Drie jaar lang vocht Coos Ayal met een Indisch-Molukse verzetsgroep in de jungle van Nieuw-Guinea. Toen de Japanners in april 1942 Nieuw-Guinea binnenvielen, woonde zij bij haar oom Nahuwae, een bestuursambtenaar. Ze vluchtte met haar oom en tante de jungle in. Zij sloten zich aan bij een groep guerrillastrijders van 62 man. Als enige vrouw overleefde zij met slechts 16 man deze barre strijd.