienst Geestelijke Verzorging van het Catharina-ziekenhuis en in Zuid-Limburg alarmeert de kernteamleider PSHOR het decanaat dat op zijn beurt de betreffende pastoor of predikant informeert.
Tenslotte is het van belang dat de geestelijke verzorging meedoet in de rampenoefeningen die door de gemeente georganiseerd worden. Dit draagt bij aan de profilering en positionering van de geestelijke verzorging.
De handreiking voor de gemeenten vindt u hier aansluitend.
In de nazorg na de cafébrand in Volendam op nieuwjaarsnacht 2000/2001 heeft in het bijzonder de pastoor van de Rooms-katholieke Vincentiuskerk een grote rol gespeeld Alle overleden jongeren werden begraven op de begraafplaats van deze kerk De dynamiek in de zeer hechte Volendamse gemeenschap draagt bij aan de expliciete rol van de kerk in de nazorg Pastoor Berkhout schreef een openhartig boek over zijn ervaringen (zie literatuurlijst) Op eigen initiatief (hij kreeg geen informatie van het gemeentelijk beleidscentrum) ging hij de volgende dag de gewonden in ziekenhuizen bezoeken, nadat hij via het NOS-journaal had vernomen dat er 50 gewonde jongeren in het AMC in Amsterdam lagen Hij legde huisbezoeken af, organiseerde de herdenkingsbijeenkomst en de uitvaarten Ook nu nog, in 2005 vervult de kerk een belangrijke rol Er is sinds september 2002 speciaal voor dit werk een project in het leven geroepen het project Pastorale Nazorg Volendam, waarin een extra pastoraal werker is aangesteld gefinancierd door de overheid Dit project is ingebed binnen de kerkelijke structuren, maar tegelijk ook actief binnen de Volendamse gemeenschap De contextuele benadering vormt het uitgangspunt in het werk van de Pastorale Nazorg Volendam
Indien gemeenten aan de slag gaan met het opnemen van het levensbeschouwelijke aspect in de deelprocessen van het rampenplan, kunnen zij deze handreiking bij hun voorbereiding gebruiken.
Kleine gemeenten kunnen bezien wat zij in samenwerking met andere gemeenten kunnen doen, maar ook grotere gemeenten kunnen de regionale samenwerking binnen de veiligheidsregio zoeken.
Dit versterkt de gemeenschappelijkheid.
Het gebruik van deze handreiking in de acute fase van een ramp of calamiteit kan voorkomen dat het werk van de geestelijke verzorging te laat op gang komt of onvoldoende afgestemd is met de andere hulpverlening.
Preparatiefase
• Ken de bevolkingsopbouw, en de aanwezige geloofsgemeenschappen en levensbeschouwelijke organisaties. Leg dit vast in een digitaal overzicht, met telefoonnummers en contactpersonen/sleutelfiguren vanuit deze organisaties. Ook binnen de voorbereiding IAC (Informatie- en Advies Centrum) wordt dit van een gemeente gevraagd.
• Wijs binnen de gemeente één contactpersoon aan die verantwoordelijk wordt voor het opnemen van de religieuze en levensbeschouwelijke organisaties in de zorg na rampen. Dit kan zijn: ambtenaar Openbare orde L Veiligheid, iemand die betrokken is bij de preparatie van het deelproces Opvang en Verzorging, het deelproces Nazorg of het onderdeel IAC. In grote steden kan dit beter op deelraadniveau plaatsvinden, waarbij coördinatie plaatsvindt door de centrale stad, zodat integratie in het gemeentelijk rampenplan gewaarborgd is.
• In de preparatiefase kan een projectmatige opzet in het bijzonder voor grotere gemeenten een praktische oplossing zijn, waarin alle relevante organisaties betrokken worden.
• Pas op dat het project niet te technocratisch verloopt en laat ruimte voor veelvormigheid. De bijdrage van levensbeschouwelijke organisaties is complementair aan de overheidspiramide.
Besluit in welke (gemeentelijke) rampenprocessen u de geestelijke verzorging wilt onderbrengen. Opvang en Verzorging, Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen, Nazorg/IAC en Uitvaartverzorging liggen voor de hand.
Neem contact op met de plaatselijke Raad van Kerken, het bisdom in uw regio, het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap of een lokaal platform voor religie en levensbeschouwing of andere actieve kerk- en buurtprojecten. U kunt ook contact opnemen met de Vereniging voor Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen die u in contact kan brengen met sleutelfiguren in uw gemeente of regio.
Vraag hen om namens deze religieuze of levensbeschouwelijke organisaties één contactpersoon aan te wijzen. Dit hoeft niet een formele leider te zijn, maar kan bijvoorbeeld iemand zijn die een netwerk heeft binnen de lokale kerkelijke- en levensbeschouwelijke organisaties én de gemeente en die belast wil worden met dit onderwerp. Deze contactpersoon kan een kerngroep cq. werkgroep cq. projectgroep om zich heen formeren. Bespreek met hen de gemeentelijke plannen om kerken en gebedshuizen en organisaties voor levensbeschouwing bij de zorg na rampen en grootschalige crisis te betrekken. Vraag deze werkgroep een netwerk te bouwen, de betrokken instanties en gemeenschappen te mobiliseren voor het opzetten van een structuur voor de geestelijke verzorging bij rampen, een draaiboek te schrijven, en informatiebijeenkomsten te beleggen.
Maak afspraken rond:
- inpassing in de deelprocessen
- zorgaanbod (specificeer acute opvang/bijdrage herdenkingsbijeenkomsten/openstellen kerkgebouwen/bieden van geestelijke verzorging aan individuen/etc)
- alarmering en inzet. Zet de organisaties voor geestelijke verzorging niet achteraan in de rij van te alarmeren organisaties
- interreligieuze/interlevensbeschouwelijke samenwerking
- samenwerking met PSHOR-partners en Rode Kruis
- behoefte aan training
- deelname rampenoefeningen
- onderhoud van het netwerk
- fmancieën vooropleiding, training, coördinatie, bijeenkomsten, drukwerk van draaiboek, informatiemateriaal en dergelijke
Leg deze afspraken vast in de verschillende draaiboeken van de deelprocessen
• Overleg jaarlijks met de contactpersoon of kerngroep van de religieuze en levensbeschouwelijke organisaties over nieuwe gemeentelijke ontwikkelingen op het gebied van de voorbereiding rampenbestrijding en crisisbeheersing. Nodig hiervoor, via de CHOR, ook de kernteamleider PSHOR of coördinator PSHOR van uw regio uit.
• Organiseer jaarlijks, indien gewenst op regionale schaal, (op een gemeente- of stadhuis) een informatie- cq. nascholings- cq. trainingsbijeenkomst vooralle betrokken geestelijk verzorgers en de sleutelfiguren binnen de organisaties, inclusief de belangrijkste vrijwilligers. Deze bijeenkomsten zijn zeer belangrijk om het lokale en regionale netwerk levend te houden. Betrek hierbij de PSHOR. Belangrijke onderwerpen voor deze bijeenkomsten: de organisatie van de rampenbestrijding, taken van brandweer, politie, geneeskundige hulpverlening en gemeente (nodig hen uit om de bijeenkomst bij te wonen), psychosociale zorg na rampen, samenwerking, het eigen karakter van de geestelijke verzorging, zelfzorg, vrijwilligersbeleid. Bespreek een casus.
• Sta open voor onbekende, cultuurspecifieke rouw- en herdenkingsgewoonten van culturele groepen.
• Laat de geestelijke verzorging deelnemen aan rampenoefeningen en alarm eringsoefeningen.
• Regel de herkenbaarheid van de geestelijk verzorgers en de vrijwilligers en voorzie hen van pasjes e.d.
Acute fase
• Laat de verantwoordelijke van het deelproces waar de geestelijke verzorging in de acute fase onder valt, de geestelijke verzorging alarmeren en informeren en maak afspraken over inzet, plaats van inzet en gewenste samenwerking met Hoofd Opvangcentrum (als dat er is), vaste contactpersoon van de gemeente, leider opvangteam PSHOR, en eventueel het kernteam PSHOR.
• Informeer deze andere betrokkenen over de inzet van de geestelijke verzorging.
• Laat u in de eerste dagen na de ramp twee keer per dag (en indien nodig vaker) informeren over de zorg die vanuit de kerken en andere organisaties voor geestelijke verzorging wordt geboden. Geef ruimte aan de veelvormigheid en de improvisatie van deze organisaties. Zij zullen soms het heft in eigen handen nemen. Faciliteer dit waar mogelijk, bijvoorbeeld door het ter beschikking stellen van ruimtes, het faciliteren van herdenkingsbijeenkomsten e.d.
• Sta open voor onbekende, cultuurspecifieke rouw- en herdenkingsgewoonten van culturele groepen.
• Leg de contactgegevens vast van mensen die zich spontaan aanbieden om hulp te verlenen. Geef deze gegevens door aan een leidinggevende van de geestelijke verzorging.
Nazorg fase
• Wijs binnen het IAC een contactpersoon aan voor de geestelijke verzorging, bijvoorbeeld degene die de coördinatie heeft over de immateriële zorgverleners en verzorg een overdracht tussen de verantwoordelijke in de acute fase en de contactpersoon voor de nazorg.
• Maak zo spoedig mogelijk een reguliere afspraak met de kerngroep geestelijke verzorging om u te laten informeren over de activiteiten en plan vervolgafspraken die met de tijd minder frequent zullen te hoeven plaatsvinden.
• Laat de betrokken geestelijk verzorgers en de vrijwilligers vanuit hun organisaties meelopen in informatieavonden, consultaties, bijscholing e.d. die mogelijk vanuit de gemeente, PSHOR of anderszins worden aangeboden.
• Breng de kerngroep geestelijke verzorging in contact met het kernteam PSHOR voor afstemming en uitwisseling.
Afbouwfase
De zorg vanuit de kerken en levensbeschouwelijke organisaties loopt mogelijk jarenlang door, zelfs nadat het IAC en andere rampgerelateerde (project)organisaties zijn afgebouwd. Blijf binnen de gemeente contact onderhouden met de contactpersoon namens de geestelijke verzorging.
Veerkracht
“Veel, een mens kan veel verdragen. Ik denk dat wij weinig door hebben hoe veerkrachtig wij zijn’’. Na de ramp met de Boeing van El Al in de Bijlmer stond Otto Ruff familieleden van slachtoffers bij in het verwerken van hun verdriet.
Als pastor welteverstaan, ook al hielp hij christen en niet-christen door elkaar.
