Mogelijke rouwrituelen bij de behandeling van oorlogsgetroffenen

Het verliezen van iemand die een centrale plaats in het leven van de nabestaande innam - diens partner of kind, bijvoorbeeld - is een ernstig psychisch trauma. Met de dood van de partner of het kind lijkt ook de zin van het eigen bestaan ie zijn weggevallen. De rouw die op dat verlies volgt, dient niet alleen in te houden het verstandelijk en emotioneel aanvaarden en verwerken dat de overledene er niet meer is, maar ook een reorganisatie van het eigen beslaan om weer een zinvol leven te kunnen leiden - zo mogelijk ook met betekenisvolle banden met een ander of anderen (Parkes & Weiss.

Afscheid nemen van het verleden: het werken met gestructureerde schrijfopdrachten

In de DSM-1V wordt een aparte plaats ingeruimd voor de posttraumatisch stress-stoorms (PTSS) (American Psychiatric Association. 1991) en wordt deze niet uitsluitend gerangschikt onder de angststoornissen (Horowitz, 1993). Deze ontwikkeling onderstreept het belang van de plaats die posttraumatische stress heeft gekregen binnen de psychiatrie, de klinische psychologie en de psychotherapie. In tegenstelling tot de andere 'ziektebeelden' speelt daarbij in de diagnose ook de etio-logie een rol.

Gedwongen migratie, verlies en cultuur

In het Westen is men de laatste jaren steeds meer gaan spreken van de multiculturele samenleving', een samenleving waarin diverse elementen van de oorspronkelijke culturen van migranten opgenomen worden. In hoeverre wezenlijke zaken van andere culturen door de autochtone westerling geaccepteerd worden blijft echter de vraag. Het lijkt meer om de versiering te gaan, zoals bijvoorbeeld het genieten van exotische gerechten of muziek en minder om fundamentele waarden en ideeén, die de houding ten opzichte van anderen, en tegenover leven en dood bepalen.

Blijvend ondergedoken als opschorting van rouw

Begin jaren tachtig keek de wereld verbaasd op: er was gebleken dat er zich nog groepjes Japanse soldaten schuilhielden in de Jungle. Zij konden of wilden niet geloven dat de oorlog was afgelopen, dat hun keizerrijk gecapituleerd had. In hun trouw wezen ze alle desbetreffende geruchten af als vijandelijke propaganda, en het heeft na de ontdekking nog veel moeite gekost ze te overtuigen en te repatriëren. Even verbaasd is de hulpverlener die merkt hoeveel patiënten er nog zijn die ondanks de bevrijding nog ‘ondergedoken’ leven.

Scheiding en rouw bij oorlogsgetroffenen in het kader van de levenslooppsychologie

Inleiding

De levenslooppsychologie is bij de behandeling van oudere cliënten eigenlijk altijd het fundament van waaruit het denken over de behandelingsmogelijkheden vorm krijgt. Zoals dat echter vaker gebeurt met fundamenten, wordt dc aanwezigheid ervan al snel als gegeven aangenomen. Pas op het moment dat expliciet gevraagd wordt naar de betekenis ervan, wordt deze ook weer zichtbaar.

Scheiding en rouw bij oorlogs- en geweldsgetroffenen

In dit artikel wordt ingegaan op de reacties van oorlogs- en gewelds-getroffenen op schokkende gebeurtenissen, in het bijzonder op ver-lieservaringen. Deze categorie mensen heeft vrijwel altijd een combinatie van verlies en andere traumata meegemaakt. De rouwreacties en traumatische stress-reacties die als gevolg hiervan optreden moeten gezien worden als stress gerelateerde verschijnselen die elkaar deels overlappen, maar ook verschillen. In dit artikel wordt ingegaan op de verwerking van deze traumata en de problemen die zich daarbij kunnen voordoen.

Van Indonesische Urn tot Indisch monument : vijftig jaar herinnering aan de Tweede Wereldoorlog in Azië

Inleiding Op 5 mei 1946 droeg een elfjarig meisje een klein schortje gemaakt van oude lapjes, een kindervariant van de 'Nationale feestrok'.
Het idee van zo'n nationaal kledingstuk voor vrouwen was afkomstig van de Amsterdamse Mies Boissevain-van Lennep, overlevende van het concentratiekamp Ravensbrück.
Gemaakt van restanten van de oude kleren van dierbaren en versierd met geborduurde herinneringen zou dat een vrouwelijke manier zijn om de Tweede Wereldoorlog te gedenken en de herinneringen te integreren.

De tragedie der Puttenaren

Deze beschouwing heb ik in 1946 geschreven, ongeveer een jaar na de bevrijding, die voor mij betekende bevrijding uit het KZ. Neuengamme. Ik had juist voor mijn arrestatie in 1944 mijn doctoraal geneeskunde gedaan, en had in het kamp als verpleger en arts gewerkt. Een onmogelijke taak - die ik toch niet afwees, maar waar ik blij mee was, want het verhoogde mijn eigen overlevingskansen, heeft me zeker het leven gered.

Pagina's