"In het begin bestaat die zorg uit wat pietluttig lijkt. Koffie inschenken, een arm om iemands schouder. Maar dat is van wezenlijk belang voor een warm contact, om later diepere gesprekken op te enten. Over hoe geïsoleerd je kunt komen te staan als je een dierbare verliest. Of hoe confronterend die lege plek nog is, zelfs na jaren. Dat zijn de gesprekken die wij vanuit ons pastor-zijn voeren.
Zorg begint al eerder.’’ Otto Ruff, traumapastor Bijlmerramp
Modder
“Wij gingen naar de mensen toe. Wij wilden midden in de modder staan.
Alleen dan konden wij aan de vergadertafel aanschuiven’’
Esther van der Va te, pastoraat na ramp
Gesomber
“Pastorale zorg, daar zitten mensen na een traumatische gebeurtenis om te springen". Ook niet-christenen? "Zeker! Als je getroffen wordt door een ramp, treft de vergankelijkheid je. Vragen als: ‘Waarom moet mij dit overkomen?' stelt bijna iedereen. Dat is een vraag die gaat om meer. Die verzin je niet, hij komt in je op. Ook bij een niet-christen. En dan redeneert hij bij het antwoord niet eerst, of hij het wel gelooft. Als het aansluit bij de vraag, neemt hij dat aan. Christelijk perspectief heeft veerkracht, de mens zelf werkt zich nogal eens tegen. Lijden heeft een slechte naam in onze maatschappij. In een snelle, succesvolle wereld past geen gesomber. We hebben het geduld niet meer om de pijn te verdragen. Ook christenen niet, valt me op. Dan hebben kerken met hun pastorale zorg een belangrijke taak voor de lange adem. Geduld in het lijden betekent niet: stil maar, wacht maar. Geduld is actiever, het betekent worstelen, je inzetten om er bovenop te komen. Dat kun je niet in je eentje, daar heb je anderen voor nodig.’’ Kan een mens dus wel zoveel verdragen? "In zichzelf misschien niet, in relatie tot God en zijn naaste meer dan hij denkt.’’
Otto Ruff, traumapastor Bijlmer
Vertrouwen
“leder mens heeft voor zichzelf een soort systeem van zingeving. In een rampsituatie wordt dit systeem verstoord en zoekt men naar wat vertrouwen geeft. Vertrouwen is iets wat met God te maken heeft. Dat geeft troost".
Pastoor Berkhout, Volendam
Mogelijkheden
“Gooi de kerk open, houd avondwakes, laat zingen en bidden, ga bij elkaar zitten en huil, schreeuw of word stil. Kerken kunnen hun grote netwerken inzetten. Gebruik je gezag en je invloed, je kunt als kerk bij veel maatschappelijke instanties binnenkomen".
Hanna Hirsch, ten tijde van de bijlmerramp predikant in de Lutherse gemeente van Amsterdam
Secularisatie
“De secularisatie doet de behoefte aan geestelijke verzorging toenemen". Ton Hanrath, geestelijk verzorger AZM
6 diversiteit in religie, levensbeschouwing en cultuur
thema 2 Relevantie
Hoe gaan geestelijk verzorgers en geestelijk leiders om met de diversiteit aan religieuze overtuigingen en levensbeschouwingen van zowel getroffenen als van henzelf? Hoe kan er een natuurlijke acceptatie ontstaan tussen hen, en hoe kan een goede samenwerking vorm krijgen?
Uitwerking door de netwerkgroep
Religieuze overtuigingen en culturele levenswijzen kunnen een belangrijke rol spelen bij het ontwikkelen van sociale cohesie, vooral bij nieuwe migranten gemeenschappen. Gemeenschappen ontwikkelen hierdoor ook veel veerkracht die bij rampen gemobiliseerd kan worden. De verscheidenheid aan levens- en religieuze overtuigingen onder rampgetroffenen moet dan ook gerespecteerd worden. In deze subgroep werd al snel duidelijk dat de multireligiositeit en multicuIturaliteit van de getroffenen het uitgangspunt en het leidende principe moet zijn. Maar weet men welke verschillende etnische en culturele groepen er in het werkgebied wonen, en welke religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen zij aanhangen? Welke andere geestelijk verzorgers en geestelijk leiders er zijn, en wie de informele en formele lokale sleutelfiguren zijn? Kennen zij elkaar, zodat in tijden van crises de contacten ook snel aangehaald kunnen worden?
Op welke wijze kan men deze diversiteit kennen, erkennen en respecteren? Immers, zeker in de acute fase moet de geestelijk verzorger of geestelijk leider er in principe voor iedereen kunnen en willen zijn. Tenzij iemand bijvoorbeeld stervende is, dan luistert de afstemming nauw. Deze beschikbaarheid houdt echter niet in dat de geestelijk verzorgers en geestelijk leiders los moeten komen van hun eigen geloof- of levensovertuiging. Trouw zijn aan deze eigen overtuiging biedt namelijk die inspiratie, authenticiteit en veerkracht om de geestelijke ondersteuning te kunnen bieden, zoals ook de getroffenen hier kracht uit putten.
De multireligiositeit onder getroffenen en geestelijk verzorgers kan ook spanningsvol zijn. Vooral wanneer politieke en religieuze spanningen naar boven komen of uitvergroot worden zoals bij aanslagen.
Getroffenen en geestelijk verzorgers en leiders kunnen dan aangesproken worden op de ontstane politieke ontwikkelingen wat ambivalentie en spanning met zich mee kan brengen. Waar kan de geestelijk verzorger dan ondersteuning vinden? Moeten deze spanningen genegeerd of aangepakt worden? Hoe dan?
Belangrijke stappen om met deze multireligiositeit en multiculturaliteit om te gaan is allereerst zicht te hebben op de demografie van de eigen werkregio. Hierdoor wordt duidelijk welke verschillende etnische en culturele groepen er in het werkgebied wonen, en welke religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen zij aanhangen. Welke andere geestelijk verzorgers en geestelijk leiders er zijn, en wie de informele en formele lokale sleutelfiguren zijn.
Ook is het opbouwen van ervaring met en kennis over de relevante multiculturele bevolking in het eigen werkgebied van groot belang.
Hierdoor ontstaat reflectie op de eigen houding ten aanzien van verschillende geloofs-en levensovertuigingen. Daarnaast behoedt samenwerking met geestelijk verzorgers van andere geloofsgemeenschappen de geestelijk verzorger of geestelijk leider voor de valkuil dat de eigen overtuiging als waardevoller of beter wordt ervaren. Deze overtuiging beperkt namelijk het effect van zijn werk en verhindert een vruchtbare samenwerking met anderen in tijden van nood. Ten derde is het noodzakelijk dat er een pool of sociale kaart ontwikkeld wordt. Hieruit kan een netwerk ontstaan van geestelijke verzorgers en geestelijk leiders waarin deze diversiteit tot uitdrukking komt, die verder onderhouden en aangevuld moet worden. Belangrijk is dat men niet wacht tot een ramp zich voordoet maar al in 'rustige' tijden het contact met elkaar zoekt en onderhoudt wat de samenwerking tijdens de rampperiode vergemakkelijkt. Een kerngroep kan voor de coördinatie en continuïteit zorgen van het te ontwikkelen netwerk van geestelijk leiders en verzorgers in het eigen werkgebied. Een andere mogelijkheid is het opstarten van een lokaal of regionaal rampenmeldpunt voor geestelijk verzorgers.
Ook kan men de digitale expertisedatabank van Impact raadplegen waar geestelijk verzorgers met ervaring en affiniteit met de rampenopvang uit heel Nederland zich aan kunnen melden. Daarnaast kan een korte training voor geestelijk verzorgers en geestelijk leiders bij dragen aan het beter voorbereid zijn op de speciale en spanningsvolle dynamiek van een rampensetting waarin verschillende professionele instanties samen moeten werken voor en met een multireligieuze en multiculturele groep getroffenen. Juist omdat de geestelijke ondersteuning in principe aan iedereen gegeven moet kunnen worden maar de uitwerking hiervan verschillend zal zijn bij een multireligieuze groep getroffen, kan een training bijdragen aan een betere afstemming.
Het zuiden van de Verenigde Staten werd eind augustus 2005 getroffen door een zeer zware orkaan, katrina In New Orleans braken enkele dijken door waardoor een groot deel van de immense stad onder water kwam te staan Slechts een deel van de bevolking kon op tijd de stad verlaten Anderen bleven achter, in hun huizen of in een tot opvangcentrum ingericht stadion, waar ongeveer 23 000 mensen opgevangen werden Op een ramp van deze opvang was men onvoldoende voorbereid en de hulpverlening kwam traag op gang De Southern Baptists, een van de grootste protestantse kerken in Amerika hebben samen met het Rode kruis een belangrijke bijdrage geleverd aan het verzachten van de eerste nood van getroffenen De Southern Baptists beschikken over omvattende interne draaiboeken en handreikingen voor rampen en een uitgebreid trainingsprogramma voor geestelijke verzorgers voor zorg na rampen Zij leverden in de eerste twee weken na de ramp meer dan 5000 vrijwilligers en 2 miljoen maaltijden
7 competenties en professionalisering thema 3
Relevantie
Is iedereen geschikt om direct na een ramp hulp te bieden? Wat is het kenmerkende van de geestelijk verzorger? Wat is zijn of haar professionaliteit? Hoe verhoudt deze professionaliteit zich tot het 'traditiedrager'-zijn?
Is er ruimte voor zijn of haar eigenheid? Zijn er in de verschillende fases na een ramp andere competenties nodig? Welke plek kunnen de plaatselijke predikanten, pastores en geestelijk leiders innemen? Hoe worden zij ondersteund? En hoe worden vrijwilligers voorbereid?
Kortom: Na een ramp wordt er veel gevraagd van een geestelijk verzorger.
Hij of zij dient hiervoor over verschillende competenties te beschikken of deze te verwerven.
Uitwerking door de netwerkgroep
Tijdens de netwerkbijeenkomsten kwamen een aantal uitgangspunten naar voren. Geestelijk verzorgers moeten in de acute fase niet alleen voor getroffenen vanuit hun eigen gezindte inzetbaar zijn maar ook voor getroffenen met een andere levensbeschouwelijke achtergrond, en ruimte geven aan de eigen beleving van de getroffenen en hun uitingsvormen van verdriet en rouw. Voor geestelijk verzorgers betekent dit dat zij in het bijzonder op hun professionaliteit worden aangesproken, waarbij zij kracht kunnen putten uit de traditie en gemeenschap waaruit zij zelf afkomstig zijn. In een latere fase kunnen getroffen een grotere behoefte hebben aan specifieke begeleiding, evenals bij speciale vragen rond sterven en uitvaart.
De acute fase verloopt chaotisch. Een sjabloon voor de bijdrage vanuit de geestelijke verzorging is niet mogelijk. Het is van belang om snel aanwezig te zijn, goed te letten op individuele verschillen, te luisteren naar hun verhaal en te kijken welke behoeften getroffenen hebben, empathie te tonen.
De chaos hoeft niet direct bestreden te worden, er kan ook kracht vanuit gaan, veerkracht, overlevingsdrang.
Improvisatie binnen de bestaande structuren is van belang.
Afhankelijk van het type ramp zullen de getroffen bekend zijn vanuit de eigen geloofsgemeenschap, of zullen zij minder bekend zijn, vanuit andere culturen en religieuze tradities.
Oplossingsrichting
Competenties in de acute fase, bijvoorbeeld in een opvangcentrum: rust en structuur creëren in de chaos. Aanwezig zijn, zonder direct te interveniëren of direct oplossingen aan te dragen, meer te luisteren dan te spreken en eventueel vraaggericht specifieke individuele of groepsgerichte religieuze interventies aan te bieden zoals bidden, en rituelen.
Een belangrijke vaardigheid is het interreligieus werken.
Interdisciplinair kunnen samenwerken, goed weten wat de eigen rol is en de specifieke bijdrage van de geestelijke verzorging binnen de structuur van de rampenbestrijdingsorganisatie. Hiertoe is het van belang om kennis te hebben van de organisatie van en de hiërarchische verhoudingen binnen de rampenbestrijding.
Het is belangrijk om het eigen netwerk in kaart te hebben gebracht, te mobiliseren, daaraan leiding te kunnen geven, te coördineren en te delegeren. Goede zelfkennis en zelfzorg is zeer relevant. 'Wie troost de trooster?’ Een supervisor of buddy is aangewezen, die de zelfzorg kan ondersteunen en kan helpen afstand te nemen.
Kennis ten aanzien van normale en abnormale reacties van getroffenen, psychotrauma en beschikbare verwijsmogelijkheden is van belang.
In het standaard curriculum van theologische opleidingen en opleidingen tot geestelijk verzorger zou aandacht moeten zijn voor zorg na rampen, evenals voor interreligieus werken. Daarnaast zou gebruik gemaakt kunnen worden van psychotraumatrainingen, of samenwerking binnen de regio met bijvoorbeeld de GGZ. Als voorbeeld kan de cursus 'Pastoraat en Psychiatrie' gelden die is opgezet vanuit de GGZ Friesland in samenwerking met de Raad van Kerken en het provinciaal dienstencentrum van de Protestantse Kerken in Nederland. Het Hendrik Kraemer instituut, het kenniscentrum van de Protestantse Kerken in Nederland, beschikt over een driedaagse cursus over nazorg bij rampen voor professionals en vrijwilligers binnen de kerken.
Ook kan gebruik gemaakt worden van de trainingsopzet die in Rotterdam is gehanteerd bij de training van de geestelijk verzorgers binnen de Geestelijke Verzorging bij Ongevallen en Rampen. In deze training is uitdrukkelijk gewerkt vanuit een multicultureel perspectief.
De Nederlandse samenleving is veel geseculariseerder dan die in de Verenigde Staten 'Spiritual care' is daar een geïntegreerd onderdeel van de zorg bij rampen en calamiteiten De organisatie en coördinatie is in de handen van het Rode kruis
Deze spiritual care is community-based, komend uit en gericht op de veerkracht van de gemeenschap Mensen worden aangemoedigd hun gezondheid 'in eigen hand te nemen' en hun situatie te verbeteren New York herbergt mensen uit vele religieuze tradities Religieuze eiders zijn dé toegang tot veel van deze mensen Via hen kunnen vaak ook weer andere sleutelf guren in de gemeenschap benaderd worden Spiritual care maakt geen onderscheid in type religie Men noemt deze benadering interjaith Was de interfaith-aanpak vóór 9/11 belangrijk na 9/11 is het van vitaal belang geworden voor New York Na de aanslagen in New York werden mensen op grond van hun uiterlijke kenmerken veelvuldig het slachtoffer van geweld en discriminatie Dit betrof vooral mensen uit het Midden-Oosten en Sikhs uit India De interfaith-benadering maakte dat de religieuze leiders elkaar kenden, zij-aan-zij werkten en hun gemeenschap voorgingen in het voorkomen van het vinden van zondebokken en splitsing Direct naast Ground Zero ligt St Pauls C ha pel. een kerk die gedurende 8 maanden een veilige plek werd waar reddingswerkers tot rust konden komen, verzorgd, opgevangen en gesteund werden door vrijwilligers
8 vrijwilligers binnen levensbeschouwelijke
Relevantie
De betrokken religieuze en levensbeschouwelijke organisaties bestaan voor een groot deel uit vrijwilligers. Voorkomen moet worden dat iedereen naar de plaats van de ramp of het opvangcentrum toesnelt zonder daar een taak te hebben. Aan de andere kant is het van belang om de menskracht, indien nodig, te benutten en de zelfredzaamheid en veerkracht van gemeenschappen te ondersteunen. Na een ramp heeft maar een deel van de mensen behoefte aan de hulp van professionele zorgverleners. Deze dienen echter wel op een effectieve wijze met hun kennis de vrijwilligers aan te sturen en te ondersteunen. Ook een lokale pastor of geestelijk leider die betrokken raakt bij de zorg na een ramp heeft baat bij ondersteuning door een collega met ervaring bij rampen of door een ervaren geestelijk verzorger.
Uitwerking door de netwerkgroep
Vrijwilligers zijn op veel fronten direct inzetbaar. Dit kan een eenmalige inzet zijn, maar zij kunnen het werk vanuit de religieuze organisaties ook dragen.
Zij kunnen een luisterend oor bieden, koffie en thee schenken, helpen met het invullen van formulieren, een gesprek aangaan, regelmatige huisbezoeken afleggen (twee keer per week is bij direct getroffenen geen luxe), gespreksgroepen of lotgenotengroepen begeleiden, hand-en spandiensten verrichten, op kinderen passen. Getroffenen beschouwen de laagdrempelige hulp door vrijwilligers vaak als prettig en niet bedreigend.
Vrijwilligers hebben een positie waardoor zij al snel tussen de wal en het schip vallen. In het 'interne draaiboek’ dat de religieuze en levensbeschouwelijke organisaties maken moet een vrijwilligersbeleid geformuleerd worden.
Hoe moet er met hen worden omgegaan? Is training noodzakelijk? Training maakt het inhoudelijk interessant voor vrijwilligers, er wordt richting gegeven. Duidelijk kan worden wie voor welk werk geschikt is. Is begeleiding gewenst? In Enschede bestond er voor de bezoekvrijwilligers een 'doorpraatgroep', een intervisiegroep waarin vragen naar aanleiding van het bezoekwerk aan de orde gesteld konden worden. Niet elke vrijwilliger stelt hier prijs op. Sommigen zullen liever zelf contact zoeken als de situatie daartoe aanleiding geeft.
Een 'Hoofd Vrijwilligers’ kan in de gaten houden dat de vrijwilligers in de acute fase van tijd tot tijd pauzeren en hen na afloop bedanken voor hun inzet.
Oplossingsrichting
Per fase dient beschreven te worden welke rollen en taken er voor vrijwilligers en voor professionals zijn.
Wijs in de preparatiefase een 'Hoofd Vrijwilligers’ aan, die coördinerende werkzaamheden kan verrichten in preparatie, acute fase en nazorgfase. Organiseer een trainingsbijeenkomst voor vrijwilligers en herhaal deze jaarlijks. Suggesties voor onderwerpen: de organisatie van de rampenbestrijding, (psychosociale) nazorg, zelfzorg, vrijwilligersbeleid. Gebruik deze bijeenkomsten ook als 'assessment': wie is bereid welke taak op zich te nemen en wie heeft daar de talenten voor?
Zorg voor een goede ondersteuning van vrijwilligers.
Hierin kunnen de professionele geestelijk verzorgers, pastoors, predikanten en geestelijk leiders een rol spelen, maar denk in de 'eerste nazorgfase’ ook aan de preventieve- en voorlichtingsactiviteiten die vanuit de Psychosociale Hulpverlening na Ongevallen en Rampen (PSHOR) georganiseerd worden. Het 'Huis van Verhalen' (voorheen Pastoraat na Ramp in Enschede) verzorgt ook cursussen voor vrijwilligers.
Rotterdam
Rotterdam is een grote haven- en industriestad met een multiculturele bevolking Men realiseerde zich dat geestelijke verzorging geen deel uit maakte van de psychosociale hulpverlening in de acute fase bij rampen Om dit te verwezenlijken zouden mensen van verschillende religies en culturen betrokken moeten zijn Daarom startten RIAGG Rijnmond en het Steunpunt stervensbegeleiding en rouw in de multiculturele samenleving in 2004 het project 'Religie en cultuurspecifieke geestelijke verzorging bij grootschalige ongevallen en rampen' Dit project heeft geleid tot een aparte organisatie Geestelijke Verzorging bij grootschalige Ongevallen en Rampen (GVOR) Een pool met bijna dertig geestelijk verzorgers uit diverse gemeenschappen werd samengesteld, waaronder Rooms-katholieken, protestanten, moslims, hindoes en humanisten, geestelijk verzorgers van de Evangelische Broeder Gemeente (veelal Surinaamse Creolen) uit de Chinese en diverse vluchtelingengemeenschappen Zij hebben een training gevolgd waarbij zij geschoold zijn in de rampenopvang in het algemeen, hun specifieke plaats daarbinnen en het omgaan met mensen van verschillende achtergronden
Ten tijde van een ramp speelt het Leger des Heils een cruciale rol door de piketdienst voor de GVOR op zich te nemen Na een eerste oriëntatie in het opvangcentrum roept de piketfunctionaris op basis van de inschatting maximaal drie geestelijk verzorgers van verschillende denominaties op
Het Leger des Heils richt tevens een actiecentrum in, waarvoor ook mensen uit de diverse gemeenschappen volgens de sociale kaart worden opgeroepen Het actiecentrum zorgt voor de praktische ondersteuning van de geestelijk verzorgers in het opvangcentrum en kan voorbereidingen treffen voor activiteiten in de nazorgfase bijvoorbeeld de overdracht naar de lokale geestelijk verzorgers binnen de gemeenschappen en de organisatie van een herdenkingsdienst De GVOR maakt deel uit van het deelproces Opvang en Verzorging van de gemeente Rotterdam De dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die voor dit deelproces verantwoordelijk is, zal zorg dragen voor de alarmering en de continuering van de GVOR n september 2005 is het project afgerond met de overhandiging van het Operationeel Handboek GVOR aan burgemeester Opstelten van Rotterdam
9 handreiking voor geestelijk verzorgers en geestelijk leiders
Tijdens het project'Religie- en cultuurspecifieke geestelijke verzorging bij grootschalige ongevallen en rampen’ dat plaatsvond in Rotterdam (februari 2004 tot en met september 2005) is in verschillende settings gesproken over concrete aandachtspunten en adviezen voor de geestelijk verzorgers uit verschillende religieuze gemeenschappen, bij het werken in een gemeentelijk opvangcentrum bij een ramp. Hieruit zijn de volgende aandachtspunten en aanbevelingen te destilleren die ook in andere dan de Rotterdamse situatie relevant kunnen zijn.2
Voor de samenstelling van deze aanbevelingen is gebruik gemaakt van:
• Gespreksbijeenkomsten met betrokkenen uit diverse religieuze en culturele gemeenschappen, gehouden bij SPIOR (Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond), Stimulans (instelling voor maatschappelijke ontwikkeling), SVOR (Stichting Vluchtelingen organisaties Rijnmond) en het Convent der kerken Rotterdam in de periode juni-september 2004:
• De voorbereidingsbespreking voor de training van de geestelijk verzorgers in Rotterdam op 26 april 2005:
• De training van de geestelijk verzorgers op 18 en 25 juni 2005:
• De studiebijeenkomst 'Rouwrituelen in de multiculturele samenleving' op 21 juni 2005:
• Discussies in de netwerkbijeenkomst in het kader van het project Rampenspirit van Impact en MeetingMoreMinds op 23 juni 2005.
• Draag zorg voor materialen voor de geestelijk verzorgers: schrijfwaren, papier, religiegebonden materialen zoals een bijbel, de koran, een gebedsmatje met kompas, een kruisbeeld, kaarsen, enz.
• Zorg in een opvangcentrum voor een aparte ruimte waar gebeden kan worden of waar mensen zich kunnen terugtrekken voor bezinning en meditatie.
• Zorg dat de geestelijk verzorgers geïnformeerd zijn welke diensten/ organisaties bij rampen werkzaam zijn en wat hun taken zijn. Een klein kaartje met een organogram van de diensten/organisaties (een soort geheugensteuntje) kan daarbij helpen.
• Stel u bij aankomst in een opvangcentrum voor aan de andere geestelijk verzorgers voor u aan het werk gaat.
• Stel u als geestelijk verzorger voor aan de getroffene en vraag ook naar diens naam.
• Spreek niet over imams, pandits en pastoors, maar gebruik de term geestelijk verzorger.
• Als geestelijk verzorger hoeft u geen uitgebreide introductie te geven over het reilen en zeilen in een opvangcentrum.
• Voor koffie en thee zijn andere mensen verantwoordelijk, wat niet wegneemt dat u iets voor de getroffene kunt regelen als u dat nodig vindt.
• Kijk goed. Probeer zo zorgvuldig mogelijk waar te nemen om de 'behoefte' op te pikken.
• Bied een luisterend oor.
• Stel u terughoudend op. Wees aanwezig, zonder u op te dringen.
Ca uit van de behoeften van de getroffenen. Soms is in de buurt zijn al
voldoende.
• Samenvatten van wat de getroffene zegt kan helpen om iemands gedachten/gevoelens te structureren; geef terug wat u ziet en hoort, luister.
• Realiseer u dat u 'groot' moet denken. U bent er niet voor een enkel individu, maar voor een grote groep aanwezig. Eigen u getroffenen niet toe, meestal gaat het om kortdurende contacten.
Realiseer u dat mensen niet altijd het Nederlands goed machtig zijn.
Als gevolg van de schok kan het ook zijn dat mensen terugvallen op hun eigen taal. Mensen zullen misschien ook niet altijd expliciet aangeven dat ze u niet helemaal begrijpen. Vraag er dus zelf naar. Regel eventueel een tolk.
Het is belangrijk om snel aanwezig te zijn. Niet om snel een kant en klaar aanbod gereed te hebben. Neem ruimte om te improviseren.
Geef ruimte aan de chaos. U hoeft niet te snel alles in te vullen.
Vorm een rustpunt: antwoorden komen later wel.
Laat het verdriet er zijn. Er wordt niet van u verwacht dat u het wegneemt door bijvoorbeeld te verwijzen naar de wil van God.
Geef ruimte aan de vertwijfeling en de vragen. Neem mensen niet te snel mee van A naar B door middel van 'vaststaande' routes.
Maak de ramp niet kleiner dan deze is.
Neem de veerkracht van de mensen tot uitgangspunt. Als u goed kijkt en luistert, ziet u dat die er meteen al is - naast de verlamming en verbijstering.
Lotgenoten zijn ook bondgenoten. Geef de mensen de ruimte om elkaar bij te staan.
Getroffenen gaan door verschillende fasen heen. Zoek daar aansluiting bij. Help mensen erbij om de balans op te maken, als zij daar zelf aan toe zijn.
Realiseer u dat mensen heel verschillend kunnen reageren.
Mensen kunnen bang zijn, huilen, woede uiten of heel stil worden. Temperamentverschillen kunnen zich uitvergroten in geval van een ramp.
Geef ruimte aan de eigen beleving van mensen. Dat wil zeggen aan mensen als individuen, maar ook als groep (bijvoorbeeld: moslims of Surinaamse Creolen: of: moeders met kinderen: of: jongeren).
Geef ruimte aan religieuze en culturele verschillen.
U hoeft niet alles over andere religies en culturen te weten.
Vraag de mensen ernaar.
Toon respect en erkenning voor de eigen religieuze en culturele tradities van de getroffenen, zonder daarbij uw eigen geloof of cultuur te verloochenen.
Aan de buitenkant kunt u meestal niet zien welk geloof mensen hebben. Wees u bewust van uw eigen vooronderstellingen.
Enkele voorbeelden: Een Turkse man kan moslim zijn, maar ook christen, of'niets'. Een Hindoestaan is waarschijnlijk hindoe, maar kan ook heel goed moslim zijn.
Houd er rekening mee dat er veel culturele verschillen bestaan onder moslims. Zij kunnen oorspronkelijk afkomstig zijn uit Turkije, Marokko, Suriname, Indonesië, Palestina, enz.
In sommige etnische gemeenschappen, zoals de Kaapverdianen, geeft men luidkeels uiting aan verdriet. Soms raken mensen zelfs in een soort trance. Schrik daar niet van. U hoeft niet meteen te sussen of in te grijpen. Laat het aan de leden van de eigen gemeenschap over.
Zij weten zelf vaak heel goed hoe ze hier mee om moeten gaan.
Houd afstand, maar kijk goed wat zich afspeelt. Houd eventueel de hartslag in de gaten.
Trek u de heftige reacties van getroffenen niet persoonlijk aan.
Let goed op de reacties van de getroffene, hoe reageert deze op de aanpak van de geestelijk verzorger.
Raak de getroffene niet meteen aan, niet iedereen is daar op gesteld, vraag of iemand daar bezwaar tegen heeft.
Dwing mensen niet om op een stoel te blijven zitten, als ze willen bewegen, laat dat dan mogelijk zijn.
Ca geen theologische discussies aan, probeer deze discussies ook onder getroffenen te stoppen.
Wees alert op 'dienende/hulpvaardige' getroffenen.
Ook zij kunnen juist behoefte hebben aan ondersteuning.
De geestelijk verzorger is er om de mensen bij te staan op het gebied van zingevingvragen ('Waarom ik?’, 'Is dit een straf van God?’) en bij de duiding van de gebeurtenissen. Het is van belang om op tijd door te verwijzen of andere deskundigen te consulteren als hulpvragen op een ander gebied zich voordoen.
Als u het gevoel hebt dat u geen aansluiting kunt krijgen bij een getroffene, terwijl u wel een vraag onderkent, zoek dan hulp bij een van de andere geestelijk verzorgers, of andere hulpverleners.
Doe geen toezeggingen die u niet kunt waarmaken.
In veel etnische gemeenschappen wordt een directe 'slecht-nieuws-boodschap’ niet op prijs gesteld. Men is gewend een slecht bericht omzichtig over te brengen. Houd daar rekening mee. Misschien is het mogelijk om iemand uit de eigen groep rond de getroffen familie in te schakelen om samen het slechte nieuws voorzichtig mee te delen.
Een opvangcentrum is niet echt de plaats voor het uitvoeren van rituelen. Dat zal waarschijnlijk beter binnen de eigen kring kunnen plaatsvinden.
Er kan wel ruimte gemaakt worden om samen te bidden.
In veel etnische gemeenschappen is het gebruikelijk in groten getale steun te betuigen aan een familie in nood. Het kan zijn dat er veel mensen - niet alleen directe familieleden maar ook anderen - zich verzamelen rond een getroffen familie in het opvangcentrum. Als het mogelijk is, bied hiervoor dan de ruimte. Mocht dit problemen opleveren, dan kan met respect voor de gebruiken uitgelegd worden dat het op dat moment niet gelegen komt en dat het beter is om te vertrekken naar een locatie waar wel iedereen bij elkaar kan blijven. Of overleg met de getroffene dat deze in het opvangcentrum blijft en op een later tijdstip diens familie op een andere locatie weer ontmoet.
Over het algemeen zullen families/gezinnen met elkaar de tijd in het opvangcentrum willen doorbrengen. Dat geldt ook voor gemeenschappen waar vaak in andere omstandigheden een scheiding tussen mannen en vrouwen gewenst is, zoals bij sommige moslims of bij oudere Hindoestaanse vrouwen. Maak daar in overleg met het Hoofd Opvangcentrum, indien mogelijk ruimte voor. In de praktijk zal het zich waarschijnlijk vanzelf regelen.
• Als getroffenen weg willen uit een opvangcentrum, dan kan dat.
Ze hoeven er niet te blijven.
Het kan zijn dat een familie u vraagt om mee te gaan en te ondersteunen bij de identificatie van een overledene. Op het moment dat u meegaat, valt uw plek in het opvangcentrum leeg. Vraag om een geestelijk verzorger uit de eigen gemeenschap van de mensen in te schakelen of een andere beschikbare geestelijk verzorger.
Dalfsen
Dalfsen is een nog jonge plattelandsgemeente van bijna 30 000 inwoners, verspreid over een vijftal kernen en een aantal buitengebieden met daarin veel buurtschappen De gemeente werd niet getroffen door een ramp, al raakte de vogelpest één van de boerderijen in deze gemeente De gemeente heeft een actueel rampenplan dat in regionaal verband (11ssel-Vecht) tot stand kwam n het kader van deze voorbereiding op rampen heeft Dalfsen in 2003 met de plaatselijke kerken en geloofsgemeenschappen afspraken gemaakt over hun inzet bij een ramp Pastoor Berkhout uit Volendam was aanwezig o mi zijn ervaringen na de cafébrand te delen Sindsdien komen de betrokkenen jaarlijks bij elkaar op het gemeentehuis o mi de kontakten te onderhouden en specifieke, rampgerelateerde onderwerpen te bespreken
Rampenspirit is een traject met veel verschillende deelnemers. Er is een procesaanpak gevolgd die voortkomt uit de netwerkbenadering.
Met geestelijk verzorgers, ervaringsdeskundigen van diverse religieuze stromingen en vertegenwoordigers van gemeenten en hulpverleningsorganisaties is gewerkt aan een handreiking voor de inzet van geestelijk verzorgers en geestelijk leiders in de zorg na rampen.
Rampenspirit is het eerste interculturele, interreligieuze netwerk.
Het netwerkteam heeft kennis en ervaringen uitgewisseld die tot gezamenlijke aanbevelingen hebben geleid. Door de klankbordgroep is op bestuurlijk-organisatorisch niveau geadviseerd.
• Op landelijk niveau zou een netwerk gecontinueerd moeten worden dat bestaat uit een tiental bestuurders en beleidsmakers met actieve kennis over rampen en een twintigtal geestelijk leiders en geestelijk verzorgers die ervaringsdeskundig zijn op dit gebied en bovendien intercultureel ingesteld zijn.
• Dit Rampenspirit-netwerk zou een lichte structuur en aansturing kunnen hebben. Tweemaal per jaar komen de deelnemers samen, waarbij diverse aspecten van geestelijke verzorging in de zorg na rampen en crises aan de orde komen. Belangrijk is dat er ruimte gegeven wordt voor reflectie op een recente rampsituatie, in Nederland of daarbuiten.
• Een professionele training met bij voorkeur een interculturele component door Nederlandse deskundigen of door internationale experts zou een standaardonderdeel van tenminste een van de twee bijeenkomsten moeten zijn. Dit maakt dat de deelnemers verder geprofessionaliseerd worden en met elkaar een hechter netwerk vormen. Het netwerk is
een groep van mensen die tweemaal per jaar met elkaar werkt, leert en reflecteert en hierover communiceert met de achterban.
• Het Rampenspirit netwerk kan door de overheid en lokale overheden geraadpleegd worden voor specifieke vragen. De overheid heeft hiermee toegang tot een uniek netwerk van deskundige, gemotiveerde en intercultureel ingestelde mensen met eigen netwerken in de wereld van geestelijke verzorging. In de acute fase van een ramp of crisis kunnen
deze experts via Impact om advies gevraagd worden. Deelnemers aan het Rampenspirit netwerk zullen voor goede communicatie met de eigen achterban moeten zorgen, zodat kennis verspreid wordt en er geen op zichzelf staande groep ontstaat.
• Behalve trainingen voor de professionele geestelijk verzorgers die in het netwerk participeren, zijn er middelen nodig om een grotere groep geestelijk verzorgers en vrijwilligers te trainen. Hierbij gaat het met name om interculturaliteit, de do's en don'ts in acute situaties en de nazorgfase en methoden om de veerkracht van de bevolking te versterken.
• Vertalingen van rapportages, brochures en andere interactieve informatie zijn gewenst, omdat er veel groepen in de samenleving zijn die het Nederlands (nog) niet als eerste taal beheersen.
• Het Rampenspirit netwerk zal formele ondersteuning dienen te vinden in middelen en mensen. Dit biedt experts de mogelijkheid bij te dragen aan het interculturele expertisenetwerk voor geestelijke verzorging
in de zorg na rampen of crises. De bijkomende kosten voor locaties, verzorging, kosten van trainingen en het onderhouden van het netwerk (organisatorisch en online) zou middels een budgetpost van de overheid geregeld moeten worden. Gezien de lichte structuur en het nationale karakter zullen de kosten beperkt zijn.
• De organisatie van het Rampenspirit netwerk zou bij Impact kunnen liggen. Hier zijn reeds veel contacten en hier bevindt zich ook een nuttige database die verder aangevuld kan worden en gekoppeld kan worden aan databases van anderen, zoals die van de Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen en van de Protestantse Kerk in Nederland.
De overheid doet er goed aan om de inhoudelijke sturing van het netwerk
bij Impact te leggen, ondersteund door haar Raad van Advies.
Hierdoor kunnen verschillende invalshoeken meegenomen worden.
Daarnaast kunnen zij praktisch vertaald worden voor de bijeenkomsten met
de deelnemers.
Op 1 augustus 1999 werd Noordwest Turkije getroffen door een verwoestende aardbeving Er vielen meer dan zeventienduizend slachtoffers, waaronder tientallen Turken uit Nederland Honderden Turkse Nederlanders maakten de verwoesting en ontreddering van dichtbij mee Na de crisis lag het zwaartepunt bij hulp vanuit gemeenten met een grote Turkse gemeenschap Gemeenten werkten samen met migranten(organisaties) voor de hulp aan de getroffen gebieden Het ging hier om financiële, materiele en personele ondersteuning In samenwerking met de GGD, instellingen voor GGZ en maatschappelijk werk werden lokale informatie-en meldpunten opgericht Meestal ontstond gemeentelijke hulp op initiatief van de lokale migrantengemeenschap Op nationaal niveau betrof de hulp vooral overleg, informatie, juridische regelingen en faciliteiten voor een landelijk meldpunt Zo werd er een commissie ingesteld door de ministeries van VWS en BZk, met daarin Turkse migrantenvertegenwoordigers en externe deskundigen Er werd een telefoonlijn en een Landelijk Meldpunt Slachtoffers Aardbeving Turkije (LMSAT) opgezet Ook werd er een landelijke herdenkingsdienst georganiseerd Verder hebben Turkse organisaties contact opgenomen met de geestelijke gezondheidszorg, om psychische hulp aan de Turkse gemeenschap in Nederland te organiseren Een aantal Turkse professionals, werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg hebben psychische hulp geboden bijvoorbeeld door ondersteuning van de telefonische hulplijn van het LMSAT (Hoogsteder en Boomstra, 2004)
Eïsson. I The management of PTSD in primary and secondary care National Clinical Practice Cuideline Nurnber National Col la borating Centre for Mental Health Commissioned by the National Institute for Clinical Excellence 2005
COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement Na de brand Evaluatie van de gebeurtenissen in Roermond op, en na 12juli 2002 Den Haag, 2002
Essatibi, S Marokkaanse slachtoffers van de vuurwerkramp in Enschede Een onderzoek naar het verwerkingsproces bij getraumatiseerde Marokkaanse gezinnen Doctoraalscriptie Orthopedagogiek Vrije Universiteit, Amsterdam, 2001
Hoogsteder, M , Boomstra, R Overheid en migrantengroepen bij crises in herkomstlanden Een verkennend onderzoek Trimbos-lnstituut, Utrecht, 2004
Meijling-Togtema, M leder heeft zijn verhaal, 13 mei 2000 de vuurwerkramp in Enschede Losser, 2005
Ministerie BZk Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding 2003 www handboekrampenbestrijding n
Morgan, L , Scourfeld I , Williams, D , Jasper, A , Lewis, G The Aberfan disaster a 33-year follow-up of survivors British Journal of Psychiatry, 2003, 182, 532-536
Project Pastoraat na Ramp Activiteitenverslag 2001 Enschede, 2002
Project Pastoraat na Ramp Activiteitenverslag 2002 Enschede, 2003
Riagg Rijnmond, Steunpunt stervensbegeleiding en rouw in de multiculturele samenleving Concept procesverslag Religie- en cultuurspecifieke geestelijke verzorging bij grootschalige ongevallen en rampen Rotterdam, 2005
Ruff, O I De rol van de kerk bij een ramp kerkinactie Utrecht, 2002
Slagen voor Veiligheid, VNG Handreiking Opzet Informatie en Adviescentrum (IAC)
Den Haag, 2004
Verder lezen: Wetenschappelijke Literatuur
Alwart, I N I , Macnack, U D , Pengel-Porst, C R Rouwen rituelen na de vliegtuigramp Ervaringen van allochtone hulpverleners Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 1993 48/10, 1056-1066 Pdf te vinden in kennisbank Impact www impact-kenniscentrum n
Bell Meisenhelder, I Terrorism, posttraumatic stress, and religieus coping Issues in Mental Health Nursing, 2 0 02 , 23/8 , 771-78 2 Pdf te vinden in kennisbank Impact www impact-kenniscentrum n
Chemtob, C M Post traumatic stress disorder, trauma and culture Internationa R.eview of Psychiatry, 1996, 2, 257-292 Pdf te vinden in kennisbank Impact www impact-kenniscentrum n
Drogendijk, A N , Velden, P G , van der, kleber R. I Turkse getroffenen vuurwerkramp Enschede een vergelijkende studie Gedrag & Gezondheid, 2003, 31/3, 145-162 Pdf te vinden in kennisbank Impact www impact-kenniscentrum n
Everly, G S The role of pastoraI crisis intervention in disasters, terrorism, violence and other community crises International Journal of Emergency Mental Health, 2000, 2/3 139-142 Pdf te vinden in kennisbank Impact www impact-kenniscentrum n
Freedman, T G Voices of 9/11 frst responders patterns of collective resilience Clinica Soda Work Journal, 2004, 32/4, 377-393
long, J T V , de, Schaik, M M , van Culturele en religieuze aspecten van rouw- en traumaverwerking naar aanleiding van de Bijlmerramp Tijdschrift van Psychiatrie, 1994 36/4, 291-303 Pdf te vinden in kennisbank Impact www impact-kenniscentrum n
kleber, R I Het begrip posttraumatische stress-stoornis in cross-cultureel perspectief Mogelijkheden, beperkingen en bedenkingen Medische antropologie, 1996, 8/1, 27-43 Pdf te vinden in kennisbank Impact www impact-kenniscentrum n
Roberts, S B , Flanelly, k I , Weaver, A I Compassion fatigue among chaplains, clergy and other respondents after September 11 Journal Nervous Mental Disease, 2003, 191/11 756-8 Pdf te vinden in kennisbank Impact www impact-kenniscentrum n
Verder lezen: Overige Literatuur
Beijers, H De dood voor ogen Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 2005, 2, 143-145 Trimbos Instituut www trimbos n
Berkhout, I Pastoor van Volendam, Dagboek 2003
Department of Health and Human Services U S Public Health Service Mental health culture, race, and ethnicity A supplement to mental health a report of the surgeon general, 2001
Hendriks, H De vliegramp op Zanderij Verdriet, nazorg en hulp Een rapport over hulpverlening en beleid ten behoeve van nabestaanden Stichting Landelijke Federatie van Welzijnsorganisaties voor Surinamers, Utrecht, 1990 krajeski R L , Peterson, k I Recovery of the Spirit Issues in Recovery Community Responsive Ministry, 2002
North American Mission Board, SBC Southern Baptist Disaster Relief Chaplain Training Manual, Ceorgia, 2004 www namb net, doorklikken via
home>volunteering in missions>adult opportunities>disaster relief>manuals/resources
Post, P , Nugteren, A , Zondag, H Rituelen na Rampen Verkenning van een opkomend repertoire Tilburg, 2002
Raad van kerken Pastorale Zorg bij Rampen Eindhoven www rvk dse n
Raad van RCF'en, OPRON, IPSHOR Landelijk Model Procesplan Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen, 2004 www rgf n
Regionaal Diensten Centrum Noord-Holland Een ramp in onze gemeente, wat doet de kerk/ 2001 www rdc-nh n
Ruff, O I De rol van de kerk bij een ramp Kerk in Actie, Utrecht, 2002 www kerkinactie n
Ruijter, A M , de Gemeenten, rampen en geestelijke verzorging Knelpunten, overzicht betrokken instellingen, literatuuroverzicht Impact, Amsterdam, 2003 www impact-kenniscentrum n
Vereniging van Nederlandse Gemeenten Handreiking opzet Informatie- en Adviescentrum (IAC) na rampen Den Haag, 2004 www slagenvoorveiligheid n
VGVZ Beroepsstandaard voor de geestelijk verzorger in zorginstellingen 2002 www vgvz n
Wet Rampen en Zware Ongevallen (Wrzo) 1985
Wouters, D N Er valt een gat Over crisiscounseling bij een grote ramp Kampen, 1993
Steunpunt stervensbegeleiding en rouw in de multiculturele samenleving heeft de volgende publicaties ter beschikking
COS Rijnmond £. Midden Holland Servicemap Stervensbegeleiding, rouwrituelen en rouwverwerking in de multiculturele samenleving
Uitgebreide beschrijvingen van gebruiken, rituelen en tradities in verschillende religies en levensbeschouwingen Adressen van organisaties en vertrouwenspersonen die benaderd kunnen worden voor informatie, advies en verwijzing
Geheel herziene uitgave, Rotterdam, 2005 Digitale versie van Servicemap op www rouwrituelen n
CD-rom Stervensbegeleiding, rouwrituelen en rouwverwerking in de multiculturele samenleving
COS Rijnmond H Midden Holland Stervensbegeleiding, rouwrituelen en rouwverwerking in een multicultureel ziekenhuis Verslag symposium en praktische adviezen, 2001 www rouwrituelen n
COS Rijnmond H Midden Holland Op eigen wijze? Culturele en religieuze diversiteit rond sterven en rouw in de Rotterdamse ziekenhuizen. Rapportage, 2002 www rouwrituelen n
Riagg Rijnmond, Steunpunt stervensbegeleiding en rouw in de multiculturele samenleving Procesverslag van het project Religie- en cultuurspecifieke geestelijke verzorging bij grootschalige ongevallen en rampen 2005
Operationeel Handboek Geestelijke Verzorging bij grootschalige Ongevallen en Rampen (GVOR) Rotterdam, 2005
1 Handelingen II, 2002 -2003, nr 87-5111 Van der Staaij (SGP)
Met betrekking tot de psychosociale nazorg onderschrijft de minister het belang van de positie van kerken en geestelijke verzorging in rampenplannen Om de aandacht daarvoor te bevorderen, vindt er een nadere inventarisatie plaats van de functie die geestelijke instellingen in de nazorg kunnen vervullen Is daarmee ook gewaarborgd dat in de rampenplannen standaard aandacht wordt besteed aan de geestelijke verzorging?
Minister Remkes
k ben de heer Van der Staaij nog een antwoord schuldig op de vraag hoe het levensbeschouwelijke element kan worden verankerd in de nazorg In de memorie van toelichting is daarover een aantal opmerkingen gemaakt In de verdere plannen zal dit een plaats krijgen De heer Van der Staaij kan dit is als een toezegging beschouwen Het punt zal ook worden opgenomen met de gemeenten en de lokale organisaties
2 Op basis van Concept procesverslag Religie-en cultuurspecifieke geestelijke verzorging bij grootschalige ongevallen en rampen, RIAGG Rijnmond en Steunpunt stervensbegeleiding en rouw in de multiculturele samenleving, Rotterdam, september 2005
Londen
In juli 2005 werd Londen getroffen door een serie terroristische aanslagen op het openbaar vervoer waarbij 56 doden en ongeveer 700 gewonden vielen
n de parochie van de Anglicaanse Old Saint Pancras Church liggen vier grote metrostations De priester van deze parochie was dan ook voorbereid "We wisten bijna zeker dat zoiets als dit een keer zou gebeuren Dan moetje er zijn als kerk "
Zijn eerste zorg ging uit naar de gewonden op straat "Ik heb met mensen gebeden die gewond op brancards lagen en naar ze geluisterd, als ze konden praten” Later sprak hij met de hulpverleners van brandweer en politie "Zij hadden vaak alleen maar een luisterend oor nodig, wilden het leed met iemand delen "
De diensten in de periode van de aanslagen werden aan de actualiteit aangepast Zo zei de predikant van de Protestantse Nederlandse gemeente in Londen "In de preek en in de gebeden zullen we stilstaan bij de slachtoffers en na de dienst kunnen mensen die daaraan behoefte hebben, blijven om te praten Als kerk proberen we toch iets van troost te bieden We mogen weten dat geweld niet het laatste woord heeft We moeten, juist ook als gelovigen, proberen begrip te blijven houden voor elkaar en elkaar vasthouden, zeker ook als het gaat om andere bevolkingsgroepen "
(Nederlands dagblad, 9 juli 2005)
bijlage 1 relevante organisaties landelijk
CIO (Interkerkelijk Contact in Overheidszaken)
Het CIO is een samenwerkingsverband van 21 kerkgenootschappen Zij behandelt en bespreekt namens de aangesloten kerken onderwerpen op het terrein van kerk en overheid Daarnaast verzorgt het CIO gemeenschappelijke taken of belangen op het gebied van geestelijke verzorging in justitiële inrichtingen, geestelijke verzorging in de krijgsmacht, de gezondheidszorg en monumentale kerkgebouwen www cioweb n
CMO (Contactorgaan Moslims en Overheid)
Het CMO is een officieel overlegorgaan van de islamitische gemeenschap in Nederland Zij fungeert als officiële gesprekspartner van de overheid Het CMO voert overleg met de overheid over onderwerpen die de integratie van moslims aangaan
CCZ Friesland biedt geestelijke gezondheidszorg aan mensen met psychiatrische stoornissen of ernstige psychische problemen CCZ Friesland houdt zich ook specifiek met geestelijke verzorging bezig Alle cliënten van CCZ Friesland en hun naastbetrokkenen hebben recht op geestelijke verzorging, ongeacht achtergrond of levensbeschouwing In samenwerking met de Raad van kerken en het provinciaal dienstencentrum van de Protestantse kerken in Nederland heeft CCZ Friesland de cursus Pastoraat en Psychiatrie' opgezet www ggzfriesland n T 053 284 8700
GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen)
De GHOR coördineert de inzet van geneeskundige diensten tijdens rampen en grote ongevallen Zij is verantwoordelijk voor geneeskundige hulpverlening somatisch, psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen (PSHOR) en preventieve openbare gezondheidszorg (POG) www ghor n T 030 252 5077
HKI (Hendrik kraemer Instituut)
Het Hendrik kraemer Instituut is een internationaal en intercultureel georiënteerd kenniscentrum van de Protestantse kerk in Nederland Zij verzorgt opleidingen op het gebied van zending, diaconaat en ontwikkelingssamenwerking Het Hendrik kraemer Instituut beschikt over een drie-daagse cursus over nazorg bij rampen voor professionals en leken binnen de kerken www iob pkn nl/hki T 030 880 1909
Humanistisch Verbond
Het Humanistisch Verbond maakt zich sterk voor waarden als zelfbeschikking, gelijke behandeling en verdraagzaamheid Zij verzorgt cursussen, organiseert lezingen, gespreksgroepen en themabijeenkomsten Daarnaast biedt zij diensten aan zoals spreken bij uitvaarten, humanistisch geestelijke verzorging en relativering Verder organiseert het verbond campagnes en projecten over actuele, maatschappelijke thema's www humanistischverbond n T 020 521 9090
Het idee voor het Huis van Verhalen is ontstaan vanuit het project 'Pastoraat na Ramp' in Enschede In Het Huis van Verhalen gaat het om 'gehoord worden', mensen kunnen er op verhaal komen Het Huis van Verhalen zal in de zomer van 2006 een plekje krijgen in de wijk de Roombeek te Enschede Er zullen verschillende ruimten zijn een verhalenruimte, een stilteruimte en een ruimte waarin mensen één op één kunnen praten
www huisvanverhalenenschede n T 053 431 6288
Impact heeft tot doel het bevorderen van kwalitatief hoogwaardige en adeguaat georganiseerde psychosociale zorg na rampen Zij houdt zich bezig met het bundelen van ervaring en wetenschappelijke kennis, het inzichtelijk maken en beschikbaar stellen hiervan voor uiteenlopende doelgroepen en het bevorderen van samenwerking tussen betrokken partijen www impact-kenniscentrum n T 020 566 2102
De stuurgroep Islam en Burgerschap houdt zich bezig met de relatie tussen normen, waarden en burgerschap, en de rol die islamitische organisaties hierbij kunnen spelen nzet van de stuurgroep is het maatschappelijk debat binnen de moslimgemeenschap te stimuleren, en deze waar relevant te verbreden naar de gehele Nederlandse samenleving Per 1 september 2002 is Islam en Burgerschap een Stichting www islamenburgerschap n T 070 302 9590
Het Luchthaven Pastoraat Schiphol levert een bijdrage aan de emotionele en geestelijke zorg van mensen uit verschillinde culturen en met verschillende achtergronden en emoties, die op de luchthaven komen of werkzaam zijn www luchthavenpastoraat n T 020 601 4751
Ministerie van BZK (Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties)
Het ministerie van BZK heeft een omvangrijk en veelzijdig takenpakket Het beslaat terreinen uiteenlopend van de bestuurlijke inrichting van Nederland tot een loopbaanbeleid voor de politie, van de kwaliteit van de rijksdienst tot de binnenlandse veiligheid Die taken worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de gemeenten de provincies en de andere ministeries Ook de rampenbestrijding behoort tot haar takenpakket Bij een ramp op landelijke schaal, zal de bestrijding op landelijk niveau afgestemd worden De minister van BZK heeft dan een coördinerende en sturende functie
www minbzk n T 070 426 6426
Ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport)
Het ministerie van VWS is voorwaardenscheppend voor een goed stelsel van (gezondheidszorg)zorg, ook tijdens crises en rampen-omstandigheden Vanuit die verantwoordelijkheid wordt gewerkt aan o a versterking van de kennis over zorg tijdens en na rampen Onderdeel daarvan is de oprichting van de stichting Impact voor psychosociale nazorg tijdens en na rampen Voorts is het ministerie van VWS bij crises en rampen op nationaal niveau verantwoordelijk voor de zorg, waaronder psychosociale zorg
www rninvws n T 070 340 7911
NAOV (Netwerk Ambtenaren Openbare Veiligheid)
Het NAOV richt zich op hen die betrokken zijn of worden bij de rampenbestrijding Daarbij zicht zij zich vooral op de gemeentelijke component Het NAOV wil de belangen van deze beroepsgroep van ambtenaren behartigen www slagenvoorveiligheid n
OPRON (Overleg Psychosociale R.ampenopvang Nederland)
Het OPRON is gericht op het initiëren en onderhouden van een samenhangend landelijk netwerk van preventieve psychosociale hulp aan getroffenen van een grootschalig ongeval of een ramp www opron org T 010 445 3498
Na de vuurwerkramp van 13 mei 2000 wilden de kerken in Enschede een bijdrage everen aan het herstel van het leven "Wat kunnen wei'” vroegen ze zich af We kunnen luisteren en niet te snel opgeven We kunnen zo nu en dan een eindje oplopen met getroffenen die een lange weg te gaan hebben Zo ontstond het project Pastoraat na Ramp', dat vijfjaar lang heeft mogen duren als aanvulling op het werk dat geloofsgemeenschappen zelf hebben verzet Pastoraat na Ramp heet nu Huis van Verhalen
Pastorale Nazorg Volendam
De brand in café 't Hemeltje in Volendam in de nacht van 31 december 2000 op 1 januari 2001 heeft grote gevolgen gehad voor de Volendamse samenleving en met name voor de jongeren 14 van hen overleefden de catastrofe niet en lieten het leven Een groot aantal jongeren was aanwezig in het café en is gewond geraakt Na een onmiddellijk en direct pastoraal bijstaan vanuit de parochies is in september 2002 het project Pastorale Nazorg Volendam van start gegaan als bijdrage aan de opgave waar getroffenen voor staan, namelijk de brand in hun leven een plaats te geven
PKN (Protestantse Kerk in Nederland)
De PKN is het grootste protestantse kerkgenootschap in Nederland De PKN is in 2004 ontstaan uit een fusie van de "Samen op Weg-kerken" (Gereformeerde kerken in Nederland, de Nederlandse Hervormde kerk en de Evangelisch-Lutherse kerk in Nederland) De Protestantse Kerk in Nederland heeft ongeveer 2,5 miljoen leden Zij zijn verspreid over ongeveer 3000 (wijk)gemeenten www pKn n T 030 880 1880
Raad van RGF’en (Regionaal GeneesKundig Functionarissen)
De Raad van RGF'en ondersteunt de Regionaal GeneesKundig Functionarissen die in hun veiligheidsregio verantwoordelijh zijn voor de GeneesKundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen De raad draagt onder andere bij aan de inrichting van een duidelijhe structuur van de GHOR en werKt samen met de Ketenpartners van de GHOR www rgf n T 030 252 5077
RvK (Raad van Kerken)
De Raad van Kerken is een gemeenschap van 16 kerken in Nederland Vanuit een christelijke inspiratie bevordert de Raad van Kerken de samenwerking en het streven naar eenheid tussen de kerken alsmede de dienst van de kerken gezamenlijk aan de samenleving De Raad onderhoudt relaties met zijn lidkerken en de oecumenische beweging in Nederland en wereldwijd, maar ook met vertegenwoordigers van andere religies, overheden, politieke partijen en maatschappelijke organisaties www raadvankerken n T 033 463 3844
Contactgegevens bisdommen van Nederland
Aartsbisdom Utrecht www aartsbisdom ri T 030 233 8033
Bisdom Haarlem www bisdornhaarlern ri T 023 511 2600
Bisdom R.otterdarn www bisdornrotterdam ri T 010 281 5171
Bisdom Breda www bisdornbreda ri T 076 522 3444
Bisdom Groningen www bisdorriqroriiriqeri ri T 050 406 5888
Bisdom 's Hertoqeribosch www bisdornderibosch ri T 073 612 5488
Bisdom R.oerrnorid www bisdorri-roerrriorid ri T 0475 386888
Rooms Katholieke Kerk (Bisdommen van Nederland)
Nederland telt ruim 5 miljoen geregistreerde katholieken (31 7 % van de Nederlandse bevolking) Ze wonen verspreid over zeven bisdommen Het percentage katholieken in de bisdommen verschilt sterk In plaatselijke parochies krijgen de katholieke geloofsgemeenschappen gezicht in de vele pastorale activiteiten rondom liturgie catechese, diaconie en gemeenschapsopbouw Bij eventuele calamiteiten en rampen kunnen pastores vanuit hun pastorale opdracht nabij zijn in de directe opvang van slachtoffers, maar meer nog bij de nazorg www rkkerk n
Het Sinai Centrum is een joodse instelling voor geestelijke gezondheidszorg en instituut voor verstandelijk gehandicapten Daarnaast is het Sinai Centrum gespecialiseerd in psychotraumabehandeling van joodse en niet-joodse mensen die door oorlog en geweld zijn getroffen www sinai n T 020 301 3730
SKIN (Samen kerk In Nederland)
SKIN is een vereniging van migrantenkerken en gemeenschappen Op dit moment zijn ongeveer 50 kerken lid van SKIN Het bestuur wordt gevormd door vertegenwoordigers van een aantal lidkerken SKIN zet zich onder meer in voor betaalbare samenkomstruimtes en het wegwijs worden in de regels en wetten van de Nederlandse samenleving SKIN organiseert cursussen voor leidinggevenden in haar kerken en studiedagen over bijvoorbeeld opvoeding en gezondheid Daarnaast wisselt zij adviezen uit over allerlei praktische zaken www skinkerken n T 033 445 0654
Slagen voor Veiligheid is het ondersteuningsprogramma van de VNC op het terrein van fysieke en integrale veiligheid Slagen voor Veiligheid biedt gemeenten onder andere ondersteuning met behulp van ambassadeurs, een diagnose-instrument, bijeenkomsten, handreikingen en een website www slagenvoorveiligheid n
SPIOR (Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond)
SPIOR is de koepelorganisatie van islamitische organisaties in Rotterdam en Omstreken SPIOR zet zich in voor de bevordering van de participatie van moslims in de Nederlandse samenleving Daartoe ontwikkelt zij diverse diensten en voert deze uit, op de terreinen van maatschappelijke participatie H kadervorming, educatie H voorlichting en signalering H anti-discriminatie www spior n T 010 466 6989
Steunpunt stervensbegeleiding en rouw in de multiculturele samenleving
Het Steunpunt maakt kennis en informatie over sterven en rouw in verschillende culturen en religies toegankelijk voor uiteenlopende doelgroepen door middel van informatieverstrekking, advisering, kennisoverdracht, onderzoeken netwerk-en beleidsontwikkeling Er wordt samengewerkt met vertegenwoordigers van verschillende religies en herkomstlanden Het Steunpunt is een initiatief van COS Rijnmond £. Midden Holland, Stichting Platform Islamitische Organisaties Rotterdam (SPIOR)
Stichting Stimulans en ZorgCompas www rouwrituelen n T 010 275 59 55
Veteraneninstituut
De Stichting het Veteraneninstituut bevordert de maatschappelijke erkenning en het psychisch, sociaal en lichamelijk welbevinden van Nederlandse veteranen en hun thuisfront Bij het Veteraneninstituut kunnen mensen terecht met al hun vragen over erkenning en zorg voor veteranen www veteraneninstituut n T 0343 474 147
VGVZ (Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen)
De VGVZ is een landelijke beroepsvereniging voor alle geestelijk verzorgers, werkzaam in instellingen voor de gezondheidszorg in Nederland De VGVZ bevordert de geestelijke verzorging in zorginstellingen en helpt bij het oplossen van problemen die zich voordoen op het werkterrein van de geestelijk verzorger www vgvz n T 030 262 8618
VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten)
De VNG behartigt de belangen van alle Nederlandse gemeenten bij andere overheden Daarnaast oefent zij een platformfunctie uit en adviseert zij haar leden over actuele ontwikkelingen www vng n T 070 373 8393
project 'religie- en cultuurspecifieke geestelijke verzorging bij grootschalige rampen en ongevallen' in Rotterdam
Bij verschillende rampen die zich de afgelopen jaren in Nederland hebben voltrokken is gebleken dat het van belang is om naast de ofpciële hulpverleningsinstanties ook de inzet van geestelijk verzorgers te organiseren In Rotterdam constateerde de coördinator van de psychosociale hulpverlening bij rampen dat zijn team het verlenen van geestelijke verzorging niet tot taak heeft Het is te verwachten dat bij een ramp of grootschalig ongeval in Rotterdam mensen van vele verschillende religies en culturen betrokken zullen zijn Bij de organisatie van de inzet van geestelijk verzorgers zal aan deze diversiteit tegemoet gekomen moeten worden
n 2004 startten RIACC Rijnmond en het Steunpunt stervensbegeleiding en rouw in de multiculturele samenleving in Rotterdam een onderzoek, getiteld 'Religie- en cultuurspecifieke geestelijke verzorging bij grootschalige rampen en ongevallen’
Ter ondersteuning van het onderzoek werd een klankbordgroep ingericht met externe deskundigen, professionals uit het veld van migranten- en vluchtelingenwerk, diversiteitsbeleid en de kerken, en ambtenaren betrokken bij de rampenbestrijding
Het onderzoek concentreerde zich op de acute fase van de opvang bij een ramp die in Nederland plaatsvindt In twee gespreksronden zijn de verschillende religieuze en culturele gemeenschappen groepsgewijze geconsulteerd christenen, moslims, Surinamers van verschillende achtergronden en vluchtelingen
n de eerste gespreksronde zijn de vertegenwoordigers uit de diverse gemeenschappen bevraagd op de behoefte aan geestelijke verzorging bij rampen Cedachten zijn gevormd over de mogelijke organisatie van de geestelijke verzorging in een opvangcentrum en de criteria waaraan de geestelijk verzorgers zouden moeten voldoen Daarnaast is gesproken over wensen ten aanzien van een aantal praktische zaken rond de organisatie van de rampenopvang, zoals de verzorging van de overledenen, de identipcatie van slachtoffers, de bekendmaking van de doden, de inrichting van een opvangcentrum Uit deze eerste gespreksronde bleek bij vrijwel alle groepen een duidelijke behoefte aan geestelijke verzorging Deze is door de projectgroep in samenspraak met de klankbordgroep vertaald in een organisatievoorstel Dat is in een tweede ronde teruggekoppeld naar de diverse gemeenschappen Zij toonden zich tevreden en zegden hun medewerking toe aan de totstandkoming van een pool van geestelijk verzorgers die inzetbaar zijn bij rampen Zij beschouwden het voorstel als een erkenning van de plaats van hun gemeenschappen in de Rotterdamse samenleving
Een eigen organisatie:
Geestelijke Verzorging bij grootschalige Ongevallen en Rampen (GVOR)
Er zijn verschillende mogelijkheden om geestelijk verzorgers in te zetten in de rampenopvang In Rotterdam is gekozen voor de inrichting van een aparte organisatie die valt onder het deelproces Opvang en Verzorging van de gemeente De dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid is verantwoordelijk voor dit deelproces n de CVOR speelt het Leger des Heils in Rotterdam een cruciale rol Deze organisatie neemt de piketdienst op zich Bij een ramp zal de piketfunctionaris namens de geestelijke verzorging als eerste naar het opvangcentrum gaan en daar de situatie opnemen Op basis van zijn/haar eerste inschattingen zullen maximaal drie geestelijk verzorgers uit verschillende religieuze en etnische gemeenschappen worden opgeroepen Zij dragen gezamenlijk tijdens de acute fase zorg voor de geestelijke verzorging voor de mensen in het opvangcentrum Tegelijk wordt een actiecentrum ingericht bij het Leger des Heils dat ondersteuning aan de geestelijke verzorging in het opvangcentrum biedt en voorbereidingen treft voor activiteiten in de nazorgfase, zoals de organisatie van een herdenkingsdienst of stille tocht , in samenwerking met andere betrokken diensten en gemeentelijke afdelingen Na beëindiging van de acute fase wordt zorg gedragen voor zorgvuldige overdracht aan de organisaties betrokken bij de nazorgfase en de eigen geestelijk verzorgers van de getroffenen n de tweede gespreksronde zijn de resultaten teruggekoppeld Het organisatievoorste is door alle betrokkenen goedgekeurd
Pool van geestelijk verzorgers
Een pool met bijna dertig geestelijk verzorgers uit diverse gemeenschappen is samengesteld, waaronder Rooms-katholieken, protestanten, moslims, hindoes en humanisten, geestelijk verzorgers van de Evangelische Broeder Cemeente (veela Surinaamse Creolen), uit de Chinese en diverse vluchtelingengemeenschappen Zij hebben een training gevolgd waarbij zij geschoold zijn in de rampenopvang in het algemeen, hun specifieke plaats daarbinnen en het omgaan met mensen van verschillende achtergronden
Operationeel Handboek
De organisatie en de inzet van geestelijke verzorging is vastgelegd in een Operationee Handboek Geestelijke Verzorging bij grootschalige Ongevallen en Rampen (GVOR)
Dit document biedt de geestelijk verzorgers ondersteuning bij hun werkzaamheden en geeft een helder beeld van de procedures in deze nieuwe organisatie binnen de rampenopvang
Studiebijeenkomst
Om de GVOR te presenteren aan alle bij een ramp betrokken hulpverleningsdiensten is op 21 juni 2005 een studiebijeenkomst georganiseerd Vertegenwoordigers uit verschillende gemeenschappen (christenen, moslims, hindoes, Surinaamse Creolen en Kaapverdianen) verzorgden korte lezingen en visuele presentaties Aan de hand daarvan kregen de deelnemers een beeld van de diversiteit van rouwbeleving in de verschillende
gemeenschappen en - meer specifiek - de te verwachten reacties en uitingen, wensen en behoeften bij een ramp
Op 19 september 2005 is het Operationeel Handboek GVOR overhandigd aan de burgemeester van Rotterdam, de heer Opstelten Vanaf dat moment is de organisatie van geestelijk verzorgers bij rampen operationeel Natuurlijk zal de praktijk moeten eren welke elementen voor verbetering vatbaar zijn De projectorganisatoren gaan ervan uit dat de opzet en organisatie in samenwerking met de verschillende religieuze en culturele gemeenschappen een voorbeeld kan zijn voor andere gemeenten Het procesverslag en het Handboek zijn beschikbaar voor andere regio's
Voor meer informatie: RIAGG Rijnmond
Domien Theuvenet Westhavenkade 85 3133 AV Vlaardingen T Oio 445 34 98
domien theuvenet@riagg-rnw n
Steunpunt stervensbegeleiding en rouw in de multiculturele samenleving
p/a COS Rijnmond £. Midden Holland
losé Wigny
Postbus 686
3000 AR Rotterdam
T 010 275 59 55
j wigny@cosrmh nl
deelnemers en deelnemende organisaties
Samenstelling Klankbordgroep
Dhr LV Elfers Gemeente Dalfsen, Voorzitter klankbordgroep
Ds W in ’t Hout Diensten Geestelijke Verzorging binnen de Krijgsmacht
Dhr B Jacobs Sinai Centrum
Dhr T Kuipers Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Dhr W van Roessel Landelijk Bureau GHOR
Ds O Ruff Raad van Kerken
Mw M ter Steeg Bisdom Utrecht
Dhr G T The SKIN
Dhr J P de Vries CIO
Mw J Wigny Steunpunt Stervensbegeleiding en rouw in de multiculturele
samenleving Dhr A Wijnen Ministerie van BZK
Dhr T Zwennes Ministerie van VWS
Samenstelling Netwerkgroep |
|
Dhr W van Broekhoven |
Luchthaven Pastoraat |
Rev R Calvert |
SKIN Scots International Church |
Dhr M Disli |
SPIOR |
Dhr S Drost |
Protestants Diensten Centrum Zeeland |
Ds M Dube |
African Methodist Episcopal Church |
Dhr T Hanrath |
AZM |
Mw Y Heygele |
Steunpunt Stervensbegeleiding en rouw in de mul samenleving |
Ds W in ’t Hout |
Diensten Geestelijke Verzorging binnen de Krijgsrr |
Dhr R Huijzer |
VGVZ |
Dhr Dr A Karagul |
UMC |
Dhr A Köse |
AMC |
Dhr T Kuipers |
Vereniging van Nederlandse Gemeenten |
Dhr A van der Ley |
Politie Amsterdam Amstelland |
Mw H Maartens |
Huis van Verhalen (voorheen Pastoraat na Ramp) |
Rev J T Marfo |
SKIN The House of Fellowship |
Dhr 1 Molenaar |
Politie Zaanstreek Waterland |
Mw HAM Nelson |
PKN/Protestantse gemeente Bijlmermeer |
Dhr J Noë |
Pastorale Nazorg Volendam |
Dhr J A Potters |
Raad van Kerken Eindhoven |
Dhr D P van Praag |
Sinai Centrum |
Dhr C Purmer |
Gemeente Enschede |
Dhr A Ramdhani |
Dienst Geestelijke Verzorging MC Haaglanden |
Mw W Reinders |
Humanistisch Verbond |
Mw P Robbers |
PKN |
Dhr H Sagius |
NAOV |
Mw R Spanjaard |
GHOR Gooi en Vechtstreek |
Dhr E Veldman |
Huis van Verhalen (voorheen Pastoraat na Ramp) |
Dhr H J J M Vossen |
Bisdom Roermond |
Mw C D Vroegindeweij |
PKN |
AMC |
Academisch Medisch Centrum |
AZM |
Academisch Ziekenhuis Maastricht |
BSVE |
Belangenvereniging Slachtoffers Vuurwerkramp Enschede |
BZK |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
CBRN |
Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair |
CIO |
Interkerkelijk Contact in Overheidszaken |
CMO |
Contactorgaan Moslims en Overheid |
COS |
Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking |
GGD |
Gemeentelijke Geneeskundige Dienst |
GGZ |
Geestelijke Gezondheidszorg |
GHOR |
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen |
GV |
Geestelijke Verzorging |
GVOR |
Geestelijke Verzorging bij grootschalige Ongevallen en Rampen |
GZ |
Gezondheidszorg |
H KI |
Hendrik Kraemer Instituut |
IAC |
Informatie- en Advies Centrum |
LdH |
Leger des Heils |
LMSAT |
Landelijk Meldpunt Slachtoffers Aardbeving Turkije |
MKZ |
Mond- en Klauwzeer |
NAOV |
Netwerk Ambtenaren Openbare Veiligheid |
NOS |
Nederlandse Omroep Stichting |
0 1 V |
Opvang en Verzorging |
Oikos |
Oecumenisch Instituut Kerken Ontwikkelingssamenwerking |
OPRON |
Overleg Psychosociale Rampenopvang Nederland |
PKN |
Protestantse Kerk in Nederland |
POG |
Preventieve Openbare Gezondheidszorg |
PSHOR |
Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen |
RGF |
Regionaal Geneeskundig Functionarissen |
RIAGG |
Regionale Instelling voor de Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg |
RvK |
Raad van Kerken |
SARS |
Severe Acute Respiratory Syndrome |
SKIN |
Samen Kerk In Nederland |
SPIOR |
Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond |
SVOR |
Stichting Vluchtelingen Organisaties Rijnmond |
UMC |
Universitair Medisch Centrum Utrecht |
VGVZ |
Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen |
VNG |
Vereniging van Nederlandse Gemeenten |
VWS |
Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
ZLTO |
Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie |
uitgave
Impact
Tafelbergweg 25 1105 BC Amsterdam T 020 566 2102 F 020 566 9322
auteurs
Impact:
mw. drs. AM. de Ruyter mw. drs.J.C.M. Netten mw. drs. FM. van Galen MeetingMoreMinds: mw. prof. dr. A.J.M. Roobeek
met medewerking van
mw. E. Wijker mw.M. Bakker mw. N. Alberto
vormgeving
BuroBraak, Amsterdam
foto's
Richard Lotte Fotografie drukwerk
HWR drukwerk, Katwijk verantwoording citaten
Hanna Hirsch in: De rol van de kerk bij een ramp, O.J. Ruff, Utrecht, 2002
Otto Ruff in: Nederlands Dagblad, eindejaarsbijlage 2001 Douwe Wouters in: Nederlands Dagblad, eindejaarsbijlage 2001 Ton Hanrath: persoonlijke mededeling Thijs Kuipers: persoonlijke mededeling
Pastoor Berkhout: symposium “De rol van de kerk bij een ramp’’,
3 oktober 2003, De Nieuwe Stad, Amsterdam
Esthervan der Va te: symposium “De rol van de kerk bij een ramp’’,
3 oktober 2003, De Nieuwe Stad, Amsterdam
Getroffene (anoniem): persoonlijke mededeling
Getroffene (anoniem): uit scriptie Essatibi
Saïd Essatibi: Marokkaans-Nederlandse GZ-psycholoog, scriptie
ArthurWijnen: persoonlijke mededeling
IMP boekje A5
67 